Sweet Dreams – Fai bei sogni (2016)

Recensie Sweet Dreams CinemagazineRegie: Marco Bellocchio | 134 minuten | drama | Acteurs: Bérénice Bejo, Valerio Mastandrea, Fabrizio Gifuni, Guido Caprino, Barbara Ronchi, Dario Dal Pero, Nicolò Cabras, Emmanuelle Devos, Pier Giorgio Bellocchio, Roberto De Francesco, Piera Degli Esposti, Roberto Herlitzka, Miriam Leone, Manuela Mandracchia, Linda Messerklinger, Lorenzo Monti, Drazen Pavlovic, Bruno Torrisi, Ferdinando Vetere

Hoe reageert een negenjarige jongen – enig kind, op het overlijden van zijn moeder? Bokkig en vol ongeloof, toont Marco Bellocchio (‘Vincere’) ons in ‘Sweet Dreams’ (‘Fa bei sogni’). Onderkoeld en toch ontroerend, en zo moet het ook, want de tranen van een kind kunnen een film eerder breken dan maken.

Zo laat Bellocchio ons kennismaken met de vroegwijze Massimo, aan wie het goed hechten is. De acteerprestatie van Nicolò Cabras (Massimo als kind) speelt daarbij een rol, maar ook de haast kloosterlijke kilte waarmee het moederloze huishouden wordt geportretteerd.

Vader (Guido Caprino) reageert zijn frustratie af op Massimo. Pijn zonder effectbejag is het, met tussendoor tv-kijken of bidden. Terwijl het emotionele leven voor een groot deel afsterft, gaan de zichtbare rituelen door, zoals in de meeste culturen na het overlijden van een gezinslid. Dit gegeven blijft in de eerste helft van ‘Sweet Dreams’ intrigeren: voelbare spanning wanneer Massimo een stuk pleisterwerk van het plafond schiet met zijn voetbal; dan weer de malende benen van een doordeweekse zwemles.

‘Sweet Dreams’ is gebaseerd op de autobiografische roman ‘Fa bei sogni’ van Massimo Gramellini, gereputeerd oorlogsjournalist van dagblad La Stampa. Een film hoeft niet beter te zijn dan het boek, hij moet wel zonder het boek te genieten zijn. ‘Sweet Dreams’ is een redelijk geslaagde boekverfilming. Dat komt omdat Bellocchio zich tot sfeertekening weet te beperken zonder de handeling stil te leggen. Af en toe had er iets meer geknipt kunnen worden, maar dat had het twintigste-eeuwse tempo evengoed geweld aangedaan.

Bellocchio wist zich met ‘Vincere’ (over de minnares van Mussolini) ook al vaardig in te graven in de tijdgeest, en dat doet hij in deze film ook, zonder daarbij de niet-Italiaan te vervreemden. De episodes in het leven van de volwassen Massimo doen de emotionele impact van de film dan weer vervlakken – mede door Valerio Mastandrea, die in niets aan de jonge Massimo doet denken. De breuk met de kindertijd is abrupt en wordt zonder aanwijsbare reden gemaakt, al blijft duister sepia een deken leggen over de sfeer.

Journalist Massimo – een sombere outsider – lijkt in een emotieloze wereld het best te gedijen; zelfs het beeld van een gamend kind in een frontgebied kan hem niet ontdooien: hij maakt koel wat foto’s. Totdat een postpakketje met emotionele waarde Massimo opnieuw in contact brengt met het pijnlijke verleden. Hij krijgt een paniekaanval en belt een dokter (Bérénice Bejo). Massimo zoekt haar vervolgens op, een contact dat meer betekent dan een medisch samenzijn. Zonder teveel te psychologiseren: Massimo zoekt weer contact met vrouwen, maar hoewel Bejo zich degelijk van haar taak kwijt blijft het behelpen met Mastandrea. De genoemde ontwikkeling hoeft overigens niet soapy genoemd te worden, omdat in het ‘echte’ leven een twist in het maatschappelijk rollenspel ook tot romantiek kan leiden. De film gaat daarna weer het spoor op van de flashbacks – een complicatie. Wij waren net een beetje met de volwassen Massimo in het reine. Dan weer terug naar het heden, met een familiebegrafenis waarop Massimo zijn vader weer eens ontmoet. De man geeft Massimo zijn trouwring na hem te hebben voorgesteld aan zijn dertig jaar jongere vriendin. De verdiende catharsis komt uiteindelijk als geroepen.

Jan-Kees Verschuure

Waardering: 3

Bioscooprelease: 29 december 2016
DVD-release: 18 april 2017