De stand van de zon (2001)

Regie: Leonard Retel Helmrich | 94 minuten | documentaire

‘De stand van de zon’ is het eerste deel van een drieluik over Indonesië, waarvan het tweede deel ‘De stand van de maan’ wederom de ‘gewone’ Indonesische mens volgt. Retel Hemrich filmt volgens de principes van de Cinema Vérité. De camera registreert de werkelijkheid, niets wordt geënsceneerd of gemanipuleerd, er is bijvoorbeeld ook geen voice-over. Dit is tegelijkertijd de kracht en de zwakte van de documentaire.

Vooral het begin van de film is vrij rommelig, waardoor het onduidelijk is wie iedereen is, en hoe de onderlinge relaties precies liggen. Eigenlijk blijft dit de hele film een beetje zo, van bepaalde personages kom je als kijker nooit te weten wie ze precies zijn: alleen de hoofdpersonen Rumidjah, Dwi en Bakti worden duidelijk gevolgd. Uiteindelijk geeft het ook niet. De film is meer een schets van de situatie, een sfeerverslag van het Indonesië eind jaren negentig, dan een verhaal met een duidelijke narratieve vorm. Dit hoort natuurlijk bij de manier van filmen in de Cinema Vérité, de camera is slechts de bekende ‘fly on the wall’ en zonder toevoegingen wordt de kijker gedwongen zelf de beelden een plaats te geven, zelf een verhaal te schetsen en zijn of haar mening te vormen.

In deze schets van het land en zijn bewoners speelt godsdienst een belangrijke rol. De moeder, Rumidjah, is Christelijk te midden van een Islamitische meerderheid. We zien zowel de Christelijke gemeenschap in de kerk bidden en zingen, als de Islamitische gemeenschap in de moskee. Deze samenleving van verschillende religies wordt duidelijk gemaakt in een mooi beeld, waarin achter het kruis van de kerk langzaam de minaret van de moskee verschijnt. Een ander terugkerend element is de zon, en vooral de zonsopkomst. Verschillende keren worden prachtige beelden getoond van de opkomende zon, of de zon die door kieren naar binnen schijnt. Misschien zit hierin wel de laatste zekerheid van de bevolking verborgen: de zon die tenminste iedere ochtend opkomt om het land te verlichten en te verwarmen. Want buiten die zon (en hun hang aan het geloof) hebben de mensen bar weinig houvast: het geld is niks meer waard, een baantje is moeilijk te vinden en door dit alles worden ze gedwongen al het mogelijke voedsel aan te nemen, ook al maakt het deel uit van een propagandastunt van een politieke partij.

De zon heeft nog een andere symbolische betekenis. De stand van de zon uit de titel slaat namelijk ook op de duiven die de jongste zoon Batki houdt. Duiven kunnen aan de hand van het licht de stand van de zon en zo hun koers bepalen. Zo wordt duidelijk gemaakt dat zelfs de duiven meer zekerheden in het leven hebben dan de hoofdpersonen uit de film. En wat een invloed de zon op het dagelijks leven heeft.

In de documentaire vallen een aantal scènes en beelden op, en ook al lijkt de film op sommige momenten een aaneenschakeling van bijna willekeurige beelden, juist die beelden maken de film toch ontroerend en daarom de moeite waard. Zo zien we bijvoorbeeld twee kreupele katten op een vuilnisbelt in Jakarta, een groep ganzen over een pad lopen, een jongen in de trein die vurig en kritisch over de situatie in zijn land zingt, en studenten die in opstand komen tegen de politie. Van dit soort beelden moet de documentaire het hebben, en zo wordt het toch een meeslepende film.

Misschien was iets meer informatie prettig geweest, zeker voor de leek die niet alle informatie over Indonesië op een rijtje heeft, maar nu word je niks opgelegd, en mag je als kijker je eigen beeld vormen.

Ruby Sanders

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 21 maart 2002