Blackmail (1929)
Regie: Alfred Hitchcock | 84 minuten | thriller | Acteurs: Anny Ondra, Sara Allgood, Charles Paton, Jonh Longden, Donald Calthrop, Cyril Ritchard, Hannay Jones, Harvey Braban, Ex-Det. Sergt. Bishop, Johnny Butt, Alfred Hitchcock, Phyllis Konstam, Sam Livesey, Phyllis Monkman, Percy Parsons
De Britse cinema stelde aan het begin van de twintigste eeuw niet al te veel voor. Vergeleken met de florerende filmbusiness in landen als de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk bleven de Engelsen ver achter. Daar wilde een jonge, talentvolle en gedreven regisseur verandering in brengen. In 1920 trok deze Alfred Hitchcock op goed geluk richting Duitsland, waar hij aan de slag kon als fotograaf van tussentitels voor stomme films. In Duitsland raakte Hitchcock sterk beïnvloed door het Expressionisme, een filmstroming die gekenmerkt werd door spanning en misdadigers, occulte figuren en moordenaars als hoofdrolspelers had. Ook raakte Hitchcock onder de indruk van de Duitse regisseur Fritz Lang, naar eigen zeggen de enige collega die hem ooit heeft beïnvloed. Langs psychologische motieven, vormgeving en techniek nam Hitchcock in zijn ontwikkeling als filmmaker mee. In 1925 keerde hij terug naar Londen waar hij met ‘The Pleasure Garden’ (1925) zijn eerste speelfilm regisseerde. Het was het begin van een lange en indrukwekkende reeks toonaangevende films, waar pas in 1976 met ‘Family Plot’ een einde aan kwam.
Alfred Hitchcock wierp zich met het stomme ‘The Lodger’ (1927), waarin veel van zijn vaste thema’s aan de orde komen, al op als de master of suspense, maar met ‘Blackmail’ uit 1929 vestigde hij definitief zijn reputatie. Het was de eerste geluidsfilm die Hitchcock produceerde. Alice White (Anny Ondra) heeft ruzie met haar vriend, agent Frank (John Longden). Ze spreekt daarom in het geheim met een andere man af en gaat in een impuls mee naar de flat van deze kunstenaar (Cyril Ritchard). Als die haar probeert te verkrachten, steekt ze hem uit noodweer dood en vlucht de flat uit. Wanneer ze later bij haar ouders thuis aan het ontbijt zit, haalt alleen al het gebruik van het woord ‘mes’ alles weer bij haar naar boven, terwijl ze bijna hysterisch wordt bij het zien van een broodmes. Het blijkt al gauw dat een onguur type dat zichzelf Tracy noemt (Donald Calthrop) Alice uit de woning van de vermoorde man heeft zien vluchten. Hij dreigt haar nu te verraden en chanteert haar. Aan Alice en haar vriend Frank de taak om hem op andere gedachten te brengen.
Dat ‘Blackmail’ aanvankelijk werd opgenomen als stomme film, is nog duidelijk te merken. De film begint namelijk met een scène van ongeveer tien minuten waarin geen woord gesproken werd. Halverwege de opnamen besloot men dat deze rolprent de eerste volledig sprekende Engelse film moest worden. Daaruit blijkt hoe ambitieus Hitchcock aan het begin van zijn carrière al was en tevens dat zijn financiers veel vertrouwen in zijn talent hadden. Hitchcock slaagde erin tegelijk avant-gardistisch en commercieel te zijn; in deze film gebruikte hij een nieuwe, door menigeen nog argwanend bejegende techniek in een psychologisch knap, maar tevens spannend en erotisch geladen melodrama. Streefden de meeste regisseurs van vroege sprekende films naar optimaal verstaanbare dialogen, Hitchcock liet het geluidsspoor zo bewerken dat het merendeel van de conversatie in de hierboven genoemde ontbijtscène bestond uit dof geroezemoes, waarin het sleutelwoord ‘mes’ des te helderder doorklonk. Waarschijnlijk werd vanaf dit moment pas goed duidelijk welke mogelijkheden de geluidsfilm aan regisseurs bood.
Annie Ondra is de eerste in de lange reeks belaagde blondines die in de films van Hitchcock de hoofdrol spelen. Ze houdt zich opvallend goed staande. Dat is opmerkelijk omdat de uit Oost-Europa afkomstige actrice slecht Engels sprak. Daarom experimenteerde Hitchcock ook met een techniek waarbij een andere actrice, Joan Barry, de door Ondra gemimede tekst uitsprak – een ongebruikelijke en verder weinig toegepaste methode die een prima resultaat opleverde. Ondra komt opmerkelijk fris en innemend over. Haar personage, de onschuldige moordenares, blijft sympathiek; de échte schurk is de griezel die haar chanteert. Donald Calthrop zet deze glibberige engerd op ouderwetse wijze neer. De overige acteurs, onder wie Sara Allgood (‘How Green Was My Valley’, 1941) in een kleine rol als de moeder van Alice, zijn degelijk. De grote ster is echter Hitchcock zelf, die ondanks het feit dat de film – naar een toneelstuk van Charles Bennett – wat traag op gang komt, toch al laat zien wat hij in huis heeft. De kijker wordt al in deze vroege Hitch getrakteerd op enkele inventieve camerashots en een opvallend gebruik van licht en schaduw.
‘Blackmail’ is zeker niet zonder gebreken en mist absoluut aanloopsnelheid. Maar als de film eenmaal op gang is, zijn de eerste contouren van wat later Hitchcocks typerende stijl zou worden, toch al duidelijk zichtbaar. Een klassieker is deze film zeker niet, maar de liefhebbers van het werk van de befaamde regisseur zullen veel plezier beleven aan deze rolprent. Al was het alleen maar omdat ‘Blackmail’ zijn allereerste geluidsfilm was.
Patricia Smagge