The Tree of Life (2011)
Regie: Terrence Malick | 138 minuten | drama, fantasie | Acteurs: Brad Pitt, Sean Penn, Jessica Chastain, Fiona Shaw, Dalip Singh, Kari Matchett, Joanna Going, Jackson Hurst, Jennifer Sipes, Brenna Roth, Crystal Mantecon, Kimberly Whalen, Will Wallace, Zach Irsik, Lisa Marie Newmyer
De inslag van een meteoor van enkele kilometers doorsnee is voldoende om vrijwel alle leven op aarde te vernietigen, schijnt. Het schijnt ook zo te zijn, dat wij mensen ons nooit kunnen voorbereiden op zo’n allesbeëindigende klap. We zullen niets zien aankomen: het object is te klein, de snelheid te hoog. We zullen nooit weten wat ons raakte. Daar kun je je druk om maken, of je haalt je schouders erbij op. Terence Malicks ‘The Tree of Life’, een kitchen-sink drama van epische omvang, een innerlijke reis tot in de uithoeken van het universum, is een film waarop je nooit voorbereid kunt zijn. Hooguit vind je wat houvast bij ‘2001: A Space Odyssey’, ‘Koyaanisqatsi’, of, waar het gaat om de filosofische inslag, Malicks eigen ‘The Thin Red Line’. Het beste is je te laten overspoelen door de magistrale golven die Malick voor je ogen opwerpt.
‘The Tree of Life’ begint als een impressionistische maalstroom. Beelden en flarden dialoog dwarrelen als losse bladeren langs je heen. Het zijn de herinneringen en gevoelens van Jack O’Brien (Sean Penn), die houvast zoekt in een hedendaagse wereld van staal, glas en hoge frequenties. En zoals dat gaat met herinneringen, waarheidsgetrouw of niet, duurt het even voor ze uitkristalliseren, voordat Jack de flarden bij elkaar geraapt heeft en er een coherent geheel van kan maken. In luttele minuten passeren aarde, lucht, water, vuur en de andere elementen waaruit het heelal en het leven zijn opgebouwd, je ogen. Kokende lava botst met kolkende zee. Op een zandstrand ligt een gewond zeebeest, een plesiosaurus. In een Amerikaanse buitenwijk in de jaren vijftig woont de familie O’Brien. Ergens in dit universum woelt een sterrennevel. Jack zelf, in maatpak, klautert door een knokige woestenij; het barre land van de verwarring. De film laat zich niet vangen in een kort statement. Er worden meer vragen opgeroepen dan beantwoord. Zoveel vragen, dat een antwoord vinden niet het einddoel van deze kijkervaring kan zijn. Omdat ook het leven zelf geen antwoord heeft. We doen wel pogingen, maar meer dan platitudes hebben we meestal niet. Sterft er een kind, dan zeg je: “Hij is in Gods handen nu.” Of, als je minder sociaal begaafd bent: “Gelukkig heb je er nog twee.”
Het onderwerp van de film is niet de individuele coming-of-age van Jack O’Brien (Hunter McCracken), die hevig worstelt met de botsende levensvisies van zijn liefhebbende moeder, Mrs. O’Brien (Jessica Chastain) en strenge vader, Mr. O’Brien (Brad Pitt). Hoe groots en indringend Jack O’Briens persoonlijke ervaring van het leven ook is, in het totale, oneindig grote spectrum is zijn bestaan als het zuchtje wind dat de gordijnen in zijn ouderlijk huis even doet rimpelen. Onderwerp van ‘The Tree of Life’ is het leven zelf – de niet te bevatten magie ervan – de onmetelijke tijd en ruimte waarin het leven zich een plek heeft verworven, de vertwijfeling over je eigen plek, je eigen leven, en de verwarring over de manier waarop je daar als mens mee om moet gaan. Daarmee kun je twee kanten op, vertelt de film: “De weg van de natuur, en de weg van de genade. Je moet kiezen welke je volgt.” Mrs. O’Brien, roodharig, rode lippen, groene ogen en een marmerblanke huid, is de genade zelve, met haar tere, tedere verschijning. Ze drijft op de golven mee en geniet vol verwondering van hun deining, in plaats van zich er tegen te verzetten. Mr. O’Briens doodernstige, kortgeknipte hoofd, daarentegen, is als de kop van een voorhamer. Alleen zijn onderlip heeft zich met veel moeite naar buiten geperst, de rest van zijn gezicht is ingetoomd. Hij is voorbereid op alles. Hij leert zijn zoons van zich af te slaan, stil te zijn en hun eigen zaakjes op orde te houden. Zijn levenslessen bereiden hen voor op een bestaan in een hardvochtige, zelfzuchtige wereld. Het leidt tot ongemak bij de kinderen, vooral bij de oudste, Jack, die als het eerste zijn veilige kinderwereld zal moeten verlaten. Jack is constant op zijn hoede wanneer zijn vader in de buurt is, Jacks ogen volgen hem argwanend, zoals God hem weer volgt. (Dat is ‘m in elk geval geleerd.) Alsof Mr. O’Brien een vreemd wezen is. En is in de wereld van een opgroeiend kind, dat zijn bewustzijn nog ontwikkelt, niet alles vreemd en nieuw? Onvermijdelijk komt er een moment dat je jezelf als individu in deze wonderlijke eeuwigheid probeert te verwezenlijken. Het is de crisis die van een kind een volwassene maakt, die een zoon op zijn vader doet lijken. En die zich in ‘The Tree of Life’ pijnlijk scherp aftekent. Wie zich teveel identificeert met Jack zal in Mr. O’Brien een monsterlijke vader kunnen zien. Wie wat afstand neemt, zal concluderen dat hij niet veel anders is dan de meeste vaders die proberen hun kinderen te wapenen tegen het leven. Dat levert in het geval van de O’Briens wat tegenstrijdigheden op: “Waarom moet ik braaf zijn als jij niet braaf bent?”. Maar de vader des huizes accepteert geen tegenspraak. Zo zit het leven tenslotte niet in elkaar. “Geef me een kus”, zegt hij, terwijl hij de krant leest. Hij krijgt een kus.
‘The Tree of Life’ is een waar schouwspel. Het is een zeldzaam pure ervaring, een intieme weerspiegeling van een innerlijk leven. Het is ook een prachtige manier om de ontdekking van het leven te (her)beleven, om je aan de hand van een verlegen regisseur te verwonderen over het feit dat er zoiets ís als leven en dat jij daar hoogst persoonlijk getuige van bent. Soms, in en om het huis van de O’Briens, lijken de beelden gefilmd vanuit het lage perspectief van een nieuwsgierig jochie, zijn wenkbrauwen opgetrokken, zijn hoofd een beetje scheef. Misschien, suggereert de film, is dat ook wel de houding die je in het leven überhaupt het beste kunt aannemen. Maar hoe keer je terug naar de onschuld, als je die onherroepelijk verliest? Wie ‘The Tree of Life’ ondergaat, is in elk geval op de goede weg.
Martijn Laman
Waardering: 5
Bioscooprelease: 2 juni 2011