Mort à Génève – L’empoisonnement de Félix Moumié – Death in Geneva – The Poisoning of Félix Moumié (2007)

Regie: Frank Garbely | 52 minuten | documentaire

Het beeld is schrijnend: in de stad Conakry in Guinee struint een oudere zwarte vrouw een desolate begraafplaats af, op zoek naar het graf van haar overleden echtgenoot. In de tombe waar hij zou moeten liggen, vindt ze niets. Wanneer ze de plaatselijke doodgraver vraagt naar de reden waarom het graf leeg is, komt ze tot een gruwelijke ontdekking: enige jaren geleden werd de kist waar haar man in lag door onverlaten uit de tombe gehaald, aan de rand van de begraafplaats op de grond gesmeten en, nadat het gemummificeerde lijk werd ontvreemd, in brand gestoken. De vrouw barst in tranen uit en een ijselijke klaagzang volgt. Een triest beeld van een treurige situatie. Wat het allemaal nog schokkender maakt is dat deze vrouw Marthe Moumié is, de weduwe van Kameroens meest befaamde vrijheidsstrijder Félix Moumié, die in het najaar van 1960 in de Zwitserse stad Genève door een agent van de Franse geheime dienst werd vergiftigd. Deze William Bechtel werd wegens onvoldoende bewijs vrijgesproken, de justitiële dossiers van de zaak blijken onvindbaar en nu is het lijk van Moumié ook nog zoek…

De Zwitserse filmmaker Frank Garbely onthult in zijn documentaire ‘Mort à Génève – L’empoisonnement de Félix Moumié’ (2007) het schokkende en nog altijd onopgeloste mysterie rond de dood van een van de pioniers in de onafhankelijkheidsstrijd in Afrika. Félix Moumié werd vergeleken met Congo’s Patrice Lumumba en Burkina Faso’s Thomas Sankara. Ook zij streden voor de onafhankelijkheid van hun land en hadden een communistische inslag. En ook zij kwamen op even gruwelijke als mysterieuze wijze om het leven. In alle drie de zaken speelden bovendien de koloniale heersers – respectievelijk Frankrijk en België – een dubieuze rol. Garbely neemt de kijker aan de hand van Moumiés weduwe Marthe mee terug in de geschiedenis. Haar zoektocht naar de achtergronden van de moord en eerherstel voor haar man wordt gelardeerd met historische (zwart-wit) beelden en interviews met betrokkenen. De opkomst van Moumié, sinds de moord op Ruben Um Nyobé in september 1958 leider van de marxistische oppositiebeweging Union des Populations du Cameroun (UPC), komt kort aan bod, maar de film concentreert zich met name op zijn tragische ondergang.

Moumié, die door de Franse overheersers was weggejaagd uit Kameroen, reisde veel heen en weer tussen zijn schuilplaats in Guinee en het neutrale Zwitserland, waar hij politieke bijeenkomsten hield en probeerde westerse steun te krijgen voor zijn onafhankelijkheidsstrijd. Op een avond in oktober 1960 spraken hij en Jean Martin Tchaptchet (de voorzitter van de Franse tak van de UPC) in een restaurant af met ene William Bechtel, die zich uitgaf als journalist. In werkelijkheid bleek hij een speciale agent van de Franse geheime dienst te zijn die de opdracht had Moumié met thalium te vergiftigen. Het glas Pernod van de Kameroense politicus bleek dodelijk: later die nacht werd Moumié ernstig ziek. Enkele weken later, op 3 november 1960, overleed hij in een ziekenhuis in Genève. Zijn lichaam werd vervoerd naar Conakry, waar het werd gebalsemd en in een sarcofaag geplaatst. Tot op de dag van vandaag weigeren de autoriteiten in Kameroen, naar alle waarschijnlijkheid onder druk van Frankrijk, Moumié in zijn eigen land te begraven. In Zwitserland was men op de hoogte van de aanslag en was het bekend wie de moordenaar was, maar ook daar zijn de banden met Frankrijk te sterk en zwijgt men als het graf.

Garbely laat bijzonder veel betrokkenen aan het woord. Onder hen ook de Franse machthebbers uit die tijd, waaronder voormalige minister-president en opperbevelhebber in Kameroen Pierre Messmer en de vroegere leider van de Franse geheime dienst. Ook directe betrokkene Jean Martin Tchaptchet komt aan het woord. Aan de hand van hun onthullingen brengt Garbely op een spannende, haast thrillerachtige wijze de geheimen boven tafel. Er wordt met een kritisch oog gekeken naar de rol die Frankrijk heeft gespeeld in de zaak. Messmer probeert de zaak aanvankelijk nog te bagatelliseren door te zeggen dat Moumié een radicaal was die uitsluitend uit was op eigen gewin en dat het voor Kameroen beter was om een meer gematigder koers te varen. Later komt hij daar op terug, maar hij vertikt het om te erkennen dat Frankrijk fouten heeft gemaakt. Bijzonder openhartig is de voormalige baas van de Franse geheime dienst, die er ronduit voor uitkomt dat Bechtel achter de moord zat en dat alles zorgvuldig van tevoren was gepland. Marthe Moumié koopt daar echter niets voor. De dossiers die naar aanleiding van de zaak werden aangelegd zijn namelijk spoorloos verdwenen. Haar vergeefse poging om de waarheid boven tafel te krijgen en haar man in ere te herstellen strandt daardoor jammerlijk.

‘Mort à Génève – L’empoissonnement de Félix Moumié’ is een meeslepende en onthullende documentaire, waarin eens te meer duidelijk wordt wat voor een smerige spelletjes de Fransen hebben gespeeld om te voorkomen dat hun Afrikaanse kolonies onafhankelijk zouden worden. Frank Garbely haalt zijn informatie uit eerste hand, wat de authenticiteit vergroot. De schokkende onthullingen van de Franse machthebbers krijgen daardoor een extra grote impact. Ook het feit dat we het verhaal door de ogen van Moumiés weduwe volgen, vergroot de intensiteit waarmee deze documentaire wordt beleefd. Voor wie meer wil weten over het roerige verleden van de voormalige Franse koloniën in Afrika is dit een must see!

Patricia Smagge