Picado Fino (1996)

Regie: Esteban Sapir | 80 minuten | drama, komedie, romantiek | Acteurs: Belén Blanco, Marcela Guerty, Facundo Luengo, Miguel Ángel Solá

‘Picado Fino’ (fijne poeder) is als een snoepwinkel voor een filmstudent. Qua vorm en uiterlijk zou je de film kunnen omschrijven als een combinatie van de filmstijlen van Sergei Eisenstein, Luis Buñuel, en Jean-Luc Godard. Er is Eisensteins ritmische en herhalende montage uit ‘Battleship Potemkin’; de surrealistische, associatieve montage en beeldsymboliek uit Buñuels ‘Un Chien Andalou’, en het episodische karakter en de filosofische voice-overs van Godard’s ‘Vivre Sa Vie’. Er is zoveel interessants aan de gang in beeld en geluid, dat het een hele opgave lijkt om het tachtig minuten lang boeiend en fris te houden. Na een kwartier heb je immers al het idee een hele langspeelfilm verorberd te hebben. Toch slaagt de film er wonderwel in om de kijker geïnteresseerd te houden. Naast de fascinerende vorm van ‘Picado Fino’, blijkt er namelijk ook nog een verhaal te worden verteld.

Niet dat dit verhaal nu erg bijzonder of diepgravend is, maar het zorgt tenminste voor enige inhoud en dramatische investering in de personages, wat wel nodig is bij de lengte van deze film. De prikkelende beelden vertellen wel degelijk een verhaal, waarbij soms acties worden uitgelegd en op andere tijden de psyche van een personage wordt verhelderd. Zo betekent het samen in beeld flikkeren van de symbolen voor man en vrouw – rondje met pijltje en, respectievelijk, kruisje – gevolgd door een man en vrouw in bed, ieder aan een hun eigen kant, dat de twee seks hebben gehad. En wanneer Ana, de vriendin van de mannelijke hoofdpersoon, Martín, vertelt dat “de droom werkelijkheid is” als reactie op diens opmerking dat hij al honderd nachten niet heeft geslapen, en dat hij hierdoor overdag droomt, merken we door de beeldassociaties van Martin, wat er aan de hand is. Eerst zien we Martíns verschrikte gezicht, gevolgd door het herhaaldelijk stuk slaan van een eitje, zoals we dit in de film vaker hebben gezien tijdens het ontbijt. Hierna zien we een droomsequentie van Martín waarin Ana, met dikke buik, boodschappen aan het doen is in de supermarkt en hij met twee breinaalden op haar af komt gesneld. Dialoog is overbodig, de boodschap is duidelijk.

Een ander moment dat een mooie samenkomst van vorm en inhoud laat zien, is de scène waarin Martín net is vreemdgegaan en in bed ligt bij te komen terwijl Ana buiten voorbijloopt. Ze stopt en legt haar hand tegen de muur, waarna Martín hetzelfde doet. Ze loopt verschrikt weg, waarna Martín snel zijn kleren aandoet om haar te achtervolgen. Een letterlijke verbeelding van enerzijds het gevoel van Ana dat Martín ontrouw is, en anderzijds het gevoel van schuld en berouw van de kant van Martín. Het is bijna poëtisch.

Maar het meest fascinerende is toch de verzameling visuele en auditieve vondsten en “verrassingen”. Zo zien we eerst iemand een biljartkeu krijten, gevolgd door een shot van Martín die in zijn ogen wrijft, begeleid met hetzelfde krijtgeluid. Of een ritmische serie shots van vacatures in kranten, begeleid met het geluid van een heimachine. Ook grappig is het moment dat Martín iemand op straat toeschreeuwt, maar we niet zijn eigen stem horen, maar die van een redevoerende Adolf Hitler, die we even eerder op iemands walkman aan de ontbijttafel hadden beluisterd. Of een shot waarin het lijkt of hij letterlijk de stad in zijn handen heeft, simpelweg doordat hij op een slimme manier op de voorgrond en onder in het frame is geplaatst, met de flatgebouwen recht boven zijn uitgestrekte, platte hand. Ook worden regelmatig de continuïteitsregels van montage doorbroken. Wanneer Ana bijvoorbeeld wegloopt van haar vioolleraar, zien we haar eerst in een shot van links naar rechts weglopen. Vervolgens zien we het reactieshot van de leraar, die haar nakijkt. We verwachten dat zijn gezicht zich nu ook van links naar rechts beweegt, maar doet juist het omgekeerde, wat heel vreemd aandoet.

Heel af en toe lukt het alleen niet meer om alles fris en verrassend te houden. Dan ga je trends zien en verwachten. Ook is een shot van een ontkurkte en overlopende fles champagne om een orgasme te simuleren inmiddels al zo’n groot cliché dat dit symbolische beeld wat goedkoop aandoet. Maar er zijn nauwelijks van dit soort zwakke(re) momenten aan te wijzen. Een aspect dat nog enigszins te wensen over laat is de dramatische inhoud van het verhaal en de identificatie met de personages. Het is opmerkelijk om te zien dat een dramatisch verhaal op deze gestileerde, experimentele wijze verteld kan worden. Echter, als de film nog net iets meer betrokkenheid bij de kijker zou hebben veroorzaakt door iets meer zorg aan verhaal of personages te besteden, zou Esteban Sapirs eerste langspeelfilm een meesterwerk zijn geworden. Nu komt de film gewoonweg verdomd dichtbij. ‘Picado Fino’ is een absolute must voor de filmische fijnproever.

Bart Rietvink