Sabotage (1936)
Regie: Alfred Hitchcock | 73 minuten | drama, thriller | Acteurs: Sylvia Sidney, Oskar Homolka, Desmond Tester, John Loder, Joyce Barbour, Matthew Boulton, S.J. Warmington, William Dewhurst, Frank Atkinson, Betty Bascomb, Arnold Bell, Pamela Bevan, Peter Bull, Albert Chevalier
‘Sabotage’ is een bijzondere Hitchcockfilm, zowel op inhoudelijk als stilistisch vlak. Het is een bewerking van een verhaal van Joseph Conrad, de schrijver die vooral bekend is vanwege zijn hooggewaardeerde boek ‘Heart of Darkness’, later filmisch onsterfelijk gemaakt door Francis Ford Copolla met ‘Apocalypse Now’. De toon en afwerking is iets anders – dramatisch, zelfs tragisch – dan in de gebruikelijke thrillers van de ‘Master of Suspense’. De vorm is weer karakteristiek inventief en elegant, maar veel meer dan daarvoor maakt Hitch gebruik van een soort parallelmontage en beeldenspel dat doet denken aan montagetechnieken van filmmeesters als Eisenstein en Griffith. Dat motieven vaag blijven en het vaak moeilijk is om je te binden aan personages en hun relaties is te betreuren, maar het doet niets af aan de kwaliteit van de rest van deze redelijk onbekende, maar intrigerende Hitchcock.
De eerste paar shots van de film behoren meteen tot de beste, met opeenvolgende shots van een (lichtgevende) gloeilamp, een elektriciteitscentrale, licht dat uitvalt, en de machines van de centrale, waar door drie mannen zand in gevonden wordt: sabotage! Het doel van de sabotage lijkt te zijn het veroorzaken van chaos en anarchie, maar vooral angst. Dit laatste wordt duidelijk door de reactie van één van de terroristen op het krantenbericht waarin wordt vermeld dat de bevolking – toen de elektriciteit weer terugkwam – moest lachen om de gebeurtenis. Dus moeten de mannen maar iets bedenken om de bevolking het lachen te doen vergaan.
De thematiek is nog steeds pijnlijk actueel. Een metrostation in Londen moet opgeblazen worden, en uiteindelijk sneuvelt er een bus inclusief onschuldige passagiers. Het is zware kost, te meer omdat Hitchcock zelf ook niet louter dreigt met deze gruweldaad maar hem zelf ook tot uiting laat komen. Een beslissing die hij later zou betreuren: met het opblazen van de onschuldige jongen had hij één van zijn eigen regels ten aanzien van spanning gebroken. Door – na een briljante, zenuwslopende opbouw – het jongetje daadwerkelijk te vermoorden, raakt de regisseur zijn publiek kwijt, was zijn motivatie. Misschien zit hier wat in, maar tegelijkertijd is het een geweldig shockmoment die de kijker ademloos naar het scherm laat staren en daarmee de indruk geeft dat alles mogelijk is. Een beetje zoals wanneer Janet Leigh – met wie de kijker zich tot dan toe had geïdentificeerd – in ‘Psycho’ na een minuut of twintig al het onderspit delfde. De opbouw is ongewoon spannend, maar toch geloof je nooit dat Hitchcock het echt zal gaan doen. Een jongen vermoorden, terwijl hij een schattig hondje aan het aaien is nota bene? En toch doet hij het.
De personages zijn op zich interessant, maar helaas krijgen ze niet genoeg achtergrond of ontwikkeling. Het wordt nooit helemaal duidelijk wat de motieven zijn van Verloc (Oscar Homolka), toch blijf je als kijker lange tijd achter hem staan en hoop je dat hij wegkomt met zijn misdaden. Het is een interessante betrokkenheid die Hitchcock bij de kijker weet te genereren. Tot het moment dat de jongen sterft en Verloc zich ronduit ongevoelig gedraagt, heeft hij onze sympathie. Homolka weet de kijker hierin goed bij de hand te nemen. Ook zijn tegenspeelster Sylvia Sidney – die wel iets wegheeft van Bette Davis – stijgt onder de regie van Hitchcock boven zichzelf uit. Ze gedraagt zich erg naïef, maar de manier waarop ze met het sterfgeval van het kind omgaat is mooi onderkoeld. Ze wordt apathisch en richt haar woede op Verloc zelf in een prachtig geënsceneerde scène aan de ontbijttafel, waarin veelzeggende close-ups op de gezichten van Sylvia een verschrikte Verloc het hele verhaal vertellen.
Helaas is Ted Spencer een wat kleurloze detective en liefdesobject voor Sylvia, is de terroristische organisatie wat wazig, en komt de plot van de film nooit echt goed op gang, want er is veel om te bewonderen aan ‘Sabotage’. Het is een film die serieuzer is dan het gros van de films van Hitch – en minder lichtvoetig – maar daarmee zeker niet minder waardevol. In tegendeel bijna. En de visuele flair en regiekunsten van de filmmaker zijn in hun volle glorie te bewonderen. ‘Sabotage’ is zonder meer het bekijken waard – en voor de fans van Hitch verplichte kost.
Bart Rietvink
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 16 april 1937