Summer of Fear – Stranger in Our House (1978)

Regie: Wes Craven | 98 minuten | horror | Acteurs: Linda Blair, Lee Purcell, Jeremy Slate, Jeff McCracken, Jeff East, Carol Lawrence, Macdonald Carey, James Jarnigan, Gwil Richards, Kerry Arquette, Beatrice Manley, Patricia Wilson, Ed Wright, Fran Drescher, Billy Beck

Regisseur Wes Craven had naam gemaakt met films als ‘Last House On the Left’ en ‘The Hills Have Eyes’ toen het televisiestation NBC hem vroeg een horrorthriller te maken voor televisie. Hij ging in op dit aanbod in en maakte een film over een huishouden dat langzaam wordt verstoord door de komst van een nichtje. Hoewel Craven met zijn voorgaande films duidelijk had aangetoond zijn vak te verstaan en de hoofdrol in deze film uit 1978 wordt vervuld door ‘The Exorcist’-actrice Linda Blair, blijkt deze combinatie niet garant te staan voor een film die lang in het geheugen van de kijker zal blijven hangen.

Als alternatieve titel kreeg ‘Summer of Fear’ de titel ‘Stranger in Our House’. En het is deze laatste titel die het meest recht doet aan de inhoud van de film. Julia (Lee Purcell) doet haar intrede in het gezin en langzaam gaat Rachel (Linda Blair) vermoeden dat er iets niet met haar pluis is met haar nichtje. En dat is direct een van de minpunten van deze film. Het gaat té langzaam allemaal. Een zekere mate van spanning komt wel tot stand door de verwachting dat er veelbelovende duistere tijden op stapel staan, maar veel wordt er niet gedaan om de verwachtingen van de kijker te vervullen. De film komt vooral in het teken te staan van de ontwrichting van de onderlinge relaties in het gezin. Daardoor heen verweven zijn dan de nodige ongelukjes en voortekenen die duidelijk erop wijzen dat er boze machten aan het werk zijn, maar de ongelukjes die er gebeuren zijn bepaald niet wereldschokkend te noemen. Daarbij is het ook wel een beetje te voorspelbaar allemaal, vanaf het begin is het duidelijk wie de boosdoener moet zijn, en de manier waarop ze te werk gaat laat voor de kijker aan subtiliteit veel te wensen over gezien de bewijzen van haar zwarte magie die ze overal laat rondslingeren. Op grond van de door Rachel gevonden bewijzen ontstaat er een groeiende onenigheid tussen haar en Julia, als gevolg waarvan Rachels onderlinge betrekkingen met de overige gezinsleden steeds meer verslechteren. Zo kabbelt het verhaal lange tijd maar voort met niet veel meer dan het steeds herhalen van deze ingrediënten, en dit neemt in teleurstellende mate de plaats in van de beklemmende sfeer die als gevolg van Julia’s dreiging voorop zou moeten staan. Dit temeer daar er van ‘fear’ niet veel te merken is bij de diverse personages. De overige gezinsleden blijven voorspelbaar langdurig ongelovig met betrekking tot Rachels beschuldigingen en zijzelf loopt lange tijd voornamelijk slechts te klagen over de diverse negatieve ontwikkelingen. Daarnaast is ze zelf ook niet bepaald geïmponeerd door Julia’s boosaardige aard, en vindt pas reden angst te hebben voor Julia wanneer deze eindelijk haar ware identiteit onthult.

Direct nadat Julia’s ware identiteit duidelijk is geworden onthult ze ook haar ware aard, maar vreemd genoeg heeft dit heeft opeens ook onverklaarbare gevolgen voor haar uiterlijk en wel in een zodanige mate dat de kijker niet veel anders kan doen dan (alweer) een link leggen naar Blairs ‘Exorcist’-verleden. De nodige spanning komt in dit laatste stuk van de film dan wel tot stand, maar helaas in een te geringe mate, en daarnaast komt het een en ander over als een te groot contrast met het voorheen te langzame tempo van deze film waarin er zich tot dan toe te weinig noemenswaardige gebeurtenissen hebben voorgedaan. Ook dit laatste deel van de film kan deze productie niet redden. Vooral ook omdat met betrekking tot Julia’s demonische uiterlijk het een en ander dusdanig overtrokken en krampachtig overkomt dat het voor veel kijkers vooral op de lachspieren zal werken. Het haalt de geloofwaardigheid van de ontwikkelingen in deze film teveel omlaag.

Linda Blair heeft de hoofdrol in deze film, en hoewel ze de ster in ‘The Exorcist’ is, spreekt haar verschijning in ‘Summer of Fear’ niet bepaald tot de verbeelding, temeer daar het personage van Purcell interessanter is. Des te betreurenswaardiger dus dat de aandacht niet wat evenwichtiger tussen hen beiden verdeeld is, zodat de dreiging die er van Purcells personage uit zou moeten gaan meer tot zijn recht zou komen. In combinatie met meer frequente en uit de verf komende ‘ongelukjes’ en daarmee gepaard gaande duistere ontwikkelingen was dit deze film aanzienlijk ten goede gekomen. Nu is het een film geworden waarvan het nog maar de vraag is in welke mate er aandacht aan besteed zou worden als hij niet van de hand van Wes Craven was geweest en als Linda Blair er niet in had gespeeld. Na diverse voorgaande horrorfilms van Craven die dusdanig ver gingen dat ze in sommige landen verboden werden, was deze film voor hem een kans om te bewijzen dat hij ook films kon maken voor het grote publiek. Dat is dan wel gelukt, maar dan vooral door de langdradigheid en de tamheid van het hele gebeuren. Voor de horrorliefhebber is het betreurenswaardig dat dit heeft geresulteerd in een overheersend tekort aan effectieve horror, een eigenschap die wel vaker naar voren komt bij Amerikaanse griezelfilms die voor televisie gemaakt zijn. Wellicht heeft deze insteek ook de nodige beperkingen voor Craven met zich meegebracht, maar dan nog levert deze film op geen stukken na datgene op wat van de hand van Craven verwacht zou mogen worden. Vooral geschikt voor de fans van Blair en ter completering van de diverse Craven-filmcollecties, met helaas als meest opvallend en overheersend nadeel dat effectieve horror ver te zoeken is.

Frans Buitendijk