Heaven’s Door (2009)

Regie: Michael Arias | 106 minuten | drama | Acteurs: Tomoya Nagase, Mayuko Fukuda, Keishi Nagatsuka, Koji Okura, Toshihiro Wada, Masaya Kikawada, Min Tanaka, Tomokazu Miura, Tasuku Emoto, Mansaku Fuwa, Kunihiko Ida, Asami Imajuku, Reika Kirishima, Toshiyuki Kitami, Tarô Suwa, Yu Tokui, Anna Tsuchiya, Hiroko Yakushimaru, Yumi Yoshimura

Twee jonge mensen die terminaal ziek zijn vormen het tragische uitgangspunt van ‘Heaven’s Door’. Films over mensen die nog maar kort hebben te leven zijn altijd al veel verschenen maar vooral in Azië zien we relatief veel van dit soort producties. Zuid-Korea is hiermee onbedreigd koploper (‘A Moment to Remember’, ‘…ing’) maar ook Japan heeft met de serie en film ‘1 Litre of Tears’ een ware tranentrekker en emotionele achtbaan in huis. ‘Heaven’s Door’ kiest voor een compleet andere uitwerking van het verhaal…

Het zal je maar gebeuren, ontslagen worden en op dezelfde dag te horen krijgen dat je een hersentumor hebt en nog maar een paar dagen te leven. Dit overkomt Masato (Tomoya Nagase). Hij wordt opgenomen in een ziekenhuis waar hij het meisje Harumi (Mayuko Fukuda) ontmoet, ook zij is terminaal ziek. Harumi blijkt nog nooit de oceaan te hebben gezien, en als Japanner is dat onmogelijk dus besluit Masato haar mee te nemen op zijn laatste tocht naar de zee. Hij steelt een auto en komt erachter dat in het handschoenenkastje een pistool is verborgen. Van het één komt het ander en na de beroving van zowel een tankstation als postkantoor zitten zowel de eigenaar van de auto als de politie achter hun aan.

Regisseur Michael Arias (‘Tekkonkinkreet’) levert met ‘Heaven’s Door’ zijn eerste live action film af. Uit het feit dat deze productie niet helemaal geslaagd is blijkt dat hij nog niet de juiste balans tussen de verschillende genres heeft gevonden. Oogstrelende stills van een amusementspark en een bijna hallucinerende trip door een kleurrijke hotelkamer worden afgewisseld met iets te pretentieuze scènes waarbij Masato en Harumi samen tequila in het ziekenhuis drinken en de citroenen, als een onvoltooid kunstwerk, overal om Harumi heen liggen. Iets wat perfect zou kunnen passen in een anime als ‘Clannad’ maar wat in een normale film zijn uitwerking mist. Cinematografisch is wel het vaak een feest om naar te kijken met de prachtige beelden en mooi kleurgebruik dat varieert van heldere kleuren tot blauwfilters.

Van chemie tussen Masato en Harumi is nauwelijks sprake. Vooral Tomoya Nagase acteert te vlak en wekt weinig sympathie op. Misschien ligt dit ook wel aan het feit dat Michael Arias zich niet zozeer op het psychologische vlak richt, maar meer op de heist die ontstaat. Op zich een prima keuze om het melodramatische te omzeilen maar in plaats hiervan stopt hij de film vol met berovings- en achtervolgingscènes die niet slecht zijn maar wel erg voorspelbaar. Intens zijn de momenten wanneer Masato een aanval krijgt: ondersteund door onheilspellende muziek gaan stroboscoopachtige effecten feilloos over in beelden van rollende golven van de oceaan.

Een onbelangrijk maar interessant weetje: Het blijft bizar dat in films (‘Die Hard’, ‘Knockin’ on Heaven’s Door) het Helsinki syndroom vaak als synoniem voor het Stockholm syndroom (de band tussen gegijzelde en gijzelaar) wordt gebruikt. Waarschijnlijk wordt door het gebruik hiervan in eerdere films wordt ook in ‘Heaven’s door’ over het Helsinki syndroom gesproken, wat onjuist is.

‘Heaven’s Door’ biedt een aantal aspecten om de filmliefhebber te bekoren maar faalt in de uitwerking van een intrigerend verhaal. De laatste dagen van Masato en Harumi krijgen nooit de emotionele laag die je verwacht waardoor de film niet de gehele speelduur weet te boeien. Verpakt in prachtige beelden, dat wel.

Meinte van Egmond