Taal is zeg maar echt mijn ding (2018)

Recensie Taal is zeg maar echt mijn ding CinemagazineRegie: Barbara Bredero | 90 minuten | komedie, romantiek | Acteurs: Fockeline Ouwerkerk, Egbert Jan Weeber, Tarikh Janssen, Peter Faber, Annet Malherbe, Martijn Hillenius, Tina de Bruin, Ali Ben Horsting, Matijs Delena, Tomas Delena, Iliass Ojja, Lineke Rijxman, Huub Smit, Rick Paul van Mulligen

Modernismen, modekreten, stopwoorden en hippe samentrekkingen; de Nederlandse taal is voortdurend in beweging en niet iedereen is daar blij mee. Taalpuristen gruwen van anglicismen, woorden die ineens een andere betekenis krijgen en trenduitdrukkingen, maar er zijn ook mensen die vinden dat onze taal juist verrijkt wordt door creatief met woorden, uitdrukkingen en hun betekenis om te gaan. Schrijfster en cabaretier Paulien Cornelisse is gefascineerd door modern taalgebruik, legde haar oor eens goed te luisteren, observeerde haar omgeving en beschreef haar verbazing en verwondering over wat ze hoorde in een reeks krantencolumns die werden verzameld in de bestseller ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’ uit 2009. Ruim 500.000 exemplaren werden ervan verkocht, ongekende cijfers voor een Nederlands boek. Ook de opvolger, ‘En dan nog iets’ uit 2013, deed de kassa’s in de boekhandels rinkelen. Zoals dat vaker gaat met bestsellers, ontstond de wens om ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’ in filmvorm te gieten. Maar hoe doe je dat met een bundel verzamelde NRC-columns over de grillen van de Nederlandse taal? Scenarioschrijver Tijs van Marle, voornamelijk bekend van geslaagde jeugdfilmreeksen als ‘Dummie de Mummie’ en ‘Mees Kees’, waagde een poging, maar behalve de titel en de fascinatie van de hoofdpersoon voor taal, heeft de film niets te maken met de bestseller van Cornelisse.

De film ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’ is namelijk een standaard Nederlandse romkom geworden, zoals daar jaarlijks een stuk of zes van worden uitgebracht. Een film bovendien, die teveel op meerdere gedachten hinkt en daardoor rommelig en onaf overkomt. Anne (charmante rol van Fockeline Ouwerkerk) is een vrouw van rond de dertig die op de redactie van een glossy damesblad werkt. Erg gelukkig is ze daar niet; veel liever zou ze ontslag nemen om zich te storten op een boek over taal. Want dat is haar grootste fascinatie; overal om haar heen vangt ze gesprekken op en verwondert ze zich over bepaalde uitspraken en de manier waarop woorden worden gebruikt. De enige die haar lijkt te begrijpen is haar beste vriend en collega Timo (Egbert Jan Weeber). Net op het punt dat Anne dan eindelijk haar ziel bijeen heeft geraapt om haar ontslag in te dienen, komt haar hoofdredacteur met een speciale opdracht op de proppen; of ze met de aalgladde maar knappe fotograaf Rick (Tarikh Jansen) voor een mannenblad op pad wil? Er ligt zelfs een gezamenlijk snoepreisje naar de zon in het verschiet. Dat mag ze niet laten lopen! Er is echter wel een probleempje; Anne’s vader Werner (Peter Faber) wordt steeds vergeetachtiger en verwarder en haar moeder (Annet Malherbe) heeft zichzelf op een ontspannende drie weken India getrakteerd. Aan haar egocentrische broer Jurgen (Martijn Hillenius) en zus (Tina de Bruin) heeft ze helemaal niks, dus komt de zorg voor haar vader geheel op haar onhandige, plichtsgetrouwe schouders terecht.

‘Taal is zeg maar echt mijn ding’, geregisseerd door Barbara Bredero (‘Mees Kees’, 2012), had zich meer van de standaard Nederlandse romkom kunnen – en eigenlijk ook móeten – onderscheiden door meer met taal te doen. In plaats daarvan beperkt de film zich tot sporadische taalobservaties in de vorm van voice-overs van Ouwerkerk, die eigenlijk de kijker zouden moeten prikkelen om verder na te denken over hun eigen taalgebruik, maar die ergens in het luchtledige blijven hangen. Het romantische element neemt al snel de overhand en dat is zo voorspelbaar en ongeïnspireerd dat je echt geen geoefende filmkijker hoeft te zijn om te zien waar dit naartoe gaat. Dan komt de band tussen Anne en haar vader toch beter uit de verf. In die verhaallijn is ten minste nog op een aardige manier gespeeld met het fenomeen taal, daar waar het uiteindelijk allemaal om te doen zou moeten zijn. Werner raakt namelijk steeds meer woorden ‘kwijt’ vanwege zijn dementie. ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’ is dan ook op zijn best in de kleine, naturel ogende momenten tussen Anne en haar vader. Peter Faber speelt dit soort rollen ogenschijnlijk met speels gemak en hoeft zich niet bovenmatig in te spannen om van Werner een sympathiek personage te maken. Hoe anders is dat met de overige familieleden van Anne, die meer met zichzelf bezig zijn dan met een ander en daardoor onuitstaanbaar worden. In het geval van moeder Paula is dat wellicht nog goed te praten (zij is waarschijnlijk als mantelzorger genoeg betrokken bij de zorg voor haar man en verdient wel een keer een verzetje), maar Anne’s broer en zus zijn van een onverdraaglijk niveau.

Een romantische komedie moet aan slechts enkele eisen voldoen. Ten eerste moet er een overtuigende (opbloeiende) romance in verwerkt zijn, ten tweede dient er wat te lachen te vallen. ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’ schiet op beide fronten tekort. De romance is niet alleen mat en ongeloofwaardig (en dan met name Ouwerkerk met Jansen), maar ook uitermate voorspelbaar. De humor is hier en daar wel aardig (de interviews die Anne afneemt met ‘stoere’ mannen als een succesvol belegger (Yannick van de Velde), een quasi-filosofische profvoetballer (Bilal Wahib) en een vermaarde chefkok (Tim Haars) doen ons wel degelijk grinniken, maar daar staan ook een hoop ergernissen tegenover, met name over de eendimensionale personages. Daarnaast steekt het dat met zo’n interessante bron van inspiratie (Cornelisses boek) zó weinig gedaan wordt. Gemiste kans!

Patricia Smagge

Waardering: 2

Bioscooprelease: 18 januari 2018
DVD-release: 9 mei 2018