The Plague – Clive Barker’s The Plague (2006)

Regie: Hal Masonberg | 88 minuten | horror, thriller | Acteurs: James Van Der Beek, Ivana Milicevic, Brad Hunt, Dee Wallace-Stone, Joshua Close, Brittany Scobie, Bradley Sawatzky, John P. Connolly, Jon Ted Wynne, Arne MacPherson, Hilary Carroll, David Stuart Evans, Jacqueline Loewen, Katlin Mathison, Garth Merkely

Deze horrorfilm waarin alleen de speelduur van 88 minuten het grootste schrikeffect genereert, is niet zo best. Niet politiek correct om als criticus al direct het einde van je recensie vrij te geven, maar in het geval van ‘The Plague’ is het een plicht om zoveel mogelijk argeloze kijkers te behoeden voor dit cinematografische wangedrocht. De film ziet er op het eerste gezicht best vermakelijk uit, wat geheel te danken is aan de vlotte cover met een zwoel poserende James van der Beek erop. De strakke kleuren en het aanprijzende ‘Clive Barker presents’ zijn ook niet te onderschatten verleidingstactieken. Helaas is deze sirene gevaarlijk genoeg om je leven weg te snoepen. Ieder moment die je verspild aan dit broddelwerkje, want dat is het, is er een teveel.

De gebeurtenissen in ‘The Plague’ zijn behoorlijk bizar. Op onverklaarbare wijze belandden wereldwijd vrijwel alle kinderen onder de negen jaar in een diepe coma. Gelijktijdig. De jongelingen vervallen in een catatonische staat die slechts tweemaal per dag wordt verbroken door collectieve epileptische aanvallen. Twaalf jaar later ontwaken de jongeren en ontpoppen zich als moordlustige zombies. James Van Der Beek to the rescue!

Hoewel het verhaal in eerste instantie best aardig is, bederft de sullige uitwerking alle lol. Waarom niet alle kinderen in een coma belanden en dat er dus wel uitzonderingen bestaan, wordt nooit duidelijk gemaakt. Ook de onverklaarbare superkrachten van de kinderen worden niet verklaard. De plotgaten zijn talrijk. Wat de film echter onkijkbaar maakt is de geforceerde zwaarmoedigheid ervan. ‘The Plague’ doet zo hard zijn best om een stemmige horrorfilm te zijn, maar faalt genadeloos. Gefronste blikken en lang uitgesponnen stiltes moeten voor diepgang doorgaan, maar dat gaat faliekant mis. Vooral Van der Beek bezondigt zich aan amateurtoneel. In gemaakte rocksterrenposes en met de wenkbrauwen omhoog moet de beste man doorgaan voor een gekwelde antiheld. Het script helpt hem niet mee en al snel kijk je naar een irritante vent met een slecht humeur en dito teksten.

De rest van de cast speelt tweede viool, maar doet verder ook niets met hun rollen. Je leert de personages niet kennen. Special effects zijn vrijwel afwezig. Wat waterverf en een paar potjes kinderschmink zijn de enige kosten die de afdeling ‘visuele effecten’ heeft moeten maken. Er deugt niets aan ‘The Plague’. Waarom Clive Barker, toch een horrorheld dankzij genrepareltjes als ‘Hellraiser’ en ‘Candyman’, zijn naam genadeloos laat verkrachten blijft een raadsel. Om geld kan het niet zijn geweest. Of het moet zo zijn dat driekwart van het geplande budget voor dit prul in de zak van meneer Barker is gegaan. Maar dat zal toch niet?

Frank v.d. Ven