Sultanes del Sur (2007)

Regie: Alejandro Lozano | 91 minuten | actie, drama, misdaad | Acteurs: Tony Dalton, Jordi Mollà, Ana de la Reguera, Silverio Palacios, Celso Bugallo, Oscar Alegre, Juan Carlos Remolina, Brian Maya

Ergens in ‘Sultanes Del Sur’ lopen vier bankovervallers een verlaten luchthaven uit. Deze scène doet verdomd hard denken aan die beroemde wandeling in ‘Reservoir Dogs’ en vat meteen het hele opzet van deze Mexicaanse heistmovie in een handvol seconden samen: rip het werk van een aantal populaire regisseurs en probeer je film zo hip mogelijk te verkopen. Beter een goede kopie dan een slecht origineel moet Alejandro Lozano gedacht hebben. Dat zou in principe zomaar kunnen. Helaas wordt Lozano opgeslokt door zijn eigen vloedgolf van blitsheid plus een scenario dat op een bankje in een fastfood tent, tussen twee shiften door, door de afwasser van dienst lijkt geschreven te zijn en is ‘ Sultanes Del Sur’ zo doorzichtig als het négligé van een Playboy Bunny maar spijtig genoeg veel minder amusant en kijkbaar.

Een man ligt op een brancard en vraagt zich af: “Waar ging het mis”? Op de werktafel van scenarist Tony Dalton, die ook de hoofdrol speelt, waarschijnlijk. Na deze veel beproefde opening krijgen we een lang niet zo slecht halfuur waarin de Mexicaanse regisseur ons hoofd volpompt met splitscreens, dreunende muziek, hier en daar een speels shot en gangsters die vooral cool willen zijn (tijdens een bankoverval bestellen ze zelfs taart voor een jarige). We zouden haast denken dat deze film een eresaluut wil geven aan Guy Ritchie of Quentin Tarantino. Zelfs het trunk shot, de kofferbak van een auto die opengaat en waaruit vervolgens wordt gefilmd, dat een kenmerk is van de Amerikaan ontbreekt niet. Na die dertig minuten duikt opeens de ineenzakkende pudding op en blijft er niet veel meer over van de ongetwijfeld gemeende pogingen om een zoet smakend toetje af te leveren.

Lozano vond het blijkbaar niet nodig om de holtes en kuilen in het verhaal vakkundig weg te moffelen om zo toch nog een beetje de indruk te wekken begaan te zijn met een aannemelijk narratief geheel. Als je dan voluit kiest voor een style-over-substance invulling moet je die torenhoge ambities wel kunnen aanhouden. Maar als zelfs het visuele plaatje na een tijdje terug vlak wordt, is de lol er snel af. De regisseur probeert eerst krampachtig stoer te doen en als het lijstje van gimmicks snel uitgeput blijkt , verraadt hij zichzelf als een charlatan die niet meer in huis heeft dan het imiteren van begaafdere collega’s. En het verrassende einde is een pakje met een strik rond maar zonder het inpakpapier.

“Stealing $12M is easy. To survive and spend them … is not”. Een origineel vervalsen is simpel, een goede kopie afleveren daarentegen….

Jochem Geelen