Keith Richards: Under the Influence (2015)

Regie: Morgan Neville | 81 minuten | documentaire, muziek

Zowel Keith Richards als Mick Jagger bracht recentelijk een (auto)biografie uit, en wat daarbij opvalt is dat Keith altijd een nieuwe, levendige anekdote klaar heeft, terwijl het sfinxachtige van Sir Mick alleen maar versterkt wordt wanneer hij zijn mond opendoet. Richards had al in 1992 een smeuïge biografie aan zijn broek hangen – geschreven door Victor Bockris, en deed zijn levensverhaal nog eens dunnetjes over (soit, 640 pagina’s) in ‘Life’, met behulp van een ghostwriter. Boeken die je gerust na elkaar kunt lezen met dito genot, terwijl Jagger in Philip Normans biografie een raadsel blijft.

Beide heren zijn bezig met hun eigen legacy, en die wortelt bij Richards in liefde voor muziek. Zo transparant als het maar kan. Waarvan akte in deze documentaire over Keiths muzikale roots. Oscar-winnaar Morgan Neville (’20 Feet to Stardom’) maakte voor Netflix het passend getitelde ‘Under the Influence’, tijdens de repetities voor Richards laatste solo-album ‘Crosseyed Heart’. Met ome Keef krijg je dan een praatgrage gitaargoeroe voor de camera, die de kijker vanuit de limo alvast voorbereid op wat komen gaat: jammen met gelijkgestemden, een biljartje onder het genot van een speciale ‘corn whisky’, de totstandkoming van nieuwe songs.

Eerlijke televisie is het, al weet ook de inmiddels 72-jarige Richards dat zijn rock ’n ‘roll-imago gecultiveerd dient te worden, omdat de realiteit anders luidt. Maar hij is ook bereid toe te geven dat hij niet meer iedere morgen met de poederdoos opstaat. Muziekkenners weten ook al wat komen gaat als Richards zijn muzikale voorvaderen opdist. Dat zijn de bluesgiganten Muddy Waters en Howlin’ Wolf en Chuck Berry als gitaargod, en de reggaepioniers als symbool voor de herleving van zijn liefde voor muziek in de seventies; Tom Waits mag opdraven als soulmate. Een beetje saai dreigt het daardoor wel te worden, maar dan heb je buiten het improvisatietalent van Richards gerekend.

Ziet Keith een piano staan, dan begint hij te pingelen, zet zijn band in en wordt het feest – nog steeds. En voor iedereen: jong, oud, blank, zwart, arm, rijk. Enige tragiek is merkbaar als The Stones ter sprake komen, want dat is toch zijn grootste, zij het sluimerende liefde. Maar Keith Richards heeft altijd nummertjes in de aanbieding, en hoeft daarvoor geen heupbewegingen te maken. Zie de wording van de single ‘Trouble’ en de opwaartse gitaarlicks rocken en rollen als vanouds uit de Fender Telecaster. Zie Keith dollen met echtgenote Patti in de tuin en je ziet ook in huiselijke kring oprecht geluk. Registreren tot de dood ons volgt.

Jan-Kees Verschuure