Blue Gate Crossing-Lan se da men (2002)
Regie: Chin-Yen Yee | 85 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Shu-Hui Liang, Bo-Lin Chen, Lun-Mei Guey, Joanna Chou, Ming-Gin Cheng
Een klassieke driehoeksverhouding is de basis voor ‘Blue Gate Crossing’, een Taiwanese film over drie tieners: alle drie zijn de hoofdpersonen verliefd op elkaar zonder dat die liefde wederzijds is. Lin is op Zhang, Zhang is op Meng, en Meng is op Lin. Hoewel dit niet vanaf het begin expliciet wordt duidelijk gemaakt, is deze onderlinge verhouding al snel zichtbaar. Vooral de laatste liefde, die van Meng voor Lin, zorgt natuurlijk voor de nodige verwarring: het is immers de enige homoseksuele liefde in deze driehoeksverhouding, en in een conservatieve samenleving als de Taiwanese is dat natuurlijk niet mogelijk.
‘Blue Gate Crossing’ (verwijzing naar de ‘Blauwe Poort’ waardoor de geslaagde eindexamenkandidaat na zijn/haar school de weide wereld intrekt) is, ondanks de ingewikkelde onderlinge verhoudingen, een ongecompliceerde film. De drie hoofdpersonen worden al snel in grote lijnen op het filmdoek gezet. Meng, toch de eigenlijke hoofdpersoon, is nog de meest driedimensionale persoon. Zowel Lin als Zhang zijn beide vrij ongecompliceerde types. Dat is ook niet erg. Door hun ongecompliceerdheid zijn de hoofdrolspelers ook erg ontwapenend. Ze zijn duidelijk nog op zoek en onzeker als het gaat om relaties en verliefdheid.
Wel jammer is het soms dat het hele verhaal daardoor ook wat te ongecompliceerd en te snel gaat. Dat had regisseur Chin-Yen Yee kunnen ondervangen door de persoon Lin inhoudelijk iets meer diepte te geven, maar nog meer door simpelweg wat meer tijd te nemen voor scènes. Dat laatste zou de rustige toon die de film nu al heeft, alleen maar nog meer ten goede gekomen zijn. Die toon wordt het beste gevonden in de scènes waarin de hoofdpersonen van verlegenheid en ongemakkelijkheid nauwelijks een woord met elkaar wisselen, maar ondertussen wel fysiek met elkaar communiceren: terloopse blikken, naderen, weglopen, en vooral de herhaling van al die bewegingen. Soms lijkt het net dansen. Het zijn de meest interessante scènes die best wat meer uitgebuit hadden mogen worden. Deze momenten vinden vooral plaats tijdens de ontwikkeling van de vriendschap tussen Zhang en Meng, een ontwikkeling die subtiel plaatsvindt.
Een schitterende scène waarin de tijd duidelijk wel wordt genomen is in het verhaal zelf een sleutelscène. De wanhopige Meng, die ondertussen een soort ‘verkering’ heeft met Zhang, heeft aan hem bekend dat ze meer voelt voor Lin. Pas daarna geeft ze toe aan Zhangs vurige wens om eindelijk te kussen met Meng, als een soort test: misschien zal ze na die kus eindelijk ‘verlost’ zijn van haar lesbische gevoelens… De uitkomst kan je natuurlijk raden: de verkering tussen Zhang en Meng is onmogelijk, net als de andere onderlinge relaties in deze driehoeksverhouding.
Hoewel… Op het einde is het allemaal toch niet helemaal duidelijk. Heeft Meng uiteindelijk toch gekozen voor Zhang? Het antwoord wordt (gelukkig) niet expliciet gegeven, maar het feit dat er toch ruimte blijft voor deze vraag, zorgt toch voor wat ongemakkelijkheid. Is homoseksualiteit in Taiwan iets waar je op een gegeven moment overheen groeit? Het is een wat onbevredigend einde van een ontwapenende, maar te korte film.
Daniël Brandsema