Airport (1970)
Regie: George Seaton | 137 minuten | drama, thriller | Acteurs: Burt Lancaster, Dean Martin, Jean Seberg, Jaqueline Bisset, George Kennedy, Helen Hayes, Van Heflin, Maureen Stapleton, Barry Nelson, Dana Wynter, Lloyd Nolan, Barbara Hale, Gary Collins, John Findlater, Jessie Royce Landis, Larry Gates, Peter Turgeon, Whit Bissell, Virginia Grey, Eileen Wesson, Paul Picerni, Robert Patten, Clark Howat, Lew Brown, Ilana Dowding, Lisa Gerritsen, James Nolan, Patty Poulsen, Ena Hartman, Malila Saint Duval, Sharon Harvey, Albert Reed, Jodean Lawrence, Nancy Ann Nelson, Dick Winslow, Lou Wagner, Janis Hansen, Mary Jackson, Shelly Novack, Chuck Daniel, Charles Brewer
Een cast van Hollywood-coryfeeën maakt van ‘Airport’ op voorhand al een interessant gegeven. De film is een voorloper van het genre van rampenfilms dat vooral in de jaren zeventig gretig aftrek vond bij het bioscooppubliek. ‘Airport’ is echter ook een gedateerde film die aan de lange kant is. Een hoop bekende gezichten komen voorbij in een onderhoudende film. Filmsterren zijn er in alle soorten en maten en de ego’s zijn meestal groot. Burt Lancaster (‘Gunfight at the O.K. Corral’) en Dean Martin (‘Rio Bravo’) steggelden tijdens hun contractonderhandelingen over wie de ster van ‘Airport’ zou worden. Het werd Lancaster. Bij nader inzien was het verstandiger geweest om Martin als grote naam te presenteren, aangezien hij beter op zijn plek lijkt in ‘Airport’ dan de vermoeid ogende Lancaster. Het acteren in ‘Airport’ is op zijn minst roestig en dikwijls matig. De grof gebekte Kennedy heeft er allemaal geen last van en is de meest opvallende van het stel als leider van de noodhulp. Kennedy (‘Cool Hand Luke’) dook overigens op in alle drie de vervolgen op ‘Airport’.
De hausse aan rampenfilms in de jaren zeventig begon bij ‘Airport’. Vergeleken bij latere, filmische catastrofes over aardbevingen of wolkenkrabbers die in vuur en vlam staan, gaat het in ‘Airport’ om een betrekkelijk kleine ramp. Een Boeing-vliegtuig blijft vastzitten in de sneeuw op de landingsbaan, waardoor het gevaar op de loer ligt. Een Boeing die vastzit in de sneeuw is al opzienbarend, maar dat het gevaarte na twee uur film nog steeds niet is losgewurmd, is wellicht nog opvallender. Het rampscenario zit hem meer in het feit dat een wanhopig iemand aan boord alles en iedereen mee wil nemen in zijn val. Veel meer dan gefronste wenkbrauwen levert het echter niet op. Een ramp van geheel andere aard overkomt Martin wanneer hij van een sexy stewardess verneemt dat ze zwanger is en hij de papa is. Het is aardig om te zien hoe de playboy uit de ‘Rat Pack’ van Sammy Davis Jr. en Frank Sinatra omgaat met de gedachte aan een baby die niet helemaal gepland was. Andere verhaallijnen variëren in kwaliteit van okay tot onnodig. Zo is de strijd tussen Lancaster en zijn echtgenote interessant om te volgen, maar hebben de lotgevallen van een bejaarde verstekelinge een hoog Disney-gehalte. In het algemeen zijn de vele verhalen en subverhalen te veel van het goede.
‘Airport’ is ook een sprong terug in de tijd. De scènes aan boord van het vliegtuig komen oubollig over, de rolpatronen tussen man en vrouw zijn erg traditioneel en de opnames van de Boeing in de lucht, steken schril af tegen moderne filmtechnieken. Regisseur Seaton maakt daarnaast veelvuldig gebruik van technieken als split screen en picture in picture, die naar verloop van tijd kunnen irriteren. Bovendien kun je bij het zien van de de scènes in de cockpit, met Martin als een der piloten, de gedachte aan de komische spoof ‘Airplane’ uit 1980 (waarin Martin dezelfde rol had) moeilijk onderdrukken. ‘Airport’ heeft zijn faam te danken aan de impact op latere rampenfilms. Het is een film die inspeelt op de angst van iedere vliegtuigpassagier of hij of zij de eindbestemming wel bereikt. De stoet aan grote namen ondersteunt de reputatie van de film. Neemt niet weg dat ‘Airport’ een half uur te lang is, een aantal onnodige verhaallijnen kent en nogal onschuldig oogt in vergelijking met latere films over catastrofes, laat staan daadwerkelijke vliegtuigrampen in het echte leven. Hoe dan ook, een leuke film voor iedereen.
Robbert Bitter