Die Mauer – The Wall (1991)

Regie: Jürgen Böttcher | 91 minuten | documentaire

De Berlijnse Muur scheidde de Duitse hoofdstad van augustus 1961 tot november 1989 en stond symbool voor de Koude Oorlog. De betonnen scheiding tussen Oost en West is waarschijnlijk het meest tot de verbeelding sprekende stukje moderne geschiedenis, en de val op 9 november 1989 het meest emotionele. Het is daarom geen wonder dat het een vruchtbare bron is gebleken voor films en documentaires, die allen hun perspectief op die geschiedenis wilden weergeven. ‘Die Mauer’ uit 1991 is er daar één van. Al is het geen reportage van de opdeling zelf. Het kunstzinnige project van regisseur Jürgen Böttcher, die na deze documentaire stopte met het vak om zich volledig op schilderen te richten, is namelijk niet zozeer gericht op het hoe en waarom van de scheiding als wel op de gebeurtenissen in de maanden na de val. Een kijkje ‘achter’ de muur, als het ware. En dat levert een interessant overzicht op. Het ruim veertig kilometer lange bouwwerk was namelijk tot lang na de val het toneel van diverse volksuitingen rond de hereniging van de twee stadsdelen.

De documentaire begint met een uitgebreid shot van betonnen restanten, opgehoopt tot een oude ruïne op een verlaten bouwplaats. Daarna gaat Böttcher over op een aaneenschakeling van scènes waarmee uitgebeeld wordt hoe het openbreken van de grens ervaren wordt. Hij maakt daarbij geen gebruik van interviews, voice-overs of ander gesproken materiaal, maar enkel van visuele elementen. Een enkele opmerking van omstanders daargelaten, levert dat een zwijgzaam geheel op. We zien bijvoorbeeld verslaggevers, die hun reportages filmen met de opengebroken stukken als achtergrond. Straatartiesten, die hun acts opvoeren met de gemene deler als decor. En toeristen, die met hamers en beitels proberen stukjes van de muur te bemachtigen. Voor zichzelf, of voor de verkoop. Één van die ‘Mauerspechten’, een term die behalve voor deze souvenirjagers ook betrekking heeft op de kunstenaars die hun werk op het politieke symbool gezet hebben, is er zelfs van overtuigd dat ze stemmen hoort. Alsof de muur graag zijn eigen perspectief duidelijk wil maken. De beelden zijn duidelijk van kort na de val. Grote delen staan nog overeind en opengebroken stukken zijn voorzien van wachthuisjes en patrouillerende militairen. Doorgang is echter toegestaan. Sloopwerkzaamheden, waarbij alles van kleine boren tot grote kranen ingezet wordt om delen van de muur omver te krijgen, worden afgewisseld met opnamen van feestende menigten, samengekomen om te vieren dat hun stad weer één is. Maar we zien ook ondergrondse metrostations, waar de verlaten bunkers stille getuigen zijn van andere tijden, terwijl figurerende bewakers stoïcijns voor zich uit kijken. En tussendoor projecteert de regisseur historische beelden van het roerige Berlijnse verleden op restanten die nog overeind staan.

Böttcher slaagt er met deze opzet in binnen zijn documentaire een barrière op te werpen tussen enerzijds de gebeurtenissen die volgde op de afbraak, en anderzijds de invloeden van het bouwwerk zelf. Ofwel het vrolijke, levendige Berlijn van eind 1989 tegenover de kille en beangstigende wereld van de dertig jaar ervoor. De feestende menigten zijn één kant van de muur, het treffendst weergegeven door befaamde beelden van vieringen rond Oudejaarsavond ’89. Een groep jongeren staat luidkeels “Gorbi! Gorbi” te schreeuwen, en het blijft onduidelijk of ze daarmee Michail Gorbatsjov (die als president van de toenmalige Sovjet Unie een sleutelrol had in het openbreken van de afscheiding) of hun drankflessen van het merk Gorbatschow Wodka staan toe te juichen. De historische projecties, in sterk contrast zowel zwart-wit als zonder geluid, staan aan de andere kant. Het geheel levert een gebalanceerde mix op. En ook decennia na dato maakt het onderwerp nog steeds de nodige emoties los.

Robert Nijman