Mijn Enschede (2010)

Regie: Astrid Bussink | 67 minuten | documentaire

Filmmaakster Astrid Bussink studeerde in Enschede aan de AKI. Ten tijde van de vuurwerkramp, op 13 mei 2000, woonde zij er in een studentenwoning. Na die verwoestende ramp bleef daar niet veel meer van over dan wat puin, waar slechts met moeite iets herkenbaars uit te halen viel. Enschede was een hele wijk kwijt; Astrid was een van de vele gedupeerden. Omdat zij eigenlijk net in die periode uit de stad zou verhuizen naar Amsterdam, was de herstart voor haar wellicht makkelijker dan voor de mensen die achterbleven en nog dagelijks geconfronteerd werden met de gevolgen van de ramp. Kort door de bocht natuurlijk, want hoe kan het ook anders, het blijft toch knagen, of je nu in de stad blijft wonen of in een nieuwe omgeving terecht komt. Een gebeurtenis met zo’n impact geef je niet zomaar een plek. Jaren later keert Astrid terug naar Enschede, huurt er een prachtig luxueus appartement met uitzicht op de plek waar zij als student woonde en begint het filmen van ‘Mijn Enschede’.

Aanvankelijk is niet precies duidelijk wat precies de bedoeling is van haar documentaire. Astrids motivatie is namelijk een combinatie van meerdere facetten: ze wil laten zien hoe het er in de wijk Roombeek nu voorstaat en hoe de mensen die bij de ramp betrokken waren zich nu voelen. Daarnaast wil de filmmaakster proberen er achter te komen wat nu eigenlijk de oorzaak is geweest van de ramp, terwijl ze tegelijkertijd heel realistisch geen illusies heeft de onderste steen boven te krijgen. Tevens biedt het maken van de film haar de kans om de ramp te verwerken.

Astrid laat zich meedrijven door de gesprekken die ze voert met betrokkenen. Deze ‘go with the flow-benadering’ vertaalt zich dan ook naar het scherm. Beelden uit het persoonlijke leven van de filmmaakster wisselen scènes met andere direct betrokkenen af, zoals dat van de politierechercheurs die betrokken waren bij het onderzoek of de brandweerman, die twee weken na de ramp met pensioen zou gaan, en als Astrid hem voor het eerst ontmoet rondleidingen geeft door de opnieuw opgebouwde wijk om te laten zien hoe mooi het geworden is. Veel tijd gaat op aan de zoektocht naar zondebok André de Vries, de man die zo’n tweeënhalf jaar gezeten heeft wegens zijn vermeende betrokkenheid bij de ramp. Als Astrid hem na een oproep op Enschede FM in Duitsland weet op te sporen, volgt uiteindelijk een ontmoeting, maar het verlossende antwoord blijft natuurlijk uit. Wat haar zoektocht wel duidelijk maakt is dat de ramp nog altijd leeft bij veel mensen. De complottheorieën zijn niet van de lucht en een aantal inwoners is er nog dagelijks mee bezig.

Wel jammer is dat Astrid geen mensen heeft geïnterviewd die de ramp van heel dichtbij hebben meegemaakt, maar die de draad weer volledig op hebben gepakt en erin geslaagd zijn een normaal leven te leiden, waarin de herinneringen aan die bewuste zaterdag slechts zelden komen bovendrijven. Het is een wat eenzijdig beeld wat geschetst is van de Enschedeërs: het gros van de gedupeerden heeft de ramp inmiddels verwerkt en geniet weer met volle teugen van het leven, al dan niet in de prachtig opgeknapte wijk Roombeek. Want buiten kijf staat dat Enschede als stad een enorme boost heeft gekregen door de gebeurtenis van 13 mei. Buitenstaanders, die de stad alleen maar kennen van de beelden voor en na, zullen dit beamen; Roombeek had een flinke make over nodig en is inmiddels een van de mooiste wijken in de stad.

‘Mijn Enschede’ is – zoals de titel al impliceert – een mooi maar vooral persoonlijk portret van een stad wiens inwoners – althans een deel daarvan – nog steeds hun wonden likken. Doordat de documentairemaakster zichzelf ook voor de camera plaatst – niet alleen als interviewer maar ook als betrokkene – weet ze de kijker met haar ontwapenende oprechtheid meer te betrekken bij de beelden. In zekere zin kun je ‘Mijn Enschede’ vergelijken met de recente documentaire ‘Fan’ van regiogenoot Nienke Eijsink, die ook een deel van haar leven documenteerde op een soortgelijke manier. De onderwerpen zijn dan weliswaar zeer uiteenlopend, maar beide films zijn op een zelfde onbeschroomde manier gemaakt. Meer van dit soort documentaires graag!

Monica Meijer