Vengeance Is Mine (1979)

Regie: Shohei Imamura | 140 minuten | drama, thriller | Acteurs: Ken Ogata, Mayumi Ogawa, Rentaro Mikuni, Mitsuko Baisho, Nijiko Kiyokawa, Chocho Miyako, Moeko Ezawa, Torahiko Hamada, Shohei Hino, Yoshi Kato, Choichiro Kawarazaki, Kazuo Kitamura, Toshie Negishi, Frankie Sakai, Kazuko Shirakawa, Goro Tarumi, Taiji Tonoyama, Sakae Umezu

De gerespecteerde en in 2006 overleden regisseur Shohei Imamura begon ooit als assistent van Yasujiro Ozu, en al lijken de stijlen van deze regisseurs bijna tegengesteld aan elkaar – van de buitenkant is hij veel duidelijker een voorganger van Takashi Miike, voor wie Imamura lange tijd een mentor was – in ‘Vengeance Is Mine’ is toch zeker een preoccupatie van Ozu te ontdekken. Ozu richtte zijn filmische pijlen namelijk bijna uitsluitend op ontwrichte relaties binnen families, en dan in het bijzonder relaties tussen verschillende generaties en Imamura doet in feite hetzelfde in ‘Vengeance Is Mine’. Hoewel het in eerste instantie een drama/thriller over een seriemoordenaar is en er geen directe verklaringen worden gegeven voor Iwao Enokizu’s (Ken Ogata) gestoorde gedrag, lijken de problemen die Iwao heeft met zijn vader uiteindelijk de belangrijkste problematiek te vormen.

Toch houdt Imamura de figuur van Iwao ongrijpbaar en ondefinieerbaar en dat was destijds een gewaagde keuze, te meer omdat het een echt bestaande figuur betreft. Imamura velt geen moreel oordeel, hij registreert louter, op een bijna documentaire-achtige wijze, de gruwelijke daden van de schijnbaar emotieloze moordenaar. De moorden worden niet spectaculairder gemaakt met filmische middelen, maar worden droog en feitelijk benaderd, wat het eigenlijk nog verontrustender, want realistischer, maakt. De droge registratie van ook de rest van het leven van Iwao en de gelijke aandacht die er voor zijn verschillende gedragingen is, maakt dat de film niet een standaardwerkje in een specifiek genre is. Immers, in een typische misdaadfilm waarin de politie op zoek is naar een seriemoordenaar verwacht je een zekere spanningsopbouw, die in ‘Vengeance Is Mine’ echter afwezig lijkt. Soms krijgt Iwao simpelweg een impuls om te doden en dan ziet de kijker deze daad. Even verwacht je als kijker ook dat de film in zijn structuur evenveel aandacht schenkt aan de moordenaar zelf als aan de agenten die hem op de hielen zitten, maar lange tijd worden de agenten volkomen vergeten en gaat het puur om het verhaal van Iwao. Dus, ook al heeft de film even wat weg van Spielbergs ‘Catch Me If You Can’ – niet in de laatste plaats door de slimme manieren waardoor Iwao uit de handen van de politie weet te blijven – het is slechts een onderdeel van de film.

Ongeveer een derde van ‘Vengeance Is Mine’ is slechts geïnteresseerd in deze agent-crimineel structuur. Een tweede aandachtspunt is, zoals gezegd, de relatie tussen Iwao en zijn vader, die hij zwak vindt en hypocriet. Als jongetje ziet Iwao hoe zijn vader buigt voor de wil van de keizer door zijn boten aan hem af te staan, maar, niet minder belangrijk, terwijl Iwao in de bak zit voor oplichting, blijkt er een semi-incestueuze relatie plaats te vinden tussen zijn vader en zijn vrouw. Het is een spannend verhaalelement, dat enige interessante ontwikkeling en diepgang in de personages suggereert. Zelfs in deze relatie toont de vader zich zwak. Hij wil haar wel, maar durft zich niet aan zijn verlangens over te geven. Dus fungeert hij praktisch als pooier, door een buurman zijn gang te laten gaan met zijn schoondochter, terwijl hij zelf onschuld veinst tegenover zijn zoon.

Dit is echter niet duidelijk een oorzaak voor Iwao’s moordzuchtige driften. Hij keek al neer op zijn vader en hij lijkt niet bijzonder veel om anderen, zoals zijn vrouw, te geven. Er is geen duidelijk omslagpunt, geen moment dat Iwao woedend wordt en zijn neigingen vorm krijgen. Hij is een tamelijk gevoelloos persoon, die gewoon lijkt te moorden omdat hij er zin in heeft. En toch. Toch zijn z’n confrontaties met zijn vader tekenend, en heeft het er alle schijn van dat zijn vader zijn vinger op de zere plek legt: hij durft geen mensen te vermoorden die hij echt haat, maar alleen goede, onschuldige mensen. Maar waarom kan hij dan zijn vader niet vermoorden? Een interessante vraag, die wellicht nooit beantwoord zal kunnen worden.

Iwao is niet makkelijk weg te zetten. Ook de lezing dat hij een lege persoonlijkheid heeft en dat hij gewoon niet om andere mensen geeft wordt geproblematiseerd door de film. Het laatste onderwerp waar ‘Vengeance Is Mine’ namelijk veel aandacht aan besteedt is Iwao’s vorming van, in feite, een nieuwe familie met een stel vrouwelijke werknemers van een herberg – het hoertje Haru Asano en haar moeder Hisano. Aanvankelijk komt hij hier terecht om onder te duiken, maar op een gegeven moment lijkt hij iets te hebben opgebouwd wat doet denken aan een liefhebbende relatie. Met Haro heeft hij niet alleen seks, maar gaat hij ook naar de bioscoop. Zelfs wanneer zij tijdens een nieuwsitem in die bioscoop ontdekt dat hij een moordenaar is, wil ze bij hem blijven. Hij wordt niet gewelddadig wanneer ze begint te huilen en hem op straat begint te slaan na deze ontdekking. En wanneer de herbergeigenaar haar even later verkracht in de herberg, moet haar moeder hem tegenhouden om de man niet aan zijn mes te rijgen. Kortom, hij lijkt dus werkelijk om haar te geven en ook met haar moeder heeft hij een bijzondere verstandhouding.

Maar natuurlijk zou ook dit weer een te makkelijke typering zijn. Want al gauw volgen handelingen die ook deze interpretatie weer bemoeilijkt. Net wanneer je de man, of Imamura’s bedoeling vast denkt te kunnen grijpen, ontglipt hij je weer. Dit is zowel frustrerend als fascinerend. Het maakt van ‘Vengeance Is Mine’ zowel een doelloos en ongeleid projectiel als een oneindig analyseobject. Het einde is vreemd en surrealistisch, werkende met plotseling ingevoegde statische, “bevriezende” filmbeelden – maar lijkt wel een belangrijke boodschap te willen communiceren. Eentje die te maken heeft met de onvermijdelijke aanwezigheid van ongrijpbare elementen en kwade handelingen. Imamura lijkt een beroep te willen doen op de maatschappij en discussie en kritische beschouwingen te willen aanmoedigen. Als zodanig is “Vengeance Is Mine’ een indrukwekkend en prikkelend kunststukje, al is de film misschien een moeilijke, ongemakkelijke zit wanneer de film met conventionele genrewerkjes wordt vergeleken.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 12 februari 1981