Steve Coogan as Alan Partridge and Other Less Succesful Characters (2010)

Regie: Mick Thomas | 90 minuten | komedie | Acteurs: Steve Coogan

Steve Coogan is aardig aan het doorbreken in de filmwereld. Hij is in Nederland vooral bekend van (bij)rollen in ‘Night at the Museum’ (deel 1 en 2, als de miniatuur Romeinse generaal), zijn slapstick rolletje als regisseur in ‘Tropic Thunder’, en in mindere mate van zijn bijdrage aan de vlijmscherpe politieke komedie ‘In the Loop’. In Engeland timmert de komiek echter al veel langer aan de weg, en geniet hij van een status als één van de groteren. Hij speelde in een aantal komische series rond zijn eigen typetjes en is samen met Rob Brydon te bewonderen in de voornamelijk geïmproviseerde sitcom “The Trip”. In 2009 nam hij een aantal van zijn meest geslaagde typetjes op tournee, en stond met deze live-show in maar liefst 86 theaters op de planken.

De bekendste van deze lollige figuren is Alan Partridge, de hautaine en bijzonder arrogante radio- en tv-presentator die zichzelf nogal geweldig vindt, en een stappenplan heeft ontwikkeld om andere mensen te helpen (ook) meer uit zichzelf te halen. Deze rol bewaart hij dan ook voor het gehele tweede deel van de show. Eerst is er ruimte voor Pauline Calf, een ordinaire tante die met haar botte grappen en overduidelijke voorliefde voor alcohol gemakkelijk een derde hoofdrol in de serie “Absolutely Fabulous” had kunnen vertolken. Het is even aftasten, maar deze vrouw heeft een aantal scherpe observaties te delen – vooral wanneer ze uit haar eigen boek voordraagt. Daarna draaft Coogan de ex-hippie Tommy Saxondale naar voren, die vooral uit een vaatje van drugsgerelateerde grappen tapt, gezien zijn verleden als roadie bij diverse bands. Het is vooral de nonchalante houding van Tommy die hem amusant maakt. Vervolgens is er Duncan Thickett, een stand-up comedian die door Coogan ingezet wordt om de rollen eens om te draaien, en vooral met zijn eigen beroepsuitingen de draak te steken. Zijn interpretatie van de bekende en minder bekende patronen en handelingen van cabaretiers variëren van een beetje gemakkelijk tot aardig scherp, waarbij vooral het fysieke aspect een rol speelt. Om het eerste deel af te ronden, is er tot slot nog plaats voor Paul Calf, de broer van Pauline, die rechtstreeks uit “New Kids” weggelopen lijkt te zijn en smakelijk weet te vertellen over zijn dagelijkse leven, dat hij vooral besteedt aan het verdrinken van zijn maandelijkse uitkering, en het aangaan van de ene onsuccesvolle relatie na de ander. In sommige gevallen worden de typetjes bijgestaan door danseressen of kleine bijrolletjes, en er is vaak ook ruimte voor een muzikaal nummer. In alle gevallen zijn de komische karakters het best te typeren als wisselvallig, doordat er weliswaar voldoende sterke humor naar voren komt, maar de show ook gekenmerkt wordt door minder werk en geintjes die eigenlijk net wat te flauw zijn.

Uiteindelijk is de titulaire Alan Partridge het karakter waar de meest(e) geslaagde grappen vandaan komen, maar ook in zijn geval is de balans niet zuiver aan de goede kant. Je moet een hoop onzin en flauwe opmerkingen verduren, die in sommige gevallen zelfs volledig hun doel missen, waardoor het af en toe even wachten is tot er echt weer wat te lachen valt. Daarnaast heeft de uitvoering veel weg van een conference, waardoor een hoop grappen een Nederlands publiek sowieso zullen ontgaan. De vele verwijzingen naar publieke figuren zijn namelijk niet besteed aan kijkers die niet bekend zijn met deze Engelse beroemdheden. Het feit dat veel van dat soort overwegend beledigende humor aan het adres van Ross Kemp is, die velen wellicht wel zullen kennen van zijn programma’s op Discovery, maakt dat slechts ten delen goed. Overall is de in Groot-Brittannië zo populaire live-show net wat te onevenwichtig. Er zijn een hoop ‘laughs to be had’, maar het is vaak wel even wachten. Fans van de beste man kunnen echter hun lol wel op, zeker gezien hij er ook zelf zoveel plezier in lijkt te hebben.

Robert Nijman