Cinema in Sudan: Conversations with Gadalla Gubara (2008)
Regie : Frédérique Cifuentes | 52 minuten | documentaire
Soedan is een land dat een roerige historie kent. Net als zoveel Afrikaanse landen stond het ooit onder Europees bewind (in dit geval Brits). Nadat in 1956 de onafhankelijkheid werd uitgeroepen, werd het politiek onrustig. Staatsgrepen wisselden elkaar af en het land kwam eerst onder een communistische en later onder een islamitische overheerser te staan. Een man die al deze gebeurtenissen op de voet volgde was Gadalla Gubara (1920-2008), de eerste professionele cameraman en filmmaker van het land. Al in 1946 maakte hij zijn eerste documentaire. Tussen 1956 en 1973 was hij werkzaam voor de staat. In die hoedanigheid legde hij nieuwsgebeurtenissen vast. Het waren in die tijd de enige beelden die in het land gedraaid werden. Vanaf 1974, toen Gadalla Gubara de restricties die de islamitische regering hem oplegde zat was, besloot hij voor zichzelf te beginnen. In zijn carrière maakte hij eenendertig documentaires en vier speelfilms.
De Française Frédérique Cifuentes (1973) legde de boeiende gesprekken die ze in 2007 en 2008 had met Gubara vast in haar eerste documentaire, ‘Cinema in Sudan – Conversations with Gadalla Gubara’ (2008). Aan de hand van uniek archiefmateriaal kijken we terug op de lange carrière van Gubara. Zo zien we de beelden die hij maakte tijdens Sudan Independence Day, op 1 januari 1956, waarbij hij ons tevens kennis laat maken met ‘de vrouw met de vlag’, Howa Atagtasa, die een opmerkelijke rol speelde in de onafhankelijkheidsstrijd en een toonbeeld werd van de onverzettelijkheid van het Soedanese volk. De innemende Gubara blikt terug met humor en flair. Hij is een man die decennialang heeft gestreden voor de vrijheid van meningsuiting. Omdat die niet langer gegarandeerd werd nadat Soedan onder strikt islamitisch bewind kwam begin jaren zeventig, besloot hij zijn eigen studio op te zetten in Khartoum. “Voorheen hadden we zeventien bioscopen in de stad, er werden Amerikaanse films gedraaid, het was een open city. Na de politieke veranderingen waren er nog maar vier van over.” Voor Gubara is film de meest toegankelijke kunstvorm, waarmee je mensen dingen kunt bijbrengen. Helaas zag de regering dat niet zo.
Na 1974 begon Gubara in zijn eigen kleine studio te werken aan speelfilms en documentaires. Zijn eerste film was direct zijn meesterwerk: ‘Tajooje’ (1979), een romantische film die met een piepklein budget gemaakt werd in het gelijknamige dorpje. Het was de eerste speelfilm die ooit in Soedan gemaakt werd. ‘Tajooje’ bleef niet onopgemerkt: de film draaide op dertien festivals en won op twaalf ervan prijzen. Gubara staat bekend als een actief promotor van de Afrikaanse cinema. Samen met onder anderen Ousmane Sembene richtte hij in 1969 het belangrijkste filmfestival van Afrika op, het Panafrican Festival of Cinema and Television of Ouagadougou (FESPACO) in Burkina Faso. “We willen onze kennis overdragen aan jongere generaties,” zegt hij. Dankzij (financiële) steun vanuit met name Frankrijk krijgt de Afrikaanse film steeds meer voet aan de grond in de wereldcinema. Al richten de Fransen zich hoofdzakelijk op de West-Afrikaanse landen.
Enkele jaren geleden werd Gubara blind. De jaren gaan tellen. Zijn fysieke beperkingen beletten hem er echter niet van om de wereld met ambitie en humor tegemoet te treden. En om films te maken, al heeft hij daarbij nu de hulp nodig van zijn dochter Sarah. Zijn meest recente film heet ‘Misérables’, naar het boek van Victor Hugo. “Alle films hebben een doel. Dit verhaal representeert de situatie in Soedan,” zegt hij. Het tekent de persoon Gubara, vol levenslust en charme maar zeker ook met een missie. De wereld verbeteren is misschien wat al te veel gezegd, maar hij zet zich zijn leven lang al in om de wereld zijn land te tonen zoals het is. Film moet beschikbaar zijn, altijd en overal, omdat het de beste manier is om mensen die niet kunnen lezen en schrijven – en dat zijn er veel in Soedan – te bereiken. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk, dat blijkt wel uit het feit dat al zijn kinderen werkzaam zijn in de film- en televisiewereld (de meesten van hen overigens wel in het buitenland, waar veel meer vraag en werk is). Gubara kan tevreden zijn: hij heeft hen in ieder geval al bereikt met zijn boodschap.
“Ik ben geen genie, ik heb gewoon veel geluk gehad dat ik heb kunnen doen wat ik altijd heb willen doen. Wat wil een mens nog meer?” Hoewel hij al tegen de negentig loopt straalt hij nog bijzonder veel levenslust uit. Zes scenario’s heeft hij nog liggen, zegt hij. Hij zal ze niet meer kunnen verfilmen, want niet lang na de opnamen van de documentaire overlijdt Gubara, 87 jaar oud. Wat een geluk dat Cifuentes haar documentaire over deze bijzondere man, een pionier in de Afrikaanse filmwereld, nog heeft kunnen voltooien. ‘Cinema in Sudan’ is boeiend en geestig, vooral dankzij de innemende Gubara die ondanks zijn hoge leeftijd nog altijd iets kwajongensachtigs uitstraalt. Tegen alle wetten en regels in heeft hij gestreden voor zijn grote passie, de film, in het land waar hij van houdt, Soedan. En hoewel de cinema in Soedan nog altijd in de kinderschoenen staat, heeft hij toch heel wat barrières beslecht voor latere generaties filmmakers. Een hartverwarmend portret van een bijzondere man.
Patricia Smagge