Leugens om bestwil – Die Perlmutterfarbe (2009)

Regie: Marcus H. Rosenmüller | 103 minuten | familie | Acteurs: Markus Krojer, Dominik Nowak, Zoë Mannhardt, Benedikt Hösl, Thomas Wittmann, Samuel Cakan, Ferdinand Hofer, Franziska Scheuber, Paul Beck, Seppi Haimmerer, Christian Kastl, Moritz Wirsching, Jonas Golling, Jakob Grünberger, Lukas Scholz, Xaver Riepertinger, Leon Wagner, Brigitte Hobmeier, Viola von der Burg, Adele Neuhauser, Gustav-Peter Wöhler, Johannes Silberschneider, Josef Hader, Sigi Zimmerschied, Christian Lerch, Gerd Lohmeyer, Sigi Terpoorten, Johannes Herrschmann, Harry Täschner, Frauke Lommerzheim, Stephan Zinner, Peter Schuler, Pedro, Johanna Bittenbinder, Andreas Giebel, Christoph Doering

Hoe ver ben je bereid te gaan om datgene te bereiken dat je wilt? Wil je leugens vertellen? Doe je mee aan groepsgedrag? Ga je mensen pesten? Vrienden verraden? Die vragen houden Alexander (Markus Krojer) bezig als zijn loyaliteiten op de proef worden gesteld. Deze sterke, maar niet moraliserende film gaat over vriendschap, leugens en waarheid en de gevolgen die leugens en pesten op school kunnen hebben.

Alexander heeft het niet makkelijk: hij woont in een arme wijk van de stad met zijn moeder. Zijn vader was scheepskok op de “Windson”, een schip dat China aandeed, maar waarvan al lang niets meer is vernomen. Officieel is zijn vader als vermist opgegeven, maar Alexanders moeder Klari (Brigitte Hobmeier) heeft stilletjes de hoop opgegeven. Alexander zelf denkt dat zijn vader gevangen is genomen door de Chinezen en maakt er een tekening over. Ook denkt hij dat Lotte geen interesse in hem heeft en gaandeweg de film raakt hij steeds verder verstrikt in zijn eigen leugens en in de misselijke streken van Langer Grüber (Benedikt Hösl), zodat zijn vriendschap met Maulwurf (Dominik Nowak) op het spel komt te staan.

Over de hele linie wordt er prachtig gespeeld door de jonge cast, met name door Krojer, Hösl en Zoë Mannhardt als Lotte. Een bijzondere vermelding voor Thomas Wittman, die de tweeling Heini en Hugo speelt en die geloofwaardig als twee afzonderlijke en verschillende personages weet neer te zetten. De film werkt toe naar een slimme en ook spannende climax, als de hele school en de ouders van de leerlingen zich verzamelen in de aula voor de uitreiking voor de prijs van het beste kunstwerk, waarbij de winnaar een gouden penseel krijgt. Regisseur Markus Rosenmüller zet een subtiel kleurgebruik in om de scènes te onderstrepen en ondersteunt en verrijkt zijn beelden met goedgekozen en sfeervolle muziek.

Door Grübers slinkse campagne komen de parallelklassen van de school lijnrecht tegenover elkaar te staan. Klas A bestaat uit de “juiste” leerlingen en Klas B zijn de minderen, de zwakken en degenen die gepest worden. Als de A-leerlingen bruine halsdoeken gaan dragen en hun club “ELDSA” gaan noemen, wat staat voor “Es lebe die stolze A,” (lang leve de trotse A) gaat de allegorie met de politieke situatie in het Duitsland van de jaren 30 zich steeds duidelijker aftekenen. Toch is de vergelijking met het nazisme niet heel vet aangezet en zullen met name jongere kinderen – al is de film niet geschikt voor onder de tien – deze aanwijzingen en hints totaal niet oppikken. Het knappe van de film is dat hij op meerdere niveaus werkt: pesten, groepsgedrag en de waarde van vriendschap zijn universele thema’s, die door iedereen die op school zit of heeft gezeten, begrepen worden. De extra laag maakt het ook voor volwassenen een interessante film.

‘Leugens om bestwil’ (‘Die Perlmutterfarbe’) is gebaseerd op een roman van Anna Maria Jokl uit 1937. Zij omschreef haar werk ook als “kinderboek voor bijna alle leeftijden”. De roman werd tot screenplay bewerkt door Rosenmüller en acteur/schrijver Christian Lerch. De film is gesitueerd in het Duitsland van 1931, de Grote Depressie is duidelijk voelbaar (Alexander en zijn vriendengroep spelen bijvoorbeeld in verlaten fabrieken), maar het land is nog niet in de ijzeren greep van de nazi’s terechtgekomen. Toch zijn de parallellen met het nationaal-socalisme duidelijk aan te wijzen. Niet toevallig, want de joodse Anna Maria Jokl schreef het boek in Praag, nadat ze Duitsland ontvlucht was wegens de groeiende onderdrukking van de joden daar. Door Hitlers veroveringszucht zou ze later via Polen uiteindelijk in Londen belanden. Na de oorlog keerde ze als psychotherapeute terug naar Berlijn en overleed ze in 2001 in Jerusalem.

Hans Geurts