Mississippi Burning (1988)

Regie: Alan Parker | 128 minuten | geschiedenis, thriller, drama, misdaad | Acteurs: Gene Hackman, Willem Dafoe, Frances McDormand, Brad Dourif, R. Lee Ermey, Gailard Sartain, Stephen Tobolowsky, Michael Rooker, Pruitt Taylor Vince, Badja Djola, Kevin Dunn

Tegenwoordig hoor je frequent dat de Verenigde Staten van Amerika verdeelder zijn dan ooit. Zowel media als politici verkondigen deze boodschap. Er wordt niet meer naar elkaar geluisterd en er staan twee kampen radicaal tegenover elkaar, de progressieven en de conservatieven. Dat Amerikanen verdeeld zijn, is niets nieuws. Ze hebben zelfs een burgeroorlog uitgevochten. Al decennia lang zijn er verschillen tussen de kuststaten en de staten in het binnenland, waarbij het befaamde ‘The Deep South’ hoort. Weinig films slagen erin om deze twee verschillende kampen op een serieuze en doorgronde, doch genuanceerde manier in beeld te brengen. ‘In the Heat of the Night’ slaagt hier bijvoorbeeld in, dankzij de verpersoonlijking van de ideeën van de twee kampen in de karakters van Sidney Poitier en Rod Steiger. De wereld is echter complexer en niet alles is zwart wit. Net dit maakt Alan Parkers voor 7 Oscars genomineerde en op waargebeurde feiten gebaseerde ‘Mississippi Burning’ uit 1988 zo’n goede film.

Het is het jaar 1964, in grote delen van Amerika de periode van activistische en emancipatorische bewegingen. Drie jonge activisten hebben het er op gewaagd om deze progressieve boodschap te gaan verkondigen in een dorpje in de staat Mississippi waar nog rassensegregatie en Jim Crow-wetten heersen en de Grand Wizard van de Ku Klux Klan koning is. De jongeren rijden, eerder vluchten, in de nacht weg uit het dorp en merken dat ze worden achtervolgd. De avond zal hun fataal worden en een tijdje later worden Anderson (Gene Hackman) en Ward (Willem Dafoe), twee agenten van de Federal Bureau of Investigation (FBI), erop uitgestuurd om de moorden te onderzoeken. Ze worden allesbehalve warm ontvangen in het zuidelijke dorpje, ondanks de zogenaamde ‘southern hospitality’. Hun onderzoek wordt door alles en iedereen tegengewerkt en Ward en Anderson zetten steeds grovere middelen in om de moordzaak op te lossen. Ondertussen wordt de zwarte bevolking in het dorp slachtoffer van hun aanwezigheid.

Al vanaf het begin windt de film er geen doekjes om en weet het de aandacht van de kijker te bemachtigen. Allereerst verlicht een brandende kerk het scherm. Vervolgens is er het prachtige openingsshot waarbij de auto’s verdwijnen en weer opduiken op de heuvelachtige weg. De zenuwslopende soundtrack die de intense achtervolgingsscène begeleidt en door de film heen constant hetzelfde klinkt, blijft op de achtergrond aanwezig. Er zijn de jongeren die binnen de eerste 5 minuten koelbloedig worden vermoord en een zwart scherm met de woorden: ‘Mississippi, 1964’. In de daaropvolgende scène zien we Ward en Anderson naar het dorpje rijden en horen we deze laatste in een sappig zuiders accent een liedje van de KKK zingen. Welkom in het Zuiden van de Verenigde Staten.

De dynamiek tussen een geniale Gene Hackman en een jonge Willem Dafoe is zeer overtuigend. Beide personages geloven weliswaar in rechtvaardigheid en gelijkheid, maar willen hun gemeenschappelijk doel bereiken op een andere manier. Hackman speelt een oudere en meer ervaren voormalige sheriff die niet vies is om de kantjes eraf te lopen. Een beetje zoals zijn rol van Jimmy ‘Popeye’ Doyle in ‘The French Connection’. Dafoes personage komt bij justitie vandaan en hij wil alles volgens het boekje doen. Hij wordt dan ook spottend een ‘Hoover boy’ genoemd, verwijzend naar J. Edgar Hoover, die 37 jaar lang baas van de FBI was. De twee agenten clashen geregeld met elkaar, maar verliezen het grotere geheel nooit uit het oog.

De rest van de cast is ook ijzersterk, zeker Brad Dourif en Michael Rooker, die antisemitische racistische rednecks spelen. De kijker kan de haat die deze personages uitstralen haast voelen. Frances McDormand, in een van haar eerste rollen, krijgt weinig schermtijd, maar weet de harten van de kijker te winnen als een onderdrukte huisvrouw.

In ‘Mississippi Burning’ worden verschillende netelige kwesties aangeraakt, zeker op het gebied van huidskleur. De film klaagt duidelijk het racisme aan dat in Amerika heerst. Ward en Anderson hebben daarin ook een duidelijk opinie. In een scène waar Anderson bij de kapper staat met de burgemeester en deze aan hem vraagt of die baseball leuk vindt, antwoordt hij droogjes: “Yeah I do. You know, it’s the only time, when a black man can wave a stick at a white man and not start a riot”. De film vertelt echter niet zo maar een goed versus kwaad verhaal en stelt zich kritisch op tegenover de rol van de onderzoeksinstellingen. Zo roepen de acties van Ward en Anderson en hun relatie meerdere keren de vraag op: heiligt het doel de middelen? Dat racisme kwaadaardig is, is duidelijk, maar hoe bevecht je deze kracht? Daal je mee af in het moeras om vuur met vuur te bestrijden? Hierbij moet wel worden vermeld dat de focus voornamelijk ligt op de witte personages. Zwarten in de film komen eerder passief over, op enkele figuren na.

‘Mississippi Burning’ blijft brandend actueel en een thriller van jewelste. Het is misschien niet de meest historisch accurate vertoning – vaak omwille van juridische redenen en geen toegang tot informatie – wat niet weg neemt dat het relevant is. Iedereen acteert op zijn best, maar Gene Hackman steelt geregeld de show met zijn onverschillige houding. De gespannen sfeer, samen met de dreunende soundtrack maken van de film een nagelbijter. ‘Mississippi Burning’ is een whodunnit, met een aantal serieuze thema’s die worden aangehaald. Het Amerika van 1964 en 2023 verschillen kennelijk toch niet zo hard van elkaar, jammer genoeg.

Nick Majchrowicz

Waardering: 5

Bioscooprelease: 16 maart 1989