The Blue Bird – Aoi Tori (2008)

Regie: Kenji Nakanishi | 105 minuten | drama | Acteurs: Hiroshi Abe, Kanata Hongô, Ayumi Ito, Hajime Inoue, Osamu Shigematu, Hiroyuki Kishi, Shûta Aoki, Moe Arai, Yûko Araki, Nao Ishizaki, Hiroto Itô, Moe Karasawa, Shôhei Kawakami, Takuya Koizumi, Ryô Minami, Moe Miura, Tomi Nakaho,  Tatsuya Suzuki, Taiga, Riho Takagi, Yûki Takagi, Taiga Tanaka, Kazuhiro Yamaga, Kazuya Yamazaki

‘The Blue Bird’ doet qua thematiek in menig opzicht denken aan het Koreaanse ‘Bystanders’, het verhaal waarin een jongen zo wordt gepest dat hij het leven niet meer ziet zitten en een zelfmoordpoging doet. Tot zover de gelijkenis, waar het verhaal zich in ‘Bystanders’ zich min of meer ontvouwt tot een dramatische thriller, is ‘The Blue Bird’ een psychologisch drama over de nasleep van het tragische incident.

Murauchi, gespeeld door Hiroshi Abe (‘Still Walking’), treedt als plaatsvervangend docent aan en stelt zich stotterend voor aan zijn klas. Één van zijn eerste daden bestaat uit het terugbrengen van Noguchi’s tafel in de klas. Murauchi groet Noguchi iedere morgen als eerste, iets wat niet goed valt in de klas maar vooral niet bij de ouders van de leerlingen. Waarom moet het ‘incident’ weer opgerakeld worden als het na een moeizame periode eindelijk is afgesloten?

‘The Blue Bird’ handelt over het verwerkingsproces dat leerlingen, docenten en de schoolleiding moeten ondergaan na een zelfmoordpoging van een leerling. Hierbij komen vooral de gemaakte fouten aan de orde. Zo wist Noguchi’s leraar dat hij gepest werd maar deed er niets aan. De schoolleiding pakt de verwerking te theoretisch aan en mist hierdoor de kern van het hele gebeuren, met elkaar erover praten en zo je ware emoties te kunnen tonen. De maatschappelijk werker van de school stelt de zogenaamde blue bird-kastjes in. Leerlingen kunnen hierin briefjes kwijt met hun persoonlijke zorgen. Één keer per week wordt dit besproken. Een goed initiatief, ware het niet dat de kastjes meer als vuilnisbak dienst doen en als er al eens een serieus briefje in zit wordt er niet goed mee om gegaan. Murauchi wil duidelijk maken dat alle studenten uit de klas verantwoordelijk zijn voor het incident en dat nooit mag worden vergeten wat er is gebeurd.

Naast Murauchi volgen we Sonobe (Kanata Hongô), een jongen die ooit de vriend van Noguchi was maar door spijt wordt verteerd, omdat ook hij nooit voor Noguchi op kwam. Zo gebruikte hij hem door hem een zak chips te laten halen. Sonobe is er van overtuigd dat zijn naam op het aangetroffen zelfmoordbriefje stond. Hierop stonden drie namen van mensen die rechtstreeks verantwoordelijk waren voor Noguchi’s zelfmoordpoging. Kanata Hongô’s acteerprestatie is de meest opvallende, ultieme pijn is in zijn ogen te lezen. Het proces van bewustwording raakt hij zo treffend dat zelfs de meest geharde criticaster moeite zal hebben om niet iets van medelijden met Sonobe te hebben.

Murauchi herinnert continu aan Noguchi, iets wat de ouders en de schoolleiding hem niet in dank afnemen. Een afgesloten hoofdstuk hoort dicht te blijven. Het is maar moeilijk voor de leerlingen om de ware aard van hun daden te beseffen, emotioneel zitten ze in de knoop en eigenlijk is er niemand die hen hier bij helpt. Langzaam maar zeker begint het tot de leerlingen door te dringen wat ze echt hebben gedaan, ook al deden ze niet actief aan de pesterijen mee, ze deden ook niks om het gepest te stoppen. Het kan niet anders dan dat de ingehouden emoties een keer tot uitbarsting komen, een hoogtepunt in de film. Een vechtpartij waarbij de leerlingen elkaar beschuldigen van Noguchi’s zelfmoordpoging en niet zelf verantwoordelijkheid te durven nemen. Dit is het moment waarop duidelijk wordt dat de situatie in ieders ziel is geslopen en zich daar heeft vastgebeten.

Wat regisseur Kenji Nakanishi hier doet is bewonderenswaardig, hij kaart een groot probleem aan van de Japanse maatschappij. De individualistische insteek in combinatie met de prestatiedruk zorgt ervoor dat het zelfmoordpercentage enorm is. Ook komen jongeren vaak in een isolement terecht, waardoor de druk alleen maar groter wordt. Nakanishi toont hiermee aan dat een individualistische benadering bij verwerking van emoties vaak compleet faalt.

Filmtechnisch zit de film niet bijzonder, maar wel goed in elkaar. De cinematografie is mooi, met vooral rustige beelden van de school. Muzikale ondersteuning ontbreekt vaak geheel, met uitzondering van een prachtig openings- en slotnummer. Hierdoor straalt de school een bijna serene rust uit. Het duistere kwaad dat in zo’n kalm overkomende omgeving leeft heeft tot gevolg dat het zwaartepunt ook echt op het drama komt te liggen. De soberheid is ook één van de negatieve kanten van de film, het is net iets te repetitief. Het lijkt alsof een aantal beelden wel honderd keer de revue passeren. Zo zal Noguchi’s tafel, nadat hij voor de vijfentwintigste keer in beeld wordt genomen, langzamerhand verkleurd zijn. Het verhaal is goed en realistisch maar op sommige momenten misschien iets te moralistisch. Murauchi weet werkelijk van geen ophouden om Sonobe nog maar eens met zijn neus op de feiten te drukken: ‘het is mede jouw schuld dat Noguchi een zelfmoordpoging heeft gedaan, wees je daarvan bewust en vergeet het nooit meer’.

‘The Blue Bird’ is een sober maar intens drama over de nasleep van een zelfmoordpoging en hoe hier te weinig of op een verkeerde manier aandacht aan wordt geschonken door zowel klasgenoten, leraren en schoolleiding.

Meinte van Egmond