LBJ (2016)

Recensie LBJ CinemagazineRegie: Rob Reiner | 98 minuten | biografie, drama | Acteurs: Woody Harrelson, Michael Stahl-David, Richard Jenkins, Jennifer Jason Leigh, Jeffrey Donovan, Bill Pullman, John Burke, C. Thomas Howell, John Ellison Conlee, Michael Mosley, Tim Ransom, Brent Bailey, Brian Stepanek, Darrel Guilbeau, Oliver Edwin, Michael Francis Horn, Kim Allen, Rich Sommer, Wallace Langham, Kate Butler

Als een onstuitbare wervelwind dendert Woody Harrelson als Lyndon Baines Johnson (LBJ) door deze interessante, maar niet helemaal geslaagde karakterstudie. Harrelson gooit zijn hart en ziel in de “larger than life” politicus en schuwt ook zeker de rauwe randjes van diens persoonlijkheid niet, maar kan niet voorkomen dat de film in diepgang te kort schiet. Het helpt ook niet dat Harrelson bijna onherkenbaar is door lagen van prothetische aanpassingen en make-up. Hij lijkt nog amper op zichzelf, maar helaas ook niet op Johnson. De film werd al in 2016 gemaakt, maar bleef een tijdje op de plank liggen voordat deze alsnog in roulatie ging. Zoals in veel biografische films de laatste jaren ligt de focus op een klein deel van het leven van de geportretteerde: hier over de jaren tussen 1959 en 1963, als Johnson in zijn politieke leven grote omwentelingen meemaakt.

Harrelson is overtuigend als de gedreven en behendig opererende Johnson, die eind jaren 50 de machtigste Democraat in Washington D.C. was. Als Meerderheidsleider in de Senaat had hij controle over het hele wetgevingsproces van de VS. Het wordt treffend verbeeld met scheldpartijen door de telefoon en zijn subtiele en minder subtiele manipulatie van zijn collega Senatoren. Hij verruilt zijn machtspositie voor eentje met enkel de illusie van macht: het vicepresidentschap onder de jonge, charismatische John F. Kennedy (Jeffrey Donovan). In deerniswekkende scènes wordt Johnsons neergang getoond, gemarginaliseerd door de jongere, arrogante elite rond de president, aangevoerd door diens broer Robert (Michael Stahl-David). Vernederd en uitgelachen als een Texaans fossiel vreest Johnson dat hij bij de verkiezingen in 1964 gedumpt zal worden als Kennedy’s vicepresident. Maar dan verandert alles: JFK wordt doodgeschoten en Johnson krijgt het zwaar voor zijn kiezen: hij moet zijn leiderschap tonen aan de natie en bepalen of hij Kennedy’s progressieve beleid – dat zeer controversieel was in met name het Zuiden van de VS – door wil zetten. Hij wordt gewantrouwd door de linkervleugel van de Democraten, die openlijk tegen hem muiten en argwanend bekeken door de conservatieve Zuiderlingen, die denken dat hij tot hun kamp behoort en zich steeds meer zorgen gaan maken over Johnsons plannen.

‘LBJ’ springt handig heen en weer in de tijd om de verschillende facetten van zijn carrière uit te lichten, met als ijkpunt de gebeurtenissen van 22 november 1963, als Kennedy doodgeschoten wordt in Johnsons thuisstaat. De flashbacks worden in een logisch patroon verteld, zodat de kijker een goed uitgewerkte kijk krijgt op de turbulentie in Johnsons carrière en hoe zijn drijfveren gekoppeld zijn aan het uitoefenen van macht.

Regisseur Rob Reiner is vooral geïnteresseerd in hoe de President van de Verenigde Staten zijn macht kan aanwenden voor een nobel doel, maar blijft daarin aan de oppervlakte hangen. “Macht onthult,” zo schreef historicus Robert A. Caro herhaaldelijk in zijn meerdelige biografie over LBJ. Caro verwees daarmee naar de bekende uitspraak van Lord Acton: “macht corrumpeert”, maar Caro betoogde dat macht ook laat zien wat voor iemand er achter die macht schuilgaat en hoe deze persoon met macht om gaat. Dat laatste werkt Reiner jammer genoeg niet volledig uit. De makers concentreren zich op de machtsoverdracht en een deel van het gevecht om Kennedy’s in het Congres gesmoorde wet op de burgerrechten op te pakken en ingevoerd te krijgen. Een strijd waarbij Johnson lijnrecht inging tegen zijn eigen wortels en zijn nauwe banden met de Zuidelijke Senatoren. Dat was echter ook al de focus van het tegelijk gedraaide, maar betere ‘All the Way’ (2016) met Bryan Cranston als Johnson (en het bewijs dat je make-up niet hoeft te overdrijven om de president fraai te vertolken).

Harrelson krijgt goed tegenspel van Jennifer Jason Leigh als echtgenote Lady Bird, Bill Pullman als de progressieve Democratische senator Ralph Yarborough en vooral Richard Jenkins als senator Richard Russell. Het is altijd lastig om zulke iconische figuren als de gebroeders Kennedy te spelen, maar Jeffrey Donovan speelt een bovengemiddelde JFK, die vooral het voor veel eerdere acteurs lastige accent behoorlijk onder de knie weet te krijgen. Hij heeft eerder op de nasale-Boston-Kennedy klanken kunnen oefenen met zijn rol als Robert ”Bobby” Kennedy in de al genoemde ‘J. Edgar’. De rol van de jongere broer van de President, tevens minister van Justitie, wordt hier overgenomen door Michael Stahl-David. Ook hij laat een heel acceptabele Bobby zien – mogelijk de beste sinds Steven Culp in ‘Thirteen Days’ en in elk geval stukken beter dan de verkeerd gecaste Peter Sarsgaard in ‘Jackie’. En hoewel Bobby er niet altijd even sympathiek van afkomt in vergelijking met Johnson, zijn hun monumentale clashes goed in beeld gebracht. Het sterkste punt van de film wordt gevormd door de scènes tussen Jenkins en Harrelson: de racistische senator uit Georgia, die de strijd uit de Burgeroorlog via het Congres voortzette om de blanke inwoners te bevoordelen, versus zijn oude vriend en collega, die vanuit zijn nieuwe positie als president probeert om een steen uit de gemetselde muur van haat te wrikken.

Harrelson slaagt er wonderwel in om nog enige emotie over te brengen met zijn gezicht, dat verpakt is in latex, maar het leidt eerlijk gezegd te vaak af, waardoor cruciale scènes niet hun volledige impact hebben. Het doet soms denken aan de eveneens mislukte latex lagen die Leonardo DiCaprio opgeplakt kreeg voor zijn rol in ‘J. Edgar’ (over Johnsons tijdgenoot FBI directeur Hoover).

Waar de meeste films over de moord op JFK zich vanzelfsprekend concentreren op het bloedbad in de presidentiële limousine, zien we het hier vanuit het perspectief van Johnson, die in één van de volgauto’s in de optocht door Dallas reed. Het biedt een frisse blik op een reconstructie die eerder onder andere in films als ‘JFK’ (1991) en ‘Jackie’ (2016) en miniseries als ‘Kennedy’ (1983) en ‘The Kennedys’ (2011) te zien was. Overigens heeft Harrelson ook een persoonlijke connectie met de moordaanslag op Kennedy: vader Charles Harrelson was een (huur)moordenaar die in sommige samenzweringstheorieën genoemd wordt als één van de schutters. 

‘LBJ’ kan bogen op sterk acteerwerk en een aantal overtuigende momenten, maar verliest in het laatste deel wat lucht uit de banden door een te versimpeld portret van de 36e president. De ultieme Johnson biografie over zijn presidentschap, inclusief Vietnam en het mislukken van zijn sociale programma ‘The Great Society’ moet nog gemaakt worden.

Hans Geurts

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 15 maart 2018
DVD- en blu-ray-release: 3 augustus 2018