Gone with the Wind (1939)

Regie: Victor Fleming, George Cukor, Sam Wood | 238 minuten | drama, romantiek, oorlog | Acteurs: Vivien Leigh, Clark Gable, Olivia de Haviland, Leslie Howard, Rand Brooks, Hattie McDaniel, Eddie Anderson, Harry Davenport, Leona Roberts, Jane Darwell, Ona Munson, Alicia Rhett, Howard C. Hickman, Thomas Mitchell, Barbara O’Neill, Evelyn Keyes, Ann Rutherford, Fred Crane, George Reeves, Oscar Polk, Butterfly McQueen, Victor Jory, Everett Brown

Toen Gary Cooper gevraagd werd voor de mannelijke hoofdrol in ‘Gone with the Wind’ (1939), weigerde hij met volle overgave. “Die film wordt de grootste flop uit de geschiedenis van Hollywood. Ik ben blij dat het Clark Gable is die op zijn bek gaat en niet ik.” Hoe mis kon hij het hebben? ‘Gone with the Wind’ prijkt hoog op vele lijsten die de beste films van de twintigste eeuw rangschikken en bracht een record aan opbrengsten op. Als rekening wordt gehouden met de inflatiecorrectie is het ruim vier uur durende epos nog altijd de succesvolste film aller tijden. De film kreeg dertien Oscarnominaties, waarvan er acht verzilverd werden en lanceerde bovendien de carrière van hoofdrolspeelster Vivien Leigh, die een succesvolle toekomst tegemoet ging en tot de beste actrices van de twintigste eeuw gerekend mag worden. ‘Gone with the Wind’ mag dan een lange zit zijn, het inmiddels ruim zeventig jaar oude filmspektakel staat nog altijd als een huis. Natuurlijk kun je stellen dat niet alle 238 minuten even boeiend zijn en de film vooral in de tweede helft – waarin het melodrama de overhand krijgt – wat aan kracht inboet, maar dat we hier met een klassieker te maken hebben, staat buiten kijf.

Het verhaal – naar de gelijknamige bestseller van Margaret Mitchell – speelt zich af in het zuiden van de Verenigde Staten, aan de vooravond van de burgeroorlog in 1861. Centraal in ‘Gone with the Wind’ staat Scarlett O’Hara (Vivien Leigh), een verwend nest dat gewend is alles te krijgen wat haar hartje begeert en met haar familie woont op het landgoed Tara. Scarlett heeft haar zinnen gezet op Ashley (Leslie Howard), maar als ze hem op haar zestiende verjaardag haar liefde betuigt, kan hij deze niet beantwoorden. Hij trouwt liever met haar zachtaardige nicht Melanie (Olivia de Haviland). Toevallig vangt Rhett Butler (Clark Gable), een knappe avonturier met een bedenkelijke reputatie, het gesprek tussen Scarlett en Ashley op. Hij ziet de vinnige Scarlett wel zitten, maar zij draait hem de rug toe, teleurgesteld als ze is dat ze haar zin niet krijgt. Diezelfde dag nog breekt de burgeroorlog uit tussen de noordelijke en de zuidelijke van de Verenigde Staten. Nog voor hij naar het front gaat, trouwt Ashley met Melanie. Scarlett stapt in het huwelijksbootje met Melanies broer Charles (Rand Brooks), maar van harte gaat het niet. Dan gaat ook Charles naar het front…

‘Gone with the Wind’ bestaat in feite uit twee helften, die ook los van elkaar prima films zouden opleveren. De eerste helft – waarin we worden meegetrokken in de Amerikaanse burgeroorlog – is veruit het beste. Indrukwekkend is bijvoorbeeld de verwoestende mars van de noordelijke troepen door Atlanta, geleid door generaal Sherman. Huizen werden in brand gestoken, vee werd gedood en handelaren werden geplunderd. Scarlett, die tot op dat moment in feite een onuitstaanbaar verwend nest is, toont haar doorzettingsvermogen en vastberadenheid tijdens een barre tocht terug naar Tara. Net wanneer onze sympathie voor haar begint te groeien, volgt een instrumentale intermissie die de beide helften waaruit de film bestaat van elkaar scheidt. Het tweede gedeelte begint net na de burgeroorlog en volgt Scarlett en Rhett, die elkaar in de tussentijd regelmatig zijn tegengekomen, in de acht jaar die volgen. Want hoe je het ook wendt of keert, iedereen die regelmatig films kijkt weet al vanaf het moment dat deze twee elkaar voor het eerst ontmoeten, dat ze uiteindelijk bij elkaar komen. Alhoewel… Het onuitstaanbare karakter van met name Scarlett (al heeft ook Rhett zijn gebruiksaanwijzing) staat een happy end ‘uit het boekje’ eigenlijk in de weg (denk maar aan Rhetts famous last words).

Die dwarse, atypische karakters vormen een grote kracht van ‘Gone with the Wind’: de manipulatieve Scarlett, de cynische Rhett. Beiden zijn even koppig en egocentrisch. Niet bepaald de standaard hoofdfiguren in een romantisch epos, want in een hokje plaatsen kun je ze niet. Het kost even moeite om sympathie voor hen op te brengen, maar dat maakt hen juist bijzonder. Leigh en Gable bijten zich beiden vast in hun rol en trekken je daarmee in het verhaal. Minstens zo overtuigend is Hattie McDaniel, die de rol van de dienstmeid Mammy speelt. Hoe er ook over zwarte bediendes gedacht werd in die tijd, naar deze wijze dame wordt geluisterd. McDaniel won geheel verdiend als eerste Afro-Amerikaanse actrice een Oscar voor haar rol. Naast de cast schittert ook de weelderige cinematografie van ‘Gone with the Wind’. De film werd geheel in Technicolor opgenomen en wordt daardoor gedragen door heldere, levendige kleuren. Dat drie verschillende regisseurs (Victor Fleming kreeg uiteindelijk de credits, maar ook George Cukor en Sam Wood droegen hun steentje bij) bij het project betrokken waren en er heel wat conflicten op de set waren, zijn aan het eindresultaat bijna niet af te zien.

Bijna niet, want de film had best stevig ingekort kunnen worden. En in verhouding is de tweede helft heel wat minder meeslepend dan de eerste. Ondanks die kleine schoonheidsfoutjes hebben we hier met een meesterwerk uit de hoogste categorie te maken. Een groots filmisch epos zoals deze wordt in deze tijd niet meer gemaakt, sterren zoals je ze toen had zijn er nu ook niet meer. ‘Gone with the Wind’ prijkt vooral om nostalgische redenen hoog op de lijstjes van filmliefhebbers. Droom weg en laat je meeslepen in de onmogelijke liefde van Scarlett O’Hara en Rhett Butler in deze hommage aan een tijd die lang vervlogen is!

Patricia Smagge

Waardering: 5

Bioscooprelease: 3 maart 1949
Re-release: 18 december 2014