Million Dollar Baby (2004)

Regie: Clint Eastwood | 137 minuten | drama, sport | Acteurs: Hilary Swank, Clint Eastwood, Morgan Freeman, Jay Baruchel, Christina Cox, Mike Colter, Lucia Rijker, Brian F. O’Byrne, Anthony Mackie, Margo Martindale, Riki Lindhome, Michael Pena, Benito Martinez, Bruce MacVittie, David Powledge, Joe D’Angerio

Eastwood heeft niet te klagen. Vorig jaar kon zijn ‘Mystic River’ op lovende kritieken en vele Oscarnominaties rekenen, en dit jaar volgt zijn jongste film dezelfde trend. Zijn boksdrama ‘Million Dollar Baby’ wordt als een meesterwerk binnengehaald en is wederom in de race voor verschillende belangrijke Oscars. De regisseur/acteur is ondanks zijn hoge leeftijd (van vierenzeventig jaar) nog allesbehalve uitgerangeerd. Integendeel: Clint is hot, en valt met zijn contemplatieve drama’s erg in de smaak bij zowel publiek als critici.

Net als bij ‘Mystic River’ vormen de personages en de acteerprestaties de grote kracht van ‘Million Dollar Baby’. Eastwood bundelt hier, net als in ‘Unforgiven’, zijn krachten met Morgan Freeman. Beiden acteren zeer degelijk, zoals van deze routiniers te verwachten valt. De band en strijd tussen deze twee oude vrienden is vaak aandoenlijk en amusant om waar te nemen. Freeman voorziet het verhaal van commentaar, en hoewel niet al zijn opmerkingen even interessant zijn, vormt zijn voice-over een aangenaam anker. Hij weet middels zijn warme, innemende stemgeluid de toeschouwer emotioneel aan het verhaal te binden (net zoals eerder in bijvoorbeeld ‘The Shawshank Redemption’). De grootste attractie is echter hoofdrolspeelster Hilary Swank, die veel uit deze, in eerste instantie wat simpele, rol weet te halen. Haar optimistische, volhardende karakter, en de pijn die haar personage tegelijkertijd herbergt, komen erg goed tot uiting. Ze weet vaak door middel van een glimlach veel meer te zeggen dan woorden zouden kunnen. Ook haar boksscènes komen goed uit de verf.

Het is maar gelukkig dat we als toeschouwer zo’n sterke band met haar ontwikkelen, want het verhaal zelf heeft over het algemeen weinig meerwaarde. Het grootste gedeelte van de film verschilt in weinig van de gemiddelde boks- of sportfilm, met als model de “American Dream”. De onderliggende dramatiek die duidelijk moet maken dat het om de mensen en hun relaties gaat en niet zozeer om de sport in kwestie, is volgens het boekje toegepast. Interessant is dat er ongeveer evenveel aandacht wordt besteedt aan de trainer als aan de bokser (hoewel dit ook al werd gedaan in bijvoorbeeld ‘Rocky V’), maar verder zijn alle clichés aanwezig. Swank moet een arm, kansloos meisje zijn, om vervolgens tot grote hoogten te kunnen stijgen. Hier wordt ze dan ook letterlijk tot “(white) trash” gereduceerd, en heeft ze een stereotiepe “trailer park”-familie. Verder heeft ze geen vader, terwijl Frankie op zijn beurt het contact met zijn dochter is verloren. De ideale set-up dus, voor een toekomstige band tussen de twee, wiens karakters in het begin van de film uiteraard botsen. Natuurlijk besluit Frankie om de vastberaden Maggie te gaan trainen. Al snel is ze rijp voor gevechten in de ring en worden we als kijkers getrakteerd op een vermakelijke montage van haar eerste serie overwinningen.

Ze wordt zó goed dat ze het op een gegeven moment op gaat nemen tegen een wereldkampioene, genaamd Billie “The Blue Bear” (onze eigen Lucia Rijker). Deze komt op in traditionele schurk-modus: met dreigende muziek en laaghoekige shots van haar vijandige gezicht. Aangezien ze als schurk moreel inferieur moet zijn aan onze heldin, flikt ze enkele vuile, onreglementaire truukjes, waar ze met louter een waarschuwing vanaf komt. Tot zover is het een redelijk geslaagde, al zij het wat clichématige, film die grotendeels door de acteurs bijeen wordt gehouden. Het is de laatste akte, die volgt op het spannende gevecht met “The Blue Bear”, waar de film méér wordt dan een slechts marginaal bovengemiddelde genrefilm. De interessante verdieping die in dit gedeelte van de film plaats vindt tussen (voornamelijk) Frankie en Maggie voegt de nodige extra kwaliteit en inhoud toe aan de film en zorgt ervoor dat de film écht blijft hangen na het verlaten van de bioscoopzaal.

Bart Rietvink


Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 24 februari 2005