The Guitar Mongoloid – Gitarrmongot (2004)

Regie: Ruben Östlund | 89 minuten | drama | Acteurs: Britt-Marie Andersson, Julia Persdotter, Erik Rutström, Ola Sandstig

Is dit nu echt, dus documentaire, of is het een speelfilm? Dat zult u zich bij het kijken van deze film regelmatig afvragen. Het feit is dat vele ‘acteurs’ in ‘The Guitar Mongoloid’ (‘Gitarrmongot’) zichzelf spelen, in min of meer echte scènes. Docudrama is dan wellicht de juiste benaming.

Het geheel is een samenraapsel van losse verhaaltjes, die geen gezamenlijke dramatische lijn hebben, maar ogenschijnlijk lukraak door elkaar worden getoond. Intercut heet dat in het Engels, een vorm waarbij één centraal thema de verhalen met elkaar verbindt. De jonge, getalenteerde regisseur Ruben Östlund verfijnde deze filmstijl later in ‘Involuntary’, zijn tweede lange speelfilm uit 2008. Het is allemaal even wennen voor de Hollywoodmeute, maar het boeit, omdat de mensen echt zijn en de thema’s authentiek en in your face.

Het thema is hier: de leegte van het bestaan. Maar het zou ook egoïsme kunnen zijn, zinloos geweld, of verveling en ga zo maar door, geen vrolijk lijstje. Östlund schotelt ons dan ook geen makkelijke maaltijd voor, maar eentje die voelt als een McDonalds maaltijd, met alle positieve en negatieve associaties van dien. Hoewel de vele gebeurtenissen ook best iets grappigs hebben, schetst hij een subtiel schokkerend beeld van de hedendaagse Zweedse, ofwel Scandinavische maatschappij en misschien wel die van de hele westerse wereld. Een maatschappij waarin de zin van het bestaan ver te zoeken is en waarin totaal verveelde mensen de meest gekke dingen denken te moeten doen om hun leven ‘interessant’ of spannend te maken (of waren we altijd al zo?).

En dan gaat het niet om bungee jumpen of parachute springen, maar om nog veel stompzinniger dingen als fietsen kapot trappen, flessen op je hoofd kapot slaan, spelen met pistolen, of gewoon oervervelende gesprekken over stompzinnige zaken. Na het kijken van een film als ‘The Guitar Mongoloid’ begint er iets van begrip te dagen rond zinloos geweld, vernielingen en drugs- en alcoholzucht onder jongeren van nu. De vraag is ook of dit een typisch Scandinavisch fenomeen is. De sfeer doet in ieder geval erg denken aan die in Finland, waar alcohol misbruik in de volksaard verweven zit en waar recentelijke schietdrama’s nog vers in het geheugen liggen. Drama’s die ook in deze film op de loer lijken te liggen.

Het gevoel dat je in een documentaire zit wordt door de maker heel bewust opgeroepen. Hij gebruikt weinig kunstlicht en voor een scène vaak maar één camerastandpunt, soms zelfs echt van een afstandje, wat bij de kijker het gevoel oproept dat hij echte levens observeert. En eigenlijk is wat je te zien krijgt niet eens zo heel extreem, want er raakt niemand gewond, er vallen geen doden en er lijkt vooralsnog geen echt drama gaande. Toch maakt dat het allemaal des te verontrustend, omdat de stompzinnigheid er vanaf straalt en je er, door de directe stijl, als kijker niet onderuit komt: zo stompzinnig zijn we eigenlijk allemaal. Heeft het leven dan nog enige zin? Daarop geeft ‘The Guitar Mongoloid’ geen antwoord. Gelukkig maar.

Arjen Dijkstra