Jack-Jack Attack (2005)

Regie: Brad Bird | 4 minuten | animatie, korte film | Originele stemmencast: Bret ‘Brook’ Parker, Bud Lucky, Eli Fucile, Jason Lee

Hoewel vaak van een hoog niveau, zijn de korte filmpjes van Pixar niet even consistent of geïnspireerd in hun onderwerpkeuze. Meestal gaat het om op zichzelf staande filmpjes, die naast technische hoogstandjes op animatiegebied ook nog eens gekenmerkt worden door een creatief concept of mooie ironie. Zo nu en dan, echter, besluit het Pixarteam ertoe om simpelweg bestaande personages uit hun langspeelfilms in een komische, vaak slapstickachtige situatie te plaatsen en dit dan te presenteren als autonome film. Echter, vaak komt het gewoon over als een verwijderde scène uit de betreffende film, en mist de film thematische diepgang en hart en ziel die doorgaans duidelijk aanwezig zijn in Pixars echte onafhankelijke korte filmpjes. Zo ook in het geval van ‘Jack-Jack Attack’, een korte film die voortborduurt op personages uit ‘The Incredibles’.

Wellicht dat de sores van de babysitter die in ‘Jack-Jack Attack’ te maken krijgt met de nagenoeg diabolische baby Jack-Jack in de film zelf wel even amusant zouden zijn geweest, maar in deze vorm is de grap al snel uitgewerkt. Deels omdat het slechts om één grap gaat – de babysitter weet niet wat haar overkomt wanneer Jack-Jack zijn wonderbaarlijke krachten ten toon spreidt – en deels omdat je het echt in de context van ‘The Incredibles’ dient te zien. Ook is de verbazing van het meisje niet groot genoeg. Wanneer de baby tegen plafonds aanloopt, zijn box stukbijt, en spontaan in vlammen opgaat, verwacht je een reactie die bij een hartaanval in de buurt komt. Maar het grootste probleem is, dat de grap niet bijzonder sterk is. Het is een minuutje leuk, maar al gauw is het niet nieuw meer en had er meer uit bijvoorbeeld het genot van de baby zelf gehaald kunnen worden of uit de oplossingen die de babysitter bedenkt.

Dit laatste element zorgt aan het einde van het filmpje nog wel voor een erg aardige scène. Het meisje zit, helemaal afgepeigerd, in een half afgebrande kamer, op een stoel met een spiegel en brandblusser in haar handen om de “aanvallen” van de baby tegen te gaan. Met vermoeide, half gesloten ogen, en zonder een krimp te geven, spuit ze het kind onder met schuim wanneer deze weer eens in vlammen opgaat. Wanneer de baby even later met zijn laserogen schiet, houdt ze gewoonweg een spiegeltje omhoog om de stralen af te kaatsen. Droog en grappig. De film als geheel is helaas, ondanks de mooie animatie, zoals ook al te zien in ‘The Incredibles’ zelf, minder geslaagd.

Bart Rietvink