The Masque of the Red Death (1964)

Regie: Roger Corman | 86 minuten | drama, fantasie, horror | Acteurs: Vincent Price, Hazel Court, Jane Asher, David Weston, Nigel Green, Patrick Magee, Paul Whitsun-Jones, Robert Brown, Julian Burton, David Davies, Skip Martin, Gaye Brown, Verina Greenlaw, Doreen Dawn, Brian Hewlett, Sarah Brackett

Wat kan er mis gaan met een verfilming van een verhaal van Edgar Allen Poe, met in de hoofdrol Vincent Price als een hooghartige, Satan aanbiddende prins? Weinig tot niets. Met zijn statige lichaam, langwerpige gezicht, en zijn deftige, enigszins sarcastische stemvoering, is deze rol van welgestelde landheer met weinig medeleven Price op het lijf geschreven. Hij steelt elke scène waarin hij figureert en als toeschouwer genieten we keer op keer van zijn optreden. Zoals wanneer Prospero net twee boeren wil doden, maar een jonge vrouw, Francesca (Jane

Asher), tussenbeide komt om hem tegen te houden. De ene man is haar vader en de andere haar verloofde. Prospero’s oplossing: er hoeft er maar één te sterven, maar Francesca moet beslissen wie. Waarop Prospero met veel genoegen opmerkt: “I wanted entertainment, but I never hoped for this”), tussenbeide komt om hem tegen te houden. De ene man is haar vader en de andere haar verloofde. Prospero’s oplossing: er hoeft er maar één te sterven, maar Francesca moet beslissen wie. Waarop Prospero met veel genoegen opmerkt: “I wanted entertainment, but I never hoped for this”.

Prospero neemt de twee mannen en Francesca mee naar zijn kasteel. Hij is wel gecharmeerd van Francesca, en wil haar tot zijn prinses tot in de eeuwigheid maken. Een eeuwigheid in dienst van Satan, wel te verstaan. En deze omslag zou juist in haar geval zo betekenisvol zijn; ze is namelijk een echte gelovige. Prospero komt hierachter wanneer hij naar het kruisje informeert om haar nek. “Is that decoration or are you a true Christian Believer”, vraagt hij, de laatste woorden met walging uitsprekend. Zelf is het een pure sadist die smekende boeren voor zijn kasteelmuren met pijlen laat doorboren, na de boer te hebben toegeworpen “Ik heb je vrouw al gehad. Ze was weinig bijzonders”, nadat deze, uit wanhoop de liefde van zijn vrouw aanbood. De happy few binnen het kasteel laat hij ook voor zich kruipen, letterlijk. Tijdens één van zijn feesten loopt hij op de gewillige aanwezigen af en verzoekt hen om zich te gedragen als een varken of een hond. Francesca’s man en verloofde laat hij elkaar bevechten tot de dood. Wanneer ze dit weigeren, besluit hij ze Russische roulette te laten spelen met giftige dolken.

Kortom, alles is één groot spel voor Prospero, en iedereen bestaat louter voor zijn vermaak. Met uitzondering van één ding: in zijn geloof van Satan is hij namelijk bloedserieus. Het zorgt voor wat interessante gothische horror, waarbij Prospero in een soort trance verwikkeld raakt en Francesca steeds verder binnendringt in zijn geheimen. In veel van deze scènes, waarvan sommige droomsequenties betreffen, wordt er prominent en interessant gebruik gemaakt van de kleur rood. Rode lakens, rode make-up, kleding. En het camerawerk van de latere regisseur Nicholas Roeg is ook bijzonder dynamisch te noemen. Op wat langdradige en oninteressante stukken na, soms geplaagd door amateuristisch acteerwerk (van de bijrolspelers), is ‘The Masque of the Red Death’ een prima Poe-verfilming. Het is een film die door de sfeer in de meer geheimzinnige scènes en het sarcastische karakter, goed tot uiting komend door het erg genietbare acteerwerk van Vincent Price, zeker boven de middenmaat uitsteekt.

Bart Rietvink