Het korps Mariniers (1965)
Regie: Paul Verhoeven | 23 minuten | korte film, documentaire
De eerste non-studentenfilm, en eerste kleurenfilm, van Verhoeven, ‘Het korps Mariniers’, was de film die het voor Verhoeven duidelijk maakte dat hij toch echt een carrière als filmmaker wilde gaan najagen. Voor deze documentaire, die hij in opdracht maakte van het Korps zelf, in het kader van het driehonderdjarige jubileum, kon hij gebruik maken van een professionele crew en een groot budget van maar liefst honderdduizend gulden. Hoewel ‘Het korps Mariniers’ een wervingsfilmpje was voor de mariniers, was het hier Verhoeven niet om te doen. Het ging hem puur om de filmkunst.
Het eerste dat opvalt, na het statische openingsshot van in het gelid staande mariniers, is het tempo van de film. Snel wordt de historie van de mariniers uiteengezet, met behulp van shots van een serie prenten, schilderijen en landkaarten, die begeleid gaan van een verklarende voice-over. In sneltreinvaart, en met snelle cuts – het geheel bijna transformerend tot een fotofilm, en in zijn dynamiek enigszins doen denkend aan Eisensteins montagewerk – wordt er wat geschiedenis uit de doeken gedaan, alvorens tot de gedeeltes over te gaan, waar het Verhoeven, en de Marine, om te doen is: actie, actie, en nog eens actie!
We zien mariniers op de stormbaan, verwikkeld in mesgevechten, abseilend van rotspartijen op de Antillen, en nog veel meer van dat opwindends. D-day wordt dunnetjes overgedaan op het strand van Texel, waarbij we een drie-stappen-plan krijgen uitgelegd, welke eindigt met het bestoken van een bunker met een flammenwerper en een flinke handgranaat. Ook verwijderen kikvorsmannen met een goede voorraad c4 een onderwaterversperring, met een rits zuilen van opspattend water als gevolg. Ook is het boeiend om te zien hoe de kikvorsmannen razendsnel om en om uit het water worden getrokken door een voorbijsnellende boot.
Het is niet allemaal kinetische actie wat de klok slaat. Wanneer de kikvorsmannen onder water bezig zijn met hun explosieven, gaan ze secuur en met beleid te werk, wat terugkomt in het rustige camerawerk. En soms moet er door een stuk jungle gekapt worden, en zien we hoe inventief men kan, of moet, zijn wanneer er flinke takken doormidden worden gekliefd om wat bij te kunnen drinken.
‘Het korps Mariniers’ is vakkundig in beeld gebracht en met vaart gemonteerd, waardoor je bijna zin krijgt om mee te doen. Het is dan ook geen wonder dat de film in Frankrijk de “Zilveren Zon” kreeg uitgereikt voor beste militaire film.
Bart Rietvink