Georgi and the Butterflies – Georgi i peperudite (2004)
Regie: Andrey Paounov | 52 minuten | documentaire | Met: Dr. Georgi Lulchev
Met een inzet die zijn weerga niet kent probeert Dr. Georgi Lulchev een tehuis voor geestelijk gestoorde mannen overeind te houden. Bijna al het personeel is ontslagen en samen met een kokkin en nog wat mensen met een onduidelijke functie geven ze een dozijn mannen een zo waardig mogelijk bestaan. In een idyllisch klein plaatsje in Bulgarije ligt dit uitgewoonde tehuis. Lulchev heeft gestreden voor meer hulp van de overheid maar ondanks dat er een gloednieuw gebouw is gekomen, wonen ze om financiële redenen nog steeds in het oude gebouw waar de waterleidingen verroest zijn en de keuken in vreselijke staat. Lulchev begrijpt dat zijn mannen iets om handen moeten hebben, zeker nu de bezigheidstherapeuten wegbezuinigd zijn. Hij verzint de meest fantastische zaken waarmee geld te verdienen is en het werk op eenvoudige wijze door de patiënten gedaan kan worden. Om vaak onduidelijke redenen zijn deze ideeën toch niet uitvoerbaar. Maar Lulchev is niet voor één gat te vangen en hij verzint wel weer iets nieuws. Van zijderupsen tot beverratten en van jachtvakanties voor rijke westerlingen tot sojabrood, Lulchev verzint het. Deze man moet een onwaarschijnlijke optimist zijn, want ondanks korte inzinkingen komt hij iedere keer weer met een nieuw idee om meer geld voor zijn tehuis te verdienen op eigen wijze. Hij vergelijkt zichzelf enigszins hoogmoedig met Einstein die ook als halfgek beoordeeld werd.
De film richt zich uitsluitend op Lulchev en zijn idealen. Daarmee geeft hij tegen de verwachting in, geen kijk in het leven van de patiënt. Geen zielig verhaal over de armoede van een Bulgaarse psychiatrische inrichting die door iedereen vergeten lijkt. Geen schrijnende voorbeelden van alles waar geen geld voor is. Maar een portret van een man die ervan droomt dat ooit één idee van hem gerealiseerd wordt. Dat er ooit geld kan worden gemaakt om wel worst, cola en snoep te kunnen kopen voor zijn mannen. Dan zou hij een gelukkig mens zijn.
Beelden van slakkenplukkende patiënten en lepels die een eigenaar hebben, wasmachines uit een heel ver verleden en een gelukkig getrouwd stel. Beelden die je niet meer snel vergeet, troostrijk en triest. Een mooie film zonder vals sentiment en met een heel bijzonder mens als hoofdpersoon.
Miranda van der Hoek