Les félins – Joy House (1964)

Regie: René Clément | 98 minuten |drama, thriller, misdaad | Acteurs: Alain Delon, Jane Fonda, Lola Albright, Sorrell Booke, Carl Studer, André Oumansky, Arthur Howard, George Gaynes, Annette Poivre, Berett Arcaya, Marc Mazza, Jacques Bézard, Jean-Pierre Honoré, Georges Douking, Del Negro

Filmster, sekssymbool, fitnessgoeroe, politiek activiste; wat is Jane Fonda eigenlijk niet? Ze werd bijna letterlijk geboren op de filmset; haar vader Henry werd tijdens de opnamen van ‘Jezebel’ regelmatig weggeroepen toen zijn hoogzwangere vrouw Frances Seymour Brokaw op het punt van bevallen stond. Tot groot ongenoegen van de grote ster van die film, Bette Davis. Bij hoge uitzondering stond ze het toe dat Henry vertrok nadat zijn scènes gefilmd waren en eiste ze niet van hem dat hij tot het einde bleef. Dat de jonge Jane zelf ook de filmwereld in zou rollen, lag voor de hand. Al op jonge leeftijd waagde ze een gedurfde oversteek richting Europa. “Niemand had ooit gehoord van een Amerikaanse actrice die naar Europa trekt om het daar te gaan maken,” vertelt Fonda in het tijdschrift American Heritage. Jane deed het en werd aan deze zijde van de plas -dankzij films als ‘La ronde’ (1964) eerder beroemd dan in haar vaderland. Dankzij haar huwelijk met de Franse regisseur Roger Vadim (die eerder al getrouwd was met een ander sekssymbool, namelijk Brigitte Bardot) werd ze een van de meest opvallende actrices van de Nouvelle Vague.

Ten tijde van ‘Les félins’ (1964, internationaal uitgebracht onder de naam ‘Joy House’) stond Fonda pas aan het begin van haar internationale filmcarrière. Ze schittert naast de eveneens nog jonge Franse filmster Alain Delon. Hij speelt Marc, een onbetrouwbaar sujet dat vrouwen versiert bij de vleet. Dat hij daardoor in de problemen komt, is niet verwonderlijk. Een Amerikaanse gangsterbaas heeft het op hem voorzien, omdat Marc zijn handen niet van zijn vrouw af kon houden. Marc slaat op de vlucht en belandt in een klooster waar daklozen worden opgevangen. Maar ook daar lijkt hij niet lang veilig. Wanneer twee vrouwen, die het klooster uit liefdadigheid regelmatig bezoeken, hem vragen of hij hun chauffeur wil worden, aarzelt hij dan ook geen moment. De steenrijke Amerikaanse weduwe Barbara Hill (Lola Albright) is een onderkoelde schoonheid voor wie Marc gelijk valt. Haar nichtje Melinda (Jane Fonda), die dienst doet als kamermeid voor de dominante Barbara, lijkt een naïef jong meisje, maar schijn bedriegt. Ook zij heeft haar zinnen gezet op Marc. Een dodelijk spel van verleiding laait in alle hevigheid op.

René Clément was een van de belangrijkste Franse regisseurs van na de Tweede Wereldoorlog. Hoewel hij in de jaren zestig eigenlijk al over zijn hoogtepunt heen was, deed hij nog regelmatig van zich spreken. Met het met sterren overladen ‘Paris brûle-t-il?’ (1966) bijvoorbeeld, of de misdaadthriller ‘Plein soleil’ (1960), naar de novelle van Patricia Highsmith. In beide films speelt Alain Delon een hoofdrol. Met Delon, die in de bloei van zijn carrière was, zou Clément in totaal vier films maken. ‘Les Félins’ (een veel toepasselijkere titel dan ‘Joy House’, hoewel dat de naam was van de pulproman van de Amerikaanse schrijver Day Keene, waar de film op gebaseerd is), is de minst bekende van de vier. Deze stijlvolle misdaadthriller ademt Hitchcockiaanse sferen uit al zijn poriën. De onderhuidse spanning die met name in de tweede helft van de film wordt aangewakkerd, vormt de grote kracht van de film. Clément valt gelijk met de deur in huis en trakteert zijn publiek op een spectaculaire achtervolgingsscène. Daarna moet de actie echter plaatsmaken voor een suspensevol steekspel tussen Marc, Barbara en Melinda, dat mede dankzij de schitterende zwart-witcinematografie van Henri Decae en het inventieve gebruik van licht en schaduwen doet denken aan de Amerikaanse films noirs uit de jaren veertig en vijftig.

Zoals het in een film noir betaamt, zijn de belangrijkste personages zo immoreel als wat. Ze zijn zo verdorven en egocentrisch dat het moeilijk is sympathie voor ze te voelen. Het is te danken aan de sterke vertolkingen van Delon, Fonda en Albright dat deze schimmige figuren toch tot leven komen. Delon komt het best tot zijn recht als hij een smeerlap kan spelen. Een verleidelijke smeerlap wel te verstaan, met een onmetelijke charme. Lola Albrights carrière bleef beperkt tot minieme bijrollen in grote films als ‘Easter Parade’ (1948), hoofdrollen in B-films en vooral veel televisieseries. In ‘Les félins’ schittert deze relatief onbekende actrice als de beeldschone maar ijselijk kille weduwe die allerlei smerige spelletjes speelt en niemand ontziet. Geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Dat geldt eveneens voor Jane Fonda’s Melinda, die aanvankelijk lief en onschuldig oogt maar uiteindelijk dan toch haar klauwen toont. De plotwendingen stapelen zich in de laatste veertig minuten op en zorgen uiteindelijk voor een geslaagd slot, dat huiveringwekkend is maar je evenwel zal doen glimlachen. De memorabele soundtrack is het debuut van de legendarische Argentijnse filmcomponist Lalo Schifrin, die een bijzonder uiteenlopend oeuvre zou opbouwen (met onder meer de soundtrack van ‘Mission: Impossible’ (1996)).

Alles lijkt in ‘Les félins’ op zijn plek te vallen. Muziek, camerawerk, regie en plot zijn alvast dik in orde en ook de drie hoofdrolspelers zetten hun beste beentje voor. Wie dacht dat Jane Fonda vooral een seksgodin is die eigenlijk niet kan acteren, zal na het zien van deze film ongetwijfeld een andere mening zijn toebedeeld. Maar de grote kracht is toch het scenario, vol kwinkslagen en plotwendingen. Vooral tegen het einde toe is de onderhuidse spanning om te snijden. Hou je van de klassieke films noirs naar de pulpromans van Dashiell Hammett, Raymond Chandler en Frank M. Cain – vol verdorven karakters en misdaadcomplotten? Dan mag je deze thriller van René Clément eigenlijk niet missen!

Patricia Smagge