The Sorcerer’s Apprentice (2010)

Regie: Jon Turteltaub | 103 minuten | actie, drama, komedie, avontuur, fantasie | Acteurs: Nicolas Cage, Alfred Molina, Toby Kebbell, Jay Baruchel, Monica Bellucci, Teresa Palmer, Ethan Peck, Peyton List, Alice Krige, Omar Benson Miller, Jake Cherry, Robert Capron, Nicole Ehinger, James A. Stephens, Kerry Britt, Kate Gorney    

Tovenaars en magiërs fascineren de mensheid al eeuwen. Al in 1797 (!) schreef Johann Wolfgang von Goethe – tevens de man achter ‘Faust’- de ballade ‘Der Zauberlehrling’, oftewel ‘De tovenaarsleerling’. Het verhaal zal bij velen bekend voorkomen, ook bij hen die nog nooit van Goethe gehoord hebben. ‘Der Zauberlehrling’ begint met de oude tovenaar die zijn werkplaats verlaat. Hij laat zijn leerling achter met corvee, de vervelende dagelijkse schoonmaakklusjes. De leerling wordt al gauw moe van het telkens water halen en betovert daarom een bezemsteel om het werk voor hem te doen. Hij is echter nog niet voldoende volleerd en kan de bezemsteel niet goed in bedwang houden. Al gauw ligt de vloer helemaal onder het water. De leerling realiseert zich dat hij de bezem niet kan stoppen, omdat hij de toverspreuk daarvoor niet kent. Wanhopig splijt de leerling de bezem in twee delen met een bijl, maar elk van de stukken pakt weer een emmer en gaat door met water halen, vlugger nog dan eerst. Als alles verloren lijkt te gaan in een enorme vloedgolf, komt de oude tovenaar terug. Hij breekt de betovering en alles komt weer goed.

Nadat Disney deze scène eerder gebruikte in de animatiefilm ‘Fantasia’ uit 1940, wordt hij voor het actie- en avonturenspektakel ‘The Sorcerer’s Apprentice’ (2010) wederom uit de kast getrokken. In deze film ontdekt student Dave Butler (Jay Baruchel) dat hij de uitverkorene is. Een beetje zoals Harry Potter dus, alleen voelt Dave zich heel wat minder op zijn gemak in zijn nieuwe rol. Tien jaar eerder liep hij de warrige tovenaar Balthazar Blake (Nicolas Cage) al eens tegen het lijf. Balthazar is een discipel van de grote magiër Merlin die al eeuwen op zoek is naar de ‘Prime Merlinean’, de enige tovenaar die in de voetsporen van Merlin kan treden om kwaadwillende magiërs als Morgana (Alice Krige) een halt toe kan roepen. Tien jaar geleden werd Balthazar gedwarsboomd door Morgana’s volgeling, de sluwe Maxim Horvath (Alfred Molina). Nu is hij echter vastberaden om Dave de beginselen van de tovenarij bij te brengen en laat hij zich niet zomaar meer afschudden. De nuchtere, cynische Dave heeft echter wel wat anders aan zijn hoofd. Eindelijk is het hem gelukt om met de mooie Becky (Teresa Palmer) in contact te komen en bij het veroveren van zijn droomvrouw kan hij Balthazar en zijn magie eigenlijk niet gebruiken. Als dan Horvath ook opduikt, is het aan Balthazar om Dave ervan te overtuigen dat hij de enige is die de wereld van de ondergang kan redden.

Als je weet dat Jerry Bruckheimer de producent van ‘The Sorcerer’s Apprentice’ is, weet je ongeveer wat je van deze avonturenfilm mag verwachten: actie en spektakel van de bovenste plank. Magie leent zich daar natuurlijk bij uitstek voor. En dus belanden onze helden in een wereld waarin papieren Chinese draken veranderen in échte, vuurspuwende monsters, personages door spiegels geduwd kunnen worden waarna ze in een parallelle wereld terechtkomen en waarin magische lichtschichten uit de handen van de tovenaars kunnen schieten. Tevens wordt het publiek getrakteerd op een spetterende achtervolgingsscène, dwars door New York. Als klap op de vuurpijl is er de befaamde scène met de bezems, het fragment waarop de complete film gebaseerd werd. Al dit spektakel is tot in de puntjes verzorgd door Bruckheimer en regisseur Jon Turtletaub, die ons eerder trakteerde op soortgelijke avonturenfilms als ‘National Treasure’ (2004) en het vervolg daarop uit 2007. Het probleem is echter het script, dat ongeïnspireerd en zouteloos overkomt. Vrijwel elke scène hebben we al eens eerder – en over het algemeen beter – gezien. Het bruist niet, de magie ontbreekt.

Gelukkig weet het merendeel van de cast zich aan die malaise te onttrekken. Vooral Alfred Molina, die eigenlijk altijd goed is, weet de film compleet naar zijn hand te zetten. Wat een contrast met hoofdrolspeler Nicolas Cage, die een uitgebluste indruk maakt. Hij lijkt niet helemaal op zijn plaats in deze rol en is de enige acteur die er niet voor lijkt te gaan. De jonge Jay Baruchel is aan een opmars bezig in Hollywood. Met zijn nerdy uitstraling, onzekere houding en nuchtere sarcasme is hij geknipt voor de rol van antiheld, die met de beide benen op de grond blijft staan. De in Australië geboren Teresa Palmer is een frisse verschijning maar krijgt weinig ruimte om meer te zijn dan alleen maar mooi. Toby Kebbell heeft de lachers op zijn hand als Drake Stone, een drollige illusionist die zichzelf een rockster waant, maar niet thuis geeft wanneer Horvath hem écht nodig heeft. De rollen van Monica Bellucci en Alice Krige zijn jammer genoeg erg klein en in feite inwisselbaar (in dit geval zelfs letterlijk!). Zonde van twee van zulke getalenteerde actrices.

Films die door Jerry Bruckheimer geproduceerd zijn, zijn meestal een bezoekje aan de bioscoop wel waard. Alleen al vanwege hun enorme entertainmentwaarde is een geslaagd avondje uit gegarandeerd. Zeker als ook Disney zijn naam aan de productie heeft verbonden. Ook ‘The Sorcerer’s Apprentice’ biedt voldoende amusement. De spectaculaire special effects en snelle actiescènes kunnen de gemiddelde bioscoopganger ongetwijfeld bekoren. Dat het verhaal een slap aftreksel is van talloze voorgangers en Nicolas Cage een ongeïnspireerde indruk maakt, daar ligt de doelgroep van ‘The Sorcerer’s Apprentice’ heus niet wakker van. Maar de kritische kijker zal de broodnodige dosis magie node missen. Hier had zo veel meer ingezeten.

Patricia Smagge

Waardering: 3

Bioscooprelease: 29 juli 2010