Remake (2006)

Regie: Roger Gual | 95 minuten | drama | Acteurs: Juan Diego, Silvia Munt, Eusebio Poncela, Mercedes Morán, Mario Paolucci, Gustavo Salmerón, Alex Brendemühl, Marta Etura, Juan Navarro, Francesc Orella, Iván Morales, Antonio Dechent, Miguel Ángel González, Victoria Lepori, Chete Lera, Juan Loriente, Pep Molina, Manuel Morón

Het klinkt misschien een beetje flauw, maar niet-Engelstalige films met een Engelse titel moet je altijd wantrouwen. Er liggen aan die keuze namelijk vaak commerciële bijbedoelingen ten grondslag, waar niets mis mee hoeft te zijn, zij het dat er meestal een hele lijn van misplaatste motivaties volgt zoals pretenties, of in het meest gunstige geval: goede bedoelingen. En die leiden niet altijd tot goede films.

In de ensemblefilm ‘Remake’ wordt ons een veelbelovend idee voorgeschoteld, dat al snel doet denken aan de sublieme Dogmafilm ‘Festen’ (1998) van Thomas Vinterberg. De stijl is iets minder losjes en er wordt duidelijk minder geïmproviseerd. Wel voelen we geheimen, die erom schreeuwen naar buiten te komen. En dat doen ze, maar ze vallen tegen, of: ze worden niet goed gebracht.

Een Tarantino-achtige openingsscène (slap ouwehoerende, maar erg grappige bewakers in een supermarkt), zet een prettige toon die al snel verdwijnt en niet vrijwel niet terugkeert. Eén keer nog, in een ‘naakte’ confrontatie tussen een van de hoofdpersonages en een paar jonge stadskinderen, die onbewogen naar een gruwelijke horrorfilm kijken, wordt de creatieve basis van de film prettig zichtbaar. Helaas verdwijnt die later weer onder het stof van te veel tekst, die maar niet tot het gaatje komt. Roger Gual geeft ons geen antwoorden, wat geen punt hoeft te zijn, alleen maakt hij ons ook niet echt nieuwsgierig. Er worden een paar mooie voorzetten gegeven, maar ze worden niet afgemaakt.

Natuurlijk zijn er uitbarstingen en confrontaties, maar toch blijven de problemen en frustraties een beetje hangen, alsof ze niet goed zijn uitgediept. Het verhaal is niet helemaal af. De dialogen verlopen natuurlijk, aan het spel ligt het ook niet, maar het blijft niet boeien. Er wordt ook te veel gepraat eigenlijk, waardoor we als kijker nauwelijks de kans krijgen zelf het een en ander in te vullen of te laten bezinken. De camera filmt meestal close-up. Ongetwijfeld heeft Gual daar bewust voor gekozen, om ons niet de kans te even te ontsnappen, maar het stoort een beetje, het is te onrustig. Na anderhalf uur een prachtig open shot van een schitterend uitzicht op het huis, stil, zonder dialoog, alleen kijken, registreren, fijn. Maar dat blijkt het eindshot.

Als een film stopt net als het leuk begint te worden, ga je met een onbevredigd gevoel naar huis. En dat wil je natuurlijk niet. Hoewel de film niet echt slecht is, heeft hij te veel minpunten om hem werkelijk geslaagd te noemen. Zou men Roger Gual, die met zijn vorige film ‘Smoking Room’ (weer een Engelse titel!) her en der aardig wat prijzen in de wacht sleepte, een beetje hebben overschat?

Arjen Dijkstra