À tout de suite (2004)

Regie: Benoît Jacquot | 95 minuten | drama | Acteurs: Isild Le Besco, Ouassini Embarek, Nicolas Duvauchelle, Laurence Cordier, Emanuelle Bercot

De voornaamste reden dat je deze film moet kijken is de hoofdrolspeelster Isild Le Besco. Door verschillende recensenten is ze als het Franse antwoord op Scarlett Johansson bestempeld, en het is niet moeilijk te zien waarom. Net als haar Amerikaanse collega heeft Le Besco namelijk lang, sluik blond haar, een contemplatieve blik en volle lippen. Ook haar natuurlijke, onderkoelde acteerwerk is vergelijkbaar met dat van Johannson. Maar hoewel het zeker geen straf is om met Johannson vergeleken te worden, zou het wat kortzichtig zijn om haar als simpele evenknie te beschouwen. Le Besco weet namelijk wel degelijk een eigen dynamiek uit te stralen. Haar minimalisme en emoties verhullende vlakke blik, afgewisseld met uitbundige vrolijkheid, een stralende lach, lichamelijke en seksuele vrijheid, en een latere zichtbare mentale ineenstorting, zorgen voor een krachtig en subtiel spectrum aan sentimenten. Dit competente acteerwerk zorgt ervoor dat de kijker op z’n minst geboeid blijft gedurende de film (waarin nauwelijks een scène voorkomt zonder de hoofdrolspeelster). En het helpt natuurlijk ook dat Le Besco’s verschijning absoluut geen straf is om naar te kijken.

Net als Johannson dat deed in ‘A Love Song for Bobby Long’, draagt Le Besco hier zo’n beetje in haar eentje de hele film (hoewel de andere acteurs, met name Ouassini Embarek, ook zeker hun steentje bijdragen). Het verschil is alleen dat ‘À Tout de Suite’ een betere film is. Het verhaal is minder voorspelbaar dan ‘Bobby Long’ en mist ook het soaperige, melodramatische aspect van die film. ‘À Tout de Suite’ durft het aan om bepaalde scènes hun eigen ritme te laten bepalen en vaak heel weinig tot niets te laten gebeuren. Rustige scènes met nauwelijks dialoog en waarin het gedrag van de personages op een documentaire-achtige manier geobserveerd wordt zijn meer regel dan uitzondering. Soms lijkt de regisseur in dit opzicht juist expres voor een tegengestelde benadering te kiezen. Inherent opwindende en nagelbijtende scènes waarin de voortvluchtigen aan agenten of andere achtervolgers moeten ontsnappen zijn interessant genoeg meestal heel kalm weergegeven, volkomen ontdaan van enig sensationalisme.

Het gaat vooral om de impact van de situatie(s) op de hoofdpersonen, en dan met name Le Besco. Door middel van veel close-ups en point-of-view shots krijgen we een intiem beeld van haar gevoelens en indrukken. De eerste momenten die in dit opzicht opvallen vinden plaats wanneer Lili het nieuws hoort van de overval. Als ze haar vriend aan de telefoon heeft en het later op tv ziet, zie je de emoties en gedachten over haar gezicht razen. Wat moet ze doen volgens haar verstand, en wat geeft haar gevoel haar in?

Ze besluit haar vriend en zijn handlanger onderdak te bieden, en door middel van een aantal close ups zien we dat ze toch wel gefascineerd is door de hele toestand. Ze bekijkt het pistool aandachtig, en doet later, wanneer de mannen slapen, langzaam de rits open van de leren tas met het gestolen geld erin. Wanneer ze in een motel in Spanje zit en aan de vriendin van haar vriends handlanger vraagt of ze “hier (liever) niet zou willen zijn”, antwoord deze “Nee. Jij?”. Lili zegt “Nee”, maar bedoelt eigenlijk “Ja.” Ze voelt hier dezelfde soort spanning en opwinding als de vrouwelijke hoofdpersoon uit Scorseses ‘Goodfellas’ wanneer ze gevraagd wordt een pistool te verbergen en de kijker via de voice-over laat weten: “It kinda turned me on”.

Dus gaat ze lange tijd mee op avontuur met de misdadigers (en als misdadiger) tot op een gegeven moment haar hele wereld ineen stort. Het contrast is opmerkelijk. Elk beetje leven en energie stroom uit het lichaam en de geest van Lili en ze zal haar naïeve sprookje voorgoed uit moeten bannen. De roes is voorbij en de harde werkelijkheid klopt aan de deur. Dit is in feite het enige substantiële thema van de film: het verlies van de onschuld van Lili. Het dieven-op-de-vlucht verhaaltje is verder weinig interessant en de stijl houdt de kijker ook wat vaak op een afstand. Toch heeft de stijl tegelijkertijd een grote aantrekkingskracht. Esthetisch gezien is de film namelijk prachtig, met erg mooie, poëtische zwart-wit fotografie en interessante shotkeuzes en lange, prikkelende takes.

Hoewel het verhaal niet zo gek veel te bieden heeft, is ‘À Toute de Suite’ voor de liefhebber van rustig voortkabbelende, Nouvelle Vague-achtige films en onderkoeld doch intens acteerwerk zeker een aanrader te noemen.

Bart Rietvink

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 28 juli 2005