Aaltra (2004)

Regie: Benoît Delépine, Gustave Kervern | 93 minuten | drama | Acteurs: Benoît Delépine, Gustave Kervern, Benoît Poelvoorde, Aki Kaurismäki, Bouli Lanners

Twee gefrustreerde Walen, buren en beiden ongelukkig met hun inderdaad wat miserabele bestaan, hebben niet veel beters te doen dan elkaar het leven zuur te maken tot op een dag de vlam in de pan slaat. Ben (Benoît Delépine), een ondergeschikte kantoorklerk, doet zijn werk via een internetverbinding vanuit huis, maar haalt zijn deadlines niet en wordt ontslagen. Buurman en eenzame boer Gus (Gustave Kervern) heeft net nog voor zijn eigen plezier een lading chemische bestrijdingsmiddelen bij Ben voor de deur geleegd. Als Ben thuiskomt en ook nog zijn vrouw overspel plegend in de babykamer aantreft, is de maat voor hem vol. Hij gaat op zoek naar de makkelijkste zondebok in zijn omgeving en de in zijn ogen veroorzaker van alle misère, Gus. Hun ruzie loopt uit de hand en een deel van de tractor waaraan Gus aan het sleutelen was, klapt op hen beide. Gevolg: de twee mannen worden wakker in het ziekenhuis, verlamd vanaf hun middel en zullen hun verdere leven in rolstoel door moeten brengen. Noodgedwongen een kamer te delen in het ziekenhuis, moeten beide mannen bij zichzelf te rade gaan hoe nu verder te komen in dit leven. Stoïcijns lijken ze hun lot te ondergaan, maar niettemin maken ze onafhankelijk van elkaar plannen om zichzelf uit deze bodemloze ellende te trekken. Het is wat overdreven te stellen dat ze hier al nader tot elkaar komen, maar de eerste stappen zijn toch zeker gezet.

De galgenhumor is hard maar veelal hilarisch. Het vermakelijke zit hem in de gitzwarte grappen die worden afgewisseld met veel subtielere humor, zoals een malle dokter die met zijn hamertje in plaats van op de benen van de mannen te slaan – zij voelen immers toch niets meer – zijn fantasie de vrije loop laat en een verzonnen drumsessie begint. Ook later blijven de grappen heen en weer gaan tussen uiterst wrang (een cameo-optreden van Benoît Poelvoorde die als gefrustreerde vader en motorcrossfan afreageert op Ben: “Ik ga wat eten halen, ik ga van A naar B, heen en weer, heen en weer; fijn hè, benen!”) en zeer subtiel maar daarom niet minder hilarisch (Ben die thuis bij een Duits gezin misbruik maakt van de hulpvaardigheid van de Duitsers en met zijn elektrische rolstoel voortdurend belt om een nieuw biertje te vragen).

Het lot heeft de mannen samen op een onconventionele roadtrip gestuurd. Beide heren hebben weinig op met sociale conventies, en al zit hun hart uiteindelijk heus op de goede plek, de grootste delen van de reis hebben ze er geen moeite mee schaamteloos misbruik te maken van eenieder die hun pad kruist en de vooroordelen van hulpeloze, onschuldige gehandicapten eens grof te ontkrachten. Hierin juist vinden ze ook elkaar en lukt het ze hun ellendige lot om te zetten in een avontuurlijke bestemming. De beide acteurs (tevens de regisseurs) zetten de personages die heel langzaam iets van hun waardigheid terugkrijgen naarmate de reis vordert, voortreffelijk neer . Naast hen treden verschillende grootheden uit de arthousewereld op in kleine rollen, waarvan waarschijnlijk Bouli Lanners de show steelt met zijn volledig buiten elke context gecentreerde uitvoering van Bobby Hebbs Sunny. Ook Aki Kaurismäki als Finse eigenaar van landbouwbedrijf Aaltra is fantastisch. Ten slotte – maar minstens even belangrijk als de eerder genoemde aspecten, draagt de visuele vorm van de film enorm bij aan de droogkomische maar tegelijkertijd dieptreurige sfeer van de film. De prachtige scène bijvoorbeeld, waarin de mannen wakker worden in hun rolstoel, omringd door het zeewater dat door het getij tot onverwachte hoogte is gestegen, is in feite de hele film in één.

Ruby Sanders

Waardering: 4

Bioscooprelease: 9 september 2004