The Secret Adversary – Agatha Christie’s The Secret Adversary (1982)

Regie: Tony Wharmby | 115 minuten | drama, thriller, misdaad | Acteurs: James Warwick, Francesca Annis, George Baker, Gavan O’Herlihy, Peter Barkworth, Honor Blackman, Donald Houston, Toria Fuller, Alec McCowen, John Fraser, Joseph Brady, Wolf Kahler, Reece Dinsdale, Peter Lovstrom, Matthew Scurfield, Holly Watson, Phyllida Hewat, James Walker, Mike Elles, Gabrielle Blunt, Norman Hartley, Roger Ostime, Nicholas Geake, Simon Watkins, Steve Fletcher

Getrouwe verfilming van de gelijknamige roman van Agatha Christie uit 1922 over het speurdersduo Tommy en Tuppence. ‘The Secret Adversary’ is hun eerste avontuur, waarbij het tweetal als privédetectives samenwerkt. Deze televisiefilm vormde de opmaat voor een tiendelige BBC-serie ‘Agatha Christie’s Partners in Crime’, waarin Tommy en Tuppence opnieuw de hoofdrol speelden. Met veel verve bijten James Warwick (als Tommy) en Francesca Annis (als Tuppence) zich vast in de rollen van twee van Agatha Christie’s minder bekende speurders. Maar hoewel Miss Marple en Hercule Poirot haar meest beroemde creaties zijn, is een deel van de charme van Tommy en Tuppence dat er meer ‘actie’ in hun naspeuringen zit en, als onderdeel van een team, kunnen opsplitsen, zodat er meerdere verhaallijnen ontstaan. Voor de fans van het oorspronkelijke boek zal het een feest van herkenning zijn, met weinig verrassingen, omdat Christie’s boek bijna letterlijk wordt gevolgd. Scenarist Pat Sandys was de eerste die de detectiveromans van Agatha Christie voor televisie bewerkte. Ze schreef achtereenvolgens: ‘Why Didn’t They Ask Evans?’ (1980), ‘The Seven Dials Mystery’ (1982) en deze TV-film. Regisseur Tony Wharmby en acteur James Warwick (hoewel in andere rollen) werkten ook aan de andere twee films mee, terwijl Francesca Annis alleen niet tot de cast van ‘The Seven Dials Mystery’ behoorde.

Ergens is het wel jammer dat het plot zo slaafs is gevolgd, omdat de hele intrige waar de film om draait, wellicht in 1922 geloofwaardig leek, maar bij de verfilming begin jaren tachtig van de vorige eeuw al tamelijk achterhaald was – en zeker voor de kijker van nu. Zonder al te veel van het plot te verklappen, is iedereen op zoek naar een geheim verdrag uit 1915 tussen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië over deelname aan de Eerste Wereldoorlog (de VS zouden pas twee jaar later de oorlog aan Duitsland en bondgenoten verklaren). Openbaarmaking van het bestaan van dit verdrag zou de Britse regering zoveel schade toebrengen, dat een communistische revolutie het waarschijnlijke gevolg zou zijn. Een dergelijke historische onwaarschijnlijkheid doet wel enigszins afbreuk aan de geloofwaardigheid van het plot. Desondanks weten de makers toch de spanning en het mysterie uit de roman van Christie te destilleren om de aandacht van de kijker vast te houden. Mysterieuze verdwijningen, kidnapping en de immer dreigende aanwezigheid van de grote “geheime tegenstander”, ene Mr. Brown. Het wordt pas op het laatst onthuld wie de aanstichter is van het plan om de regering omver te werpen en dan is er nog een dinertje nodig tussen de belangrijkste hoofdrolspelers om alle losse eindjes en nog openstaande vragen aan elkaar te knopen.

Ondanks de onwaarschijnlijkheden en de nèt te toevallige gebeurtenissen, is de film met zichtbaar plezier gemaakt. Warwick en Annis zijn goed op elkaar ingespeeld, maar niet al het acteerwerk is even overtuigend. Dit kan te maken hebben met de karikaturale portrettering van een aantal bijrollen. Met name de Ierse acteur Gavan O’Herlihy, die een Amerikaan speelt, zet zijn accent zo vet aan dat het soms tenenkrommend is. Ook andere nationaliteiten worden zo stereotiep weergegeven, Horst Kahler als een Duitser, die op de aftiteling alleen vermeld staat als “de Duitser” en Donald Houston als de Rus Boris, dat het als politiek incorrect mag worden beschouwd. Voormalig Bond-girl Honor Blackman (‘Goldfinger’) heeft een kleine, maar cruciale rol als de rijke Rita Vandermeyer, die dubieuze connecties heeft.

Technisch gezien is ‘The Secret Adversary’ bovengemiddeld van kwaliteit, al laat hier en daar de montage van de overgangen tussen scènes te wensen over. De jaren 1920 zijn goed gereconstrueerd. De “flashbacks” in sepia-tinten zijn een minder gelukkige keuze en uit de wijze waarop lenzen en filters zijn gebruikt, valt duidelijk af te laten in welk tijdvak (eind jaren zeventig, begin jaren tachtig) de film is opgenomen.

Hans Geurts