Paris – When It Sizzles (1964)

Regie: Richard Quine | 110 minuten | komedie, romantiek | Acteurs: William Holden, Audrey Hepburn, Grégoire Aslan, Raymond Bussières, Christian Duvaleix, Michel Thomass, Dominique Boschero, Evi Marandi, Noel Coward

In de jaren veertig, vijftig en zestig had je nog échte filmsterren. Acteurs die geen stap buiten de deur konden zetten of de persmuskieten schoten op hen af. Acteurs wiens turbulente liefdesleven breed uitgemeten werd in de pers. Heel frustrerend natuurlijk als je geen moment voor jezelf kunt hebben. Geen wonder dat veel sterren zich te buiten deden aan alcohol en drugs. Neem bijvoorbeeld William Holden, een getalenteerd acteur die speelde in klassiekers als ‘Sunset Blvd.’ en ‘Sabrina’ en die een Oscar in de wacht sleepte voor zijn rol in ‘Stalag 17’. Hij stond echter ook te boek als een notoire vreemdganger en alcoholist. De drank heeft indirect zelfs zijn dood veroorzaakt in 1981, toen hij zo dronken was dat hij, nadat hij zijn hoofd aan een kastje had gestoten, niet meer kon opstaan en doodbloedde.

Holden speelde met Audrey Hepburn al in 1954 in ‘Sabrina’. De chemie tussen de twee was dusdanig sterk dat ze ook in het echte leven een verhouding begonnen. Deze werd zo serieus dat Hepburn overwoog om te scheiden van haar echtgenoot Mel Ferrer om met Holden verder te gaan. Echter, toen bleek dat de (eveneens getrouwde!) acteur zich had laten steriliseren en dus geen kinderen meer kon krijgen, brak Hepburn de relatie af. Ze bleef echter altijd een zwak houden voor hem en toen ze in 1964 opnieuw samen gecast werden voor de film ‘Paris – When It Sizzles’ had ze het erg moeilijk. Holden was namelijk inmiddels al zwaar aan de drank en Audrey zag met lede ogen aan hoe hij zichzelf kapot dronk.

In ‘Paris – When It Sizzles’ heeft de befaamde scriptschrijver Richard Benson (Holden) een verhaal verkocht aan de flamboyante producer Alexander Meyerheim (Noel Coward). Echter, er is nog geen plot; Meyerheim kocht het script al na het horen van de titel, ‘The Girl Who Stole the Eiffel Tower’. Achttien weken lang heeft Benson geluierd, feest gevierd en gedronken. Met nog twee dagen te gaan – voordat Meyerheim op de stoep staat om het script in ontvangst te nemen – heeft hij nog geen letter op papier staan. Wanhopig huurt Benson een jonge typiste in, Gabrielle Simpson (Hepburn), die het door hem gedicteerde verhaal kan typen. Maar deze dame is zo aantrekkelijk dat het Benson alleen nog maar meer afleidt van zijn taak. Hij besluit het nuttige met het aangename te combineren en verzint een manier om door middel van het bedenken van de scènes tegelijk Gabrielle het hof te maken. Als in een soort ‘film-in-een-film’ ziet de kijker de scènes die ze samen bedenken (en waarin zij beiden de hoofdrollen voor hun rekening nemen), doorvlochten met wat er gebeurt in het Parijse appartement als ze bezig zijn het verhaal te schrijven. Maar wat is fictie en wat is werkelijkheid?

‘Paris – When It Sizzles’, onder regie van Richard Quine, begint erg sterk en heeft alles in zich om een memorabele, stijlvolle jaren zestigfilm te worden à la ‘Breakfast at Tiffany’s’ (eveneens met Hepburn). Maar al snel blijkt dat deze film niet in de buurt komt bij die klassieker. Ondanks de leuke cameo’s van Marlene Dietrich en Tony Curtis, de muziek van Frank Sinatra en Fred Astaire en de sfeervolle cinematografie van Claude Renoir. William Holden zet zijn personages met veel energie en overtuiging neer en Audrey Hepburn doet waar ze goed in is; de charmante en stijlvolle jongedame spelen. Toch is ‘Paris – When It Sizzles’ niet wat het had kunnen zijn, en dat komt vooral door het script. Het idee van de ‘film-in-een-film’ is origineel, maar niet iets waar de hele film op kan leunen. En het lijkt erop dat regisseur Quine dacht dat dat wel kon. Sterker, in het tweede deel van de film lijkt hij zijn regie wel op de automatische piloot af te werken, zo sterk vertrouwt hij op zijn kunstje.

Al blijft de vraag natuurlijk met welke verwachtingen Quine de film – die ook wel een half uur korter had mogen duren – heeft gemaakt. Als het doel was een luchtige, vermakelijke maar stijlvolle film de creëren dan is hij daarin geslaagd. Voor liefhebbers van Hepburn is de film uiteraard de moeite waard, al heeft zij – en uiteraard ook Holden – veel betere films gemaakt. Maar voor een regenachtige zondagmiddag is het kijken naar ‘Paris – When It Sizzles’ een vermakelijk tijdverdrijf.

Patricia Smagge

Waardering: 3

Bioscooprelease: 2 juli 1964