La última cena (1976)
Regie: Tomás Gutiérrez Alea | 120 minuten | drama | Acteurs: Nelson Villagra, Silvano Rey, Luis Alberto García, José Rodríguez, Samuel Claxton, Tomás Gutiérrez Alea, Lamberto García, Mario Balmaseda, Mario Acea, Francisco Borroto, Andrés Cortina, José Díaz, Leandro M. Espinosa, Julio Hernández, Mirta Ibarra, Tito Junco, Elio Mesa, Alfredo O’Farril, Peki Pérez, Manuel Puig, Luis Salvador Romero, Idelfonso Tamayo
De Cubaanse regisseur Alea (1928-1996) is altijd een geëngageerde regisseur geweest. Al zijn films geven een beeld van de Cubaanse samenleving, en de toon is vaak sympathiserend met de Castro-revolutie, hoewel een kritische ondertoon nooit ver weg is. Hij heeft daarbij altijd oog gehad voor de positieve én negatieve gevolgen van de revolutie voor de gewone man. ‘La Última Cena’ gaat níet over de Cubaanse revolutie, en bevat ook geen directe verwijzingen naar de socialistische idealen van Fidel Castro. Wel is ‘La Última Cena’ wederom een zeer geëngageerde film waarin het thema ‘vrijheid’ centraal staat, en waarin opmerkelijk genoeg veel ruimte wordt gegeven aan religie.
De film speelt zich af in de Paasweek en vooral de graaf, een zeer godsdienstig man, gaat zichzelf en de gebeurtenissen gaandeweg steeds meer te zien als gebeurtenissen die parallel lopen met het Paasverhaal van avondmaal, verraad, dood en opstanding. ‘La Última Cena’ valt in drie stukken te verdelen: het eerste gedeelte waarin de graaf aankomt bij zijn landhuis waaromheen zijn slaven werken. In dit gedeelte worden de voornaamste personages geïntroduceerd: de graaf, zijn slavendrijver en de slaven. Daarnaast zijn er nog enkele personages, waaronder de priester, die voortdurend tussen twee vuren zit en zichtbaar moeite heeft met de combinatie van dienstbaarheid aan de graaf en solidariteit voor de slaven. Dit gedeelte is niet bijzonder sterk. Zeker 30 jaar na de totstandkoming komt de film erg gedateerd over.
Het tweede gedeelte is het voornaamste gedeelte: het avondmaal dat de graaf houdt met twaalf slaven. De gesprekken die hier plaatsvinden worden weergaloos neergezet door de acteurs en gaan over alles wat van belang is: vrijheid, waarheid, leugen en religie. Op subtiele wijze komen bijna alle slaven aan bod, en geven ieder een eigen invulling aan de kans om de graaf te wijzen op hun armzalige bestaan. De een neemt geen blad voor de mond, de ander weegt zorgvuldig zijn woorden en probeert bij de graaf in de gunst te komen, een derde spuugt de graaf recht in het gezicht. Ondertussen vergapen ze zich aan de bourgondische maaltijd en ook hier gaat elke slaaf weer anders mee om. De een stopt zich vol, de ander wantrouwt alles. Daar waar de graaf aan het begin van de maaltijd de gesprekken nog zorgvuldig dirigeert en zijn visie over slavernij en gelijkheid uit de doeken doet, wordt de toon gaandeweg echter steeds ongecontroleerder én verhevener, met als voornaamste brandstof de ruimschoots vloeiende wijn.
Subtiel wordt getoond hoe alle aanwezigen voortdurend balanceren tussen uitersten: twee totaal verschillende werelden ontmoeten elkaar. De onderdrukten praten met de onderdrukker en weten niet of ze in opstand moeten komen of onderdanig moeten zijn. De verwarring wordt alleen maar groter als de onderdrukker nog dronken in slaap valt ook… Na dit indrukwekkende gedeelte, dat het grootste deel van de film beslaat, volgt vanzelfsprekend het derde deel. Op Goede Vrijdag is de graaf al weer vertrokken en kan Don Manuel, de slavendrijver weer alle touwtjes in handen nemen. De slaven die meenden het recht op een vrije dag van de graaf verkregen te hebben, zien hun vrijheid weer als sneeuw voor de zon verdwijnen. De gevolgen zijn niet te overzien, voor alle partijen.Het is een wat voorspelbaar einde, hoewel dit einde wel sterker is dan het inleidende eerste deel. Verreweg het indrukwekkendst is echter de kerngedeelte van ‘La Última Cena’, als de maaltijd wordt gehouden, en er op mooie wijze en op allerlei niveaus een indrukwekkend spel wordt gespeeld. Een spel met een hoge inzet: de ontdekking van ‘echte vrijheid’.
Daniël Brandsema