Johnny Guitar (1954)

Regie: Nicholas Ray | 110 minuten | drama, western | Acteurs: Joan Crawford, Sterling Hayden, Mercedes McCambridge, Scott Brady, Ward Bond, Ben Cooper, Ernest Borgnine, John Carradine, Royal Dano, Frank Ferguson.

Het verhaal van ‘Johnny Guitar’ op zich is niet echt bijzonder. Een machtsstrijd om een stuk grond, met de toevoeging van wat romantische intrige, uiteindelijk neerkomend op de klassieke opvatting bij (één van) beide partijen, dat het stadje te groot is voor hun tweeën. Echter, deze film maakt er een Freudiaanse verzameling van seksuele frustraties en omgekeerde genderrollen van, aangevuld met een interessante politieke kritiek.

Normaal gesproken zijn alle leden van de tegenover elkaar staande, pistoolhanterende partijen in Westerns mannen, terwijl de vrouwen als romantisch decor of dramatische aansturing van de plot worden gebruikt. In ‘Johnny Guitar’ is het omgekeerde het geval. Joan Crawford speelt de rol van de pittige Vienna, die haar “mannetje” staat temidden van alle bedreigingen, met verve, al moet gezegd worden dat haar vertolking soms overgaat in overacting. Vanaf de eerste confrontatie, wanneer ze met pistool in de hand de vijandige lieden in haar saloon hun plaatst wijst, is het duidelijk dat zij (daar) de dienst uitmaakt en beschikt over haar eigen lot. Met blikken vol vuur, en een zelfverzekerde lichaamshouding geeft Crawford dit personage gestalte. Net als Claudia Cardinale in ‘Once Upon a Time in the West’, speelt zij een driedimensionale vrouw die het centrale punt vormt van de gebeurtenissen in de film. Ook Vienna is een (ex-)prostituee, maar tegelijkertijd een sterke en trotse vrouw, die op haar eigen benen kan staan. Echter, ook in deze film betekent dit niet een afwijzing van het mannelijk element, vanuit een soort doorgeschoten feminisme. Net als Jill McBain heeft Vienna, hoe onafhankelijk ze ook mag zijn, toch ook behoefte aan een man aan haar zijde en diens liefde.

Mercedes McCambridge is zo mogelijk nog een groter genoegen om naar te kijken. Als de haatdragende Emma Small, die zich laat leiden door allerlei, al dan niet verhulde, frustraties en angsten, trekt continu de aandacht naar zich toe wanneer zij in beeld is. Echter, ook McCambridge zet haar rol soms (of vaak) wel erg dik aan. Emma is allereerst in haar “kruistocht” gemotiveerd omdat ze het er niet mee eens is dat Vienna zoveel macht heeft en gaat krijgen wanneer de spoorweg langs haar saloon komt te lopen (een verhaalelement dat later ook terug zou komen in ‘Once Upon a Time in the West’). Maar wat een minstens zo grote rol speelt is het oogje dat ze heeft op de “Dancin’ Kid”, die zijn hart echter heeft verpand aan Vienna, met wie hij een kortstondige relatie heeft gehad. Dit veroorzaakt jaloezie en nijd bij Emma met betrekking tot Vienna. Wat echter ook een mogelijke dimensie is, is dat Emma stiekem verliefd is op Vienna, maar dit (“immorele” gegeven) probeert te ontkennen en uit haar leven probeert te bannen door Vienna juist onschadelijk te maken, op een manier die vergelijkbaar is met de beschuldiging in ‘To Kill a Mockingbird’ van de zwarte tuinman (van verkrachting) door de blanke vrouw die zich schaamde voor haar verlangen naar de man.

Vienna voelt echter geen liefde voor de Kid: zij heeft alleen maar van Johnny Logan gehouden, die zich echter voorheen niet kon binden. Nu is hij terug onder het alias Johnny Guitar, en vastberaden bij Vienna te blijven, en zijn oude leventje als revolverheld vaarwel te zeggen, ten faveure van een leven als gitaarspeler (zou Robert Rodriguez bij het maken van ‘El Mariachi’ door dit figuur beïnvloed zijn?). Sterling Hayden speelt hem adequaat. Hij is geloofwaardig genoeg als stoere held, en ook als liefdespartner voor Vienna, al is zijn uitstraling wat mat. Soms lijkt het ook alsof hij de rol half met een knipoog speelt, wat voor een aangenaam komisch element zorgt. Inmiddels kennen we hem vooral als generaal Ripper uit ‘Dr. Strangelove’, en met dit beeld in je achterhoofd ontkom je bijna niet aan een wat ironische interpretatie van zijn vertolking (helemaal als hij amusante dialoog als “Sometimes all a man needs is a smoke and a cup of coffee” eruit gooit, temidden van een spannende scène in de saloon). Zijn heldendaden en consistente keuze voor Vienna weten haar uiteindelijk toch van zijn goede intenties en liefde voor haar te overtuigen, al is het opmerkelijk dat hij (aanvankelijk) alleen zichzelf kan zijn wanneer hij zijn pistool kan hanteren en vijanden kan afschieten. Een kritiekpuntje, wellicht op de agressieve, gewelddadige natuur van de man/mens (in Westerns)? Zijn relatie met Vienna is interessant, en biedt goede dialogen, maar doet ook af en toe wat “soapy” of melodramatisch aan. Verder is het jammer dat Johnny’s personage, dat boeiende dimensies bevat, niet wat meer is uitgediept.

Het interessante politieke element presenteert zich in de vorm van een kritiek op de communistenjacht van McCarthy in de jaren vijftig. Net als de aanhangers van McCarthy willen Emma en de dorpsleiders in de naam van de “beschaving” en de status quo in het stadje een stel, naar hun gevoel, subversieve en bedreigende elementen in de gemeenschap wegjagen of veroordelen, zonder hiervoor een legitiem bewijs ten tonele te brengen. Het kleurgebruik lijkt voor moreel commentaar te zorgen op deze twee groepen, waarbij de groep van Emma doorgaans zwarte, koude, kleding aanheeft, terwijl Vienna en consorten meestal bijzonder warme en kleurrijke kleding dragen. Of maagdelijk (onschuldig) wit, zoals in het geval van Vienna in een indrukwekkende sequentie tegen het einde van de film. Deze scènes zijn, onafhankelijk van het opmerken van de historische of politieke parallellen door de kijker, bijzonder krachtig. Een jonge cowboy die medeplichtig was aan een bankoverval, wordt gezocht door de bende van Emma, maar is verborgen in de saloon door Vienna. Wanneer hij gevonden wordt, zetten ze hem (figuurlijk) het mes op de keel. Als hij zegt dat Vienna bij de overval betrokken was, zullen ze hem vrij laten, zo zeggen ze. Met tranen in zijn ogen kijkt hij naar Vienna. Wat moet hij doen?

‘Johnny Guitar’ is bijzonder, niet om zijn feitelijke verhaalelementen, maar vanwege de omdraaiing van conventionele rollenverdelingen en de vele symboliek die er in het verhaal te vinden is. Hoewel de film niet altijd interessant is en er wat trage stukken in zitten, is de dialoog vaak gevat en bevat de film zeker een aantal goede, spannende momenten (waaronder de verplichte eindshootout). En tenslotte weten de acteurs, met name Crawford en McCambridge, het verhaal de levenskracht te bezorgen die nodig is om de verhoudingen en situaties overtuigend naar het publiek te kunnen communiceren.

Bart Rietvink