Satan’s Little Helper (2004)

Regie: Jeff Lieberman | 96 minuten | horror, komedie | Acteurs: Katheryn Winnick, Alexander Brickel, Amanda Plummer, Stephen Graham, Joshua Annex, Was M. Stevens, Dan Ziskie, Melisa McGregor, Joyce R. Korbin, Anthony Ardolino, Mary Kay Adams, Christian Robert Varley JoAnna Beckson, Larry ‘Ratso’Sloman, Lisa Barnes

Een goed idee is het halve werk. Dat bewijst deze film toch wel. Een moordenaar die werkzaam is tijdens Halloween en een kind dat met hem meedoet omdat hij denkt dat het een spelletje is. Dit simpele idee blijft zo lang het in de film uitgebuit wordt, zo’n uur lang, verbazingwekkend goed werken. Vanaf het begin wanneer we de moordenaar een echt lijk op klaarlichte dag in zijn voortuin zien begraven en de kleine Doug vol bewondering toekijkt, kreten slakend als: “Awesome!”, “Cool!” en “That looks so real!” zitten we met sardonisch genoegen mee te genieten van deze geweldige vondst. Het is het feit dat we als toeschouwer de gruwelijke waarheid weten, terwijl het kindje in al zijn onschuld enthousiast meedoet met de gehaaide moordenaar, dat ons vol genoegen in onze handen doet wrijven. We roepen “oh”, en “ah”, vanwege het misbruik dat van de onschuld van de jongen wordt gemaakt, maar tegelijkertijd vinden we het heerlijk om als het ware samen te zweren met de moordenaar in zijn geweldige Satansmasker met spottende grijns.

Een prachtige scène wat dit betreft is het moment dat “Satan” zogenaamd voor snoep langs de deur gaat van een bejaarde vrouw met looprekje. Hij belt aan, en zij merkt op dat hij eigenlijk wat te groot/oud is om hieraan mee te doen. Hij spreekt echter niet, en tikt alleen ongeduldig tegen de deur of kijkt zogenaamd op zijn horloge. De oude vrouw komt stukje bij beetje dichterbij, terwijl ze steeds wat uit haar snoepmandje laat vallen. De toeschouwer houdt het niet meer. We weten dat haar een gruwelijk lot te wachten staat, en deze anticipatie, in combinatie met de uitvoering van de scène, zorgt voor een eigenaardig, maar erg effectief soort humor. Haar uiteindelijk lot doet ons ergens wel even slikken en schrikken, maar maakt toch gauw weer plaats voor humor.

Dit geldt voor de meeste scènes in de film. In de basis eng en verontrustend, maar met een overheersende komische toon. Geweldig zijn ook verschillende scènes waarin Satan bij Doug thuis komt en door zijn zus wordt aangezien als haar vriend, die zelf een Satankostuum zou kopen om samen met Doug, die verkleed is als “Satans kleine helper”, langs de deuren te kunnen gaan. Zijn sexy zus, die verkleed is als “Renaissance Slut” (het kostuum van haar moeder van vorig jaar), gaat helemaal op in de “act” van haar nieuwe vriend en gedraagt zich (in eerste instantie) gewillig en plagerig wanneer ze betast wordt door de ineens wel erg assertieve Satan. Ze gaan naar boven naar haar kamer, maar niet voordat Satan even een “thumbs up” heeft gegeven aan zijn kersverse helpertje.

Het is jammer dat dit subversieve, frisse idee niet de hele film wordt volgehouden. De laatste akte van de film kenmerkt zich namelijk door onnodige (en voorspelbare) twists en de traditionele hersendode protagonisten die in huis blijven terwijl ze weg moeten lopen, en al dat soort ongein. Lieberman zei tijdens de screening op het 21ste Amsterdam Fantastic Film Festival, dat hij was weggelopen bij een voorstelling van ‘House of Wax’ omdat het zo methodologisch, en volgens de nummers verliep. Dat lijkt enigszins hypocriet gezien het laatste gedeelte van zijn eigen film. Toch is het einde wel weer bevredigend (niet traditioneel happy, bijvoorbeeld), en daarbij is het grootste gedeelte van de film wél succesvol. De cast is ook erg geslaagd. De debuterende Alexander Brickel is een vondst als Dougie, Katherine Winnick is sexy en acteert betrekkelijk geloofwaardig (wanneer het script haar niet in de steek laat), en Amanda Plummer is uitstekend als de wat eigenaardige, maar liefhebbende moeder.

Bart Rietvink