The Brain from Planet Arous (1957)

Regie: Nathan Juran | 71 minuten | horror, thriller, science fiction | Acteurs: John Agar, Joyce Meadows, Robert Fuller, Thomas Browne Henry, Henry Travis, Tim Graham, Ken Terrrell, E. Leslie Thomas, Bill Giorgio, Kenner G. Kemp, Dale Tate

De jaren vijftig van de 20e eeuw staan bol van staan bol van science fiction films waarin verschillende soorten buitenaards leven met al dan niet boosaardige bedoelingen op aarde terechtkomen. In deze ‘The Brain from Planet Arous’ uit 1957 is het wel in een heel opmerkelijke vorm. De boosdoener is hier een levend en zwevend brein met een paar eraan vastgegroeide ogen. Verder kan het een zowel stoffelijke als onstoffelijke vorm aannemen, kan in grootte variëren en is het bij tijd en wijle ook doorzichtig. Daarnaast is het begiftigd met meerdere bovennatuurlijke gaven, heeft de nodige snode plannen en neemt het lichaam en de geest over van een wetenschapper om zijn boosaardiger bedoelingen uit te kunnen voeren. Dan is er nog een de mensheid goedgezind brein van dezelfde planeet dat hem achternakomt en bezit neemt van het lichaam van een hond om de door Gor bezeten wetenschapper goed in de gaten te kunnen houden. Tja… nogal opmerkelijke uitgangspunten. Uitgangspunten waaruit wellicht de nodige creativiteit en originaliteit blijken, maar die ook vragen zullen oproepen in hoeverre het een en ander in deze productie serieus te nemen is.

Hetzelfde geldt voor de horror die wordt geprobeerd op te roepen. Te beginnen met het buitenaards zwevend kwaadaardig brein Gor, de boosdoener in dit verhaal. Het schept er niet alleen genoegen in om zijn gastheer de wetenschapper Steve March over te nemen, maar ook hem te kwellen door hem deelgenoot van zijn boosaardige plannen te maken. Maar Gors uiterlijk, een reusachtig zwevend brein met twee nooit knipperende ogen, komt niet al te angstaanjagend over. Evenmin als zijn zwaarmoedige en/of slaperige oogopslag dat doet. En Gors half echoënde stem en zijn hol boosaardige gelach kunnen daar ook niet veel aan veranderen. Ook de door Gor bezeten Steve komt niet al te angstaanjagend over. Hij is duidelijk kwaadaardig genoeg en schept genoegen in de verwoestingen die hij aanricht en de slachtoffers die hij maakt, maar zijn zwartgekleurde ogen, zijn wellustig satanische grijns en de maar al te luide muziek wanneer Gor zijn verwoestingen aanricht doen ook hem niet al te schrikwekkend overkomen. De portrettering van zowel Gor als de bezeten Steve hebben bij tijd en wijle meer een komisch effect dan dat de haren er te berge door rijzen.

Het zijn, naast de ongeloofwaardigheden in deze film, dus nogal wat tekortkomingen bij de weergave van datgene wat voor de beklemmende sfeer in deze film moet zorgen. Niettemin, wanneer tijdens het bekijken van deze film voorop staat dat aan het een en ander niet te zwaar getild moet worden, weet deze film toch de aandacht vast te houden. Dit is een van die jaren vijftig scifi/horrorfilms die door de te vele tekortkomingen en twijfelachtigheden niet bepaald angstaanjagend overkomen, maar die juist daarom ook het nodige entertainment te bieden hebben. Door de te onzinnige uitgangspunten, het leuke aangehouden tempo, de ontwikkelingen die zich voltrekken en de mate van medeleven dat bij de diverse personages mogelijk wordt gemaakt is verveling er in elk geval niet bij. En door de steeds verder gaande uitvoering van Gors gewetenloze plannen wordt het her en der zowaar nog enigszins spannend ook.

Hoewel het wel als een min of meer routineus verhaal overkomt: de slachtoffers die Gor maakt, de verwoestingen die hij aanricht, de steeds groter wordende macht die hij verkrijgt, de legerleiding die machteloos staat in zijn pogingen Gor een halt toe te roepen… maar ook de te verwachten tegenstand die Gor van Vol en Steve’s vriendin Sally krijgt met de nodige voorspelbare gevolgen. Voor kenners van het genre zal het niet erg veel verrassingen opleveren. Maar al teveel afbreuk aan het vermaak dat deze film biedt doet dit nu ook weer niet. Jammer genoeg wel een niet genoeg uit de verf komend optreden van ‘politie-agent’ brein Vol, en een helaas te abrupt en gezien de eigenschappen van Gor een wel erg (te) simpel einde.

De film herbergt ook wat niet al teveel tot de verbeelding sprekende speciale effecten, voornamelijk bestaande uit beelden van Gors zwevende verschijning. Beelden die duidelijk over andere filmbeelden geplakt zijn. Een beetje goedkoop, hoewel ook het lage budget hierbij heeft meegespeeld. Dat lage budget blijkt ook uit andere zaken: relatief weinig acteurs, een niet al te overtuigend overkomend laboratorium, meerdere opnames in de woestijn en in grotten, wat archiefbeelden van atoomexplosies en de verwoestende gevolgen ervan, en verschillende binnenopnames in relatief kleine ruimtes. Aan de andere kant zijn dit zaken die in meer B-scifi/horrorfilms uit dit tijdperk aangetroffen worden, zijn ze niet veel slechter vormgegeven dan in kwalitatief vergelijkbare films het geval is, en kan ook dit deel uitmaken van de charme die er van dit soort films uitgaat. Met name op de momenten wanneer de draden waaraan de zwevende breinen zijn opgehangen duidelijk zichtbaar zijn en de stukken van het door Steve opgeblazen vliegtuig na de explosie gewoon aan draden in de lucht heen en weer bungelen.

Verdienstelijk acteerwerk van John Agar, geen onbekende in films in dit genre uit die periode, met name wanneer hij de door de kwaadaardige Gor bezeten Steve March neerzet. Qua acteerwerk weliswaar her en der nogal overtrokken, maar Agar weet de zich beurtelings ontspannen, boosaardige, gefrustreerde, agressieve, sarcastische en maniakaal gedragende Steve dusdanig neer te zetten dat hij voor een aanzienlijk deel de show steelt. Dat Agars personage door de te vele twijfelachtigheden in deze film niet al te angstaanjagend overkomt is hemzelf ook niet aan te rekenen. Daarnaast degelijk werk van Joyce Meadows als Steve’s angstige en verwarde vriendin Sally. Verder netjes werk van Thomas Brown Henry als Sally’s vader. Ook van de overige betrokkenen degelijk genoeg werk. Weliswaar niet altijd om over naar huis te schrijven, hoewel de mogelijkheden voor deze en gene ook worden beperkt door de tekortkomingen die in deze film aanwezig zijn.

‘The Brain from Planet Arous’ is een op teveel punten vrij onzinnig overkomende film. De liefhebbers van het meer serieus of indringend werk hoeven er geen moeite voor te doen. Wel is het alvast een aanrader voor de liefhebbers van twijfelachtige scifi/horrorprodukties uit de oude doos. Voor de overige kijkers geldt dat er niet al te veel van verwacht moet worden en dat er ook met een niet bepaald serieuze insteek naar gekeken moet worden. En in dat geval heeft deze film al met al wel de nodige spanning en entertainment te bieden.

Frans Buitendijk