Het tweede gelaat (2017)

Recensie Het tweede gelaat CinemagazineRegie: Jan Verheyen | 126 minuten | actie, misdaad | Acteurs: Koen De Bouw, Werner De Smedt, Greg Timmermans, Sofie Hoflack, Marcel Hensema, Hendrik Aerts, Ikram Aoulad, Jurgen Delnaet, Chris van den Durpel, Hilde Heijnen, Travis Oliver, Jasmine Jaspers, Tom Magnus, Greet Verstraete, Kadèr Gürbüz, Peter Thyssen, Michiel De Meyer, Marijke Pinoy, Kim Hertogs, Christel Domen, Julie Van den Steen, Karel Vingerhoets, Eric Godon, Erik Goris, Sven De Ridder, Daan Hugaert, Mark Arnold

Nederland heeft De Cock en zijn assistent Vledder, Vlaanderen heeft Vincke en Verstuyft. Het rechercheursduo speelt de hoofdrol in een groot aantal misdaadromans van de hand van Jef Geeraerts (1930-2015). Het uit 1986 stammende boek ‘De zaak Alzheimer’ – waarmee Geeraerts de Gouden Strop won – werd in 2003 door Erik van Looy met veel succes verfilmd, met Koen de Bouw in de rol van de ervaren en doortastende detective Eric Vincke en Werner de Smedt als Freddy Verstuyft, zijn weerbarstige assistent. Zes jaar later volgde het tweede deel in de trilogie, ‘Dossier K.’ (2009). Jan Verheyen had de regie overgenomen van Erik van Looy, die andere verplichtingen had. Van Looy schreef wel mee aan het script. ‘Dossier K.’ had minder diepgang dat ‘De zaak Alzheimer’, maar was wel behoorlijk spectaculair en spannend. Het derde en laatste boek uit de reeks rond Vincke en Verstuyft dat verfilmd werd, is ‘Het tweede gelaat’ (2017), naar Geeraerts’ boek ‘Double Face’ uit 1990. Opnieuw nam Verheyen plaats op de regisseursstoel, en Carl Joos was net als bij de eerste twee delen, betrokken bij het scenario. In deze film krijgen Vincke en Verstuyft het aan de stok met een seriemoordenaar die zijn slachtoffers het hoofd afhakt. Daarnaast komt de vriendschap en collegialiteit tussen de twee rechercheurs behoorlijk onder druk te staan.

Op de Vlaamse hei wordt het levenloze en onthoofde lichaam van een jonge vrouw gevonden. Nader onderzoek wijst uit dat in het gebied in totaal zes vrouwenlichamen zonder hoofd begraven liggen. Vincke (Koen de Bouw) en Verstuyft (Werner de Smedt) duiken op de zaak en krijgen een tip dat er ook een lichaam zou zijn gesignaleerd in het plaatsje Doel. Een lijk vinden ze daar niet, wel een verwarde jonge vrouw met slechts een felgeel veiligheidshesje aan en knalrood geverfd haar. Waar Vincke vermoedt dat deze Rina (Sofie Hoflack), psychiater van beroep, wat al te uitbundig gefeest heeft, denkt Verstuyft – zichtbaar onder de indruk van de knappe jonge vrouw – dat ze een vermeend slachtoffer van de seriemoordenaar is die ternauwernood heeft weten te ontsnappen. Vincke trommelt zijn oude vriend Anton Mulder (Marcel Hensema) op, een Nederlander die als profiler werkt voor Europol, en focust zich op een soortgelijke zaak enkele jaren eerder in Keulen. Met zijn team stelt hij een lijst samen van mannen die in de tussenliggende jaren van Keulen naar België zijn verhuisd. Verstuyft gaat daar dwars tegenin en volgt zijn eigen pad, een pad dat hem opvallend vaak in de buurt van Rina brengt. Dan begaat hij de grootste ‘no go’ voor een politieman: hij duikt het bed in met de belangrijkste getuige in de zaak. Als Vincke daar achter komt, kan hij zijn maatje niet langer de hand boven het hoofd houden. De moordenaar heeft zijn zinnen intussen gezet op een nieuw slachtoffer…

Een femme fatale die een wig drijft tussen twee bevriende detectives; het is een thema dat vaker voorkomt in misdaadfilms. Maar eigenlijk twijfel je er nooit aan of het weer goed komt tussen de twee. Dat komt door het gebrek aan spanning waar ‘Het tweede gelaat’ mee kampt. Pas helemaal aan het einde komt Verheyen met niet één maar zelfs twee finales die je op het puntje van je stoel laten zitten, mede door een ommezwaai in de stijl, die ineens veel dynamischer en ongepolijster wordt. Maar de ruim honderd minuten die daaraan voorafgaan zijn niet al te enerverend. Goed, er zijn twee seksscènes die de boel even wakker schudden en de kijker krijgt de nodige ‘red herrings’ voorgeschoteld die de focus regelmatig verleggen naar een andere verdachte. Maar de doorgewinterde thrillerkijker prikt daar direct doorheen en weet al snel welke kant het verhaal uiteindelijk op zal gaan. Wat deze film aan spanning heeft ingeleverd ten opzichte van ‘De zaak Alzheimer’ en ‘Dossier K.’, heeft hij aan humor – of in elk geval pogingen tot – gewonnen. Vooral het personage van Hensema moet het daarbij ontgelden; Verstuyft heeft het duidelijk niet zo op Nederlanders. Overigens doet Hensema maar een beetje voor spek en bonen mee, want zijn personage blijkt een losse flodder die weinig heeft toe te voegen aan het geheel. Zoals ook De Bouw een stapje terug lijkt te hebben moeten doen, ten faveure van De Smedt en nieuwkomer Hoflack, die hier ruim baan krijgen met hun verboden romance.

Probleem is alleen dat Verstuyft een minder sympathiek figuur is dan Vincke, De Smedt een minder goede acteur is dan De Bouw en dat de onervaren Hoflack veelal staat te schutteren. Bovendien vallen de onvolkomenheden in het scenario daardoor extra op. Want welke psychiater gaat er in vredesnaam zó amicaal met een patiënt om? En hoe onbevredigend is het dat we uiteindelijk geen overtuigend motief krijgen? Want waarom de dader de moorden heeft gepleegd en de vrouwen onthoofdde, blijft ook na 127 minuten een raadsel. ‘Het tweede gelaat’ is met afstand de minst sterke uit de reeks boekverfilmingen rond de detectives Vincke en Verstuyft; de balans is zowel in stijl als in dynamiek zoek en het scenario rammelt aan alle kanten. Misschien maar goed ook dat de trilogie nu ten einde is.

Patricia Smagge

Waardering: 2

DVD- en blu-ray-release: 23 maart 2018