57000 km entre nous (2007)

Regie: Delphine Kreuter | 82 minuten | drama, komedie, familie | Acteurs: Florence Thomassin, Pascal Bongard, Marie Burgun, Hadrien Bouvier, Stéphanie Michelini, Mohamed Rouabhi, Véra Briole, Chloé Mons, Julie Land, Emmanuel Finkiel, Eve Bitoun, Darla Dienstag, Victor Fiévé, Mathieu Amalric

‘57000 km entre nous’, van fotografe en visueel artieste Delphine Kreuter, die hiervoor alleen nog korte films maakte, is één van de weinige films die op een echt bevredigende manier omgaat met onze mobiele cybercultuur waarin bijna elke communicatie en waarneming indirect plaatsvindt. Deze thematiek wordt ook niet in een andere context geplaatst – bijvoorbeeld die van een horror- of monsterfilm – maar is het hoofdonderwerp van de film, die veel verschillende varianten van digitale communicatie laat zien en de mogelijke effecten hiervan op de gevoelens van de betrokkenen toont. En voor de verandering neemt de film hier niet de vorm aan van een moralistisch, belerend relaas. De verwikkelingen zijn, naast af en toe dramatisch, vooral komisch, en laten zowel positieve als negatieve uitwerkingen zien van al deze nieuwe communicatiemiddelen.

Het enige verhaaltje dat eigenlijk een echt waardeoordeel herbergt is dat over het gebrekkige contact tussen de doodzieke Lucien in het ziekenhuis, en zijn starre moeder die hem niet wil of durft op te zoeken en alleen via de webcam met hem communiceert. Maar ook al is hier duidelijk de kritiek dat de moeder niet zo laf moet zijn en persoonlijk bij haar zoon langs moet gaan, het is maar de vraag in hoeverre de moderne techniek op negatieve manier aan de houding van de moeder heeft bijgedragen. Immers, misschien had ze zonder haar computer wel helemaal geen contact meer met haar zoon gehad, of misschien slechts telefonisch. Nu zien ze elkaar tenminste nog.

Het positieve verhaal is dat er middels webcams en online functionaliteit nu een intimiteit wordt gevonden tussen Lucien en Nat, die anders niet mogelijk was geweest. In ieder geval hadden deze twee mensen elkaar nooit ontmoet en had de relatie zich niet op zo’n mooie, geleidelijke manier kunnen ontwikkelen. Het tweetal ontmoet elkaar namelijk in de virtuele wereld van een role playing game waarin ze gedaantes aannemen van fantasiepersonages. Ze moeten samenwerken om vijanden te verslaan, en hebben ook daadwerkelijk direct contact met elkaar via de microfoontjes op hun respectievelijke computers. En ze spreken ook dagelijks ergens af in het spel. Als één van beiden moet eten, bijvoorbeeld, dan ontmoeten ze elkaar de volgende dag gewoon weer bij de perenboom aan de waterkant. Ze trouwen zelfs in het spel, wat gepaard gaat met een korte ceremonie bij een fontein en wat vuurwerk. Gecombineerd met het live commentaar van Nat en Lucien krijgt deze op zich triviale gebeurtenis toch iets schattigs. Het krijgt zelfs een dramatische lading wanneer Nat even teleurgesteld is wanneer je niet blijkt te kunnen scheiden, maar daarna aan Lucien toegeeft toch nooit met iemand anders (in het spel) te zullen trouwen. Omdat de kijker weet hoe zeer Lucien zijn virtuele vriendin op prijs stelt en dat hij het niet lang meer zal maken, krijgt deze verbintenis een bijzonder gewicht. Dit geldt ook voor het moment dat Nat zichzelf via de webcam aan Lucien toont, en hij dit vervolgens zelf niet durft te doen omdat hij zijn gezondheidstoestand verborgen wil houden. De realiteit komt hier met de fantasie in aanraking terwijl Lucien zijn werkelijkheid het liefst vergeet. Toch hebben ze gelukkig de moed om zich buiten de grenzen van hun virtuele wereld te begeven.

Hoewel de film misschien niet één duidelijke boodschap heeft en verschillende facetten van het onderwerp belicht, zou je wel kunnen zeggen dat er wordt gepleit voor een zo waarachtig mogelijke presentatie van jezelf. Dat het in principe niet goed is om je continu achter een masker of camera te verbergen, als dit betekent dat je jezelf verloochent of niet integer communiceert. Binnen deze thematiek past ook het verhaal van de vader van Nat, die van haar moeder gescheiden is omdat hij verliefd was op een ander, maar vooral omdat hij zich eigenlijk een vrouw voelde. Dit gegeven wordt heel natuurlijk behandeld. De kijker maakt ook eerst kennis met Nicole als vrouw en horen pas later dat ze eigenlijk Nicolas heet en de vader van Nat is.

Maar hoe veel interessants of relevants er ook te ontdekken is in de film, het is vooral grappig. Grappig hoe de (nieuwe) vader van het gezin alles wil vastleggen om hun eigen site maar goed te kunnen updaten, en zoveel mogelijk “”hits”” te kunnen krijgen. En als de hits op een dag wat minder zijn, is dit reden tot paniek. Zijn ze niet gelukkig genoeg, of juist té gelukkig? Zegt hij misschien wat te vaak “”ik hou van je”” tegen zijn vrouw? Het hele leven van dit gezin is gemaakt en één grote poppenkast. Ook grappig is het wanneer een toevallig tijdens het diner meegekomen gast de persoon blijkt te zijn waarmee Nat een kinky internetcommunicatie onderhoudt, waarbij hij dan voor zijn webcam in een luier in de rondte kruipt en orders ontvangt van een geamuseerde Nat.

In hoeverre er weer meer echte communicatie in het gezin verschijnt en wat de verschillende gebeurtenissen voor inzichten hebben opgeleverd, laat Kreuter goeddeels aan de interpretatie van de kijker over. Met haar film heeft ze in ieder geval op zowel een luchtige als zinvolle wijze de vinger weten te leggen op de moderne manier van communiceren en onze obsessie met camera’s en registratie.

Bart Rietvink