Paranormal Entity (2009)

Regie: Shane van Dyke | 90 minuten | horror | Acteurs: Erin Marie Hogan, Fia Perera, Shane van Dyke

Het kon natuurlijk niet uitblijven. Na het succes van ‘Paranormal Activity’ was het een kwestie van tijd alvorens de eerste imitaties zouden volgen. Shane van Dyke nam voor zijn jatwerkje niet eens de moeite een eigen titel te bedenken en kwam op de proppen met ‘Paranormal Entity’.

Ook in ‘Paranormal Entity’ moeten door het huis opgestelde camera’s ons de waarheid onthullen wat er gaande is midden in de nacht. Ziet u, het spookt nogal in het huis van de familie Finley. Dwars door de korrelige beelden heen zien we namelijk meubels verschuiven, dekbedden afgetrokken worden en de bewoners van het huis in catatonische toestand rondwandelen. Daar komt nog eens bij dat de familie ook nog eens rare telefoontjes krijgt en er soms vanuit het niets op de deur wordt gebonsd. Allemaal heel herkenbaar uit andere films en nergens doet ‘Entity’ dan ook moeite om zich te onderscheiden van de concurrentie.

Toch lijkt het credo ‘beter goed gejat, dan slecht bedacht’ voor Van Dyke’s film op te gaan, want alhoewel ‘Paranormal Entity’ alles kopieert van ‘The Blair Witch Project’ tot en met ‘Poltergeist’, is het wel een bijzonder spannende film geworden. Dat je aan het begin van de film al weet wat je kunt verwachten doet daaraan weinig aftrek. Sterker nog, het verhoogt de spanning zelfs. Je weet immers donders goed hoe eng ‘Blair Witch’ en ‘Paranormal Activity’ waren, anders zou je deze film ook niet gaan kijken. Dat zorgt ervoor dat je vanaf de eerste uit zichzelf schuivende stoel al op het puntje van… nou ja, je eigen stoel zit. Juist het feit dat je bekend bent met hoe het eraan toegaat in dit soort films, creëert een spanning die al aanwezig is voordat er ook nog maar iets gebeurt.

Op die spanning weet Van Dyke vervolgens goed in te spelen, want ‘Paranormal Entity’ maakt effectief gebruik van suggestie – zoals het hoort. In de meeste scènes gebeurt dus bijna niets en toch is het iedere keer weer spannend wanneer de hand-held camera om dat donkere hoekje gaat kijken. Om nog maar te zwijgen van de scène op zolder of wanneer Thomas ineens zijn moeder aantreft in z’n kamer.

Genoeg te beleven dus om je anderhalf uur lang te willen doen wegkijken, maar de film kent helaas ook enkele schoonheidsfoutjes. Zo vallen de puzzelstukjes wel heel mooi in elkaar en voelt de film af en toe wat vooropgezet aan. Dat is het natuurlijk ook, maar voor een film die de illusie wil wekken dat je naar authentieke beelden zit te kijken zou dat taboe moeten zijn. Dat vooropgezette zit ‘m in hele kleine dingetjes. Het enge geluid dat je hoort vlak voordat er iets staat te gebeuren, maar dat duidelijk achteraf is toegevoegd aan het geluidsspoor. De momenten dat de verschijning soms roept in de stem van jongere zus Samantha, maar je een duidelijke computerbewerking over het geluid hoort. Het zijn overbodige toevoegingen die van tijd tot tijd de illusie doorbreken. Ten slotte wordt het gedurende de film steeds meer de vraag waarom cameraman Thomas constant maar blijft doorfilmen en elke keer net mooi dat shotje weet te maken zodat we alles goed kunnen zien. Ach ja… Ook de schoonheidsfoutjes in de film zijn dus schijnbaar gejat, want leed ‘Cloverfield’ niet aan hetzelfde euvel?

Sander Colin