The Raven (1963)

Regie: Roger Corman | 86 minuten | horror, komedie, fantasie | Acteurs: Vincent Price, Peter Lorre, Boris Karloff, Hazel Court, Olive Sturgess, Jack Nicholson, Connie Wallace, William Baskin, Aaron Saxon

Boris Karloff, Vincent Price, Peter Lorre… het zijn qua horror niet de minste namen die, tezamen met de in horrorkringen ook niet onbekende Hazel Court in ‘The Raven’ hun opwachting maken. Een film van Roger Corman die meerdere van zijn verfilmingen heeft gebaseerd op de verhalen van Edgar Allan Poe en waarin met name Vincent Price herhaaldelijk verscheen. Zo ook in deze film uit 1963 waarin de magiër Dr. Craven de strijd aanbindt met de boosaardige magiër Scarabus. Niet op een manier echter die gezien de horrorfilms die Corman heeft afgeleverd wellicht verwacht zou worden. Al zien de openingsbeelden er wel veelbelbovend uit en min of meer herkenbaar uit andere Cormanfilms waarin grote kastelen of landhuizen voorkomen. Een afgelegen en verlaten omgeving, volle maan, donkere voorbijdrijvende wolken, regenbuien, kale bomen, mistnevels, sombere en spookachtig aandoende kastelen, grauwe en door onkruid overwoekerde muren, spinnenwebben… het zijn tal van attributen waar Corman ook hier weer goed gebruik van maakt.

Maar al snel na de kennismaking met de magiër Craven, de hem bezoekende raaf en tijdens de dialoog die zich tussen hen beiden afspeelt kan niet meer verwacht worden dat enige de haren te bergen doen rijzende horror voorbij zal komen. In ‘The Raven’ gaat het om een mix van fantasie en komedie met de nodige horrorgeoriënteerde trekjes. Fantasie aangaande de tovenaarskunsten die de diverse magiërs ertegenaan gooien, humor door de overduidelijke luchtigheid die het hele gebeuren kenmerkt en een luchtig-horrorgeoriënteerde insteek door de schrikeffecten die her en der optreden en wanneer over en weer de strijd wordt aangegaan. Het is met name de manier waarop de diverse situaties in beeld gebracht worden in combinatie met de overtrokken en humoristische gezichtsuitdrukkingen van de diverse personages die het potentieel griezelgehalte in dit verhaal tot een minimum reduceren. Al zorgen de omgevingen waarin het zich afspeelt voor de liefhebbers van het sfeervolle horrorwerk wel voor een passende en aansprekende achtergrondsfeer. Mede doordat opnieuw gebruik wordt gemaakt van overige elementen die, naast de al vermelde attributen, eveneens in meerdere van Cormans films aanwezig zijn. Grote kamers en lange gangen, al dan niet schaars en door haardvuren verlicht, tapijten, wandkleden, kostuums, de kleurrijkheid van de beelden waarmee Corman de gebeurtenissen laat voorbijkomen. Het is ook hier met de nodige gotisch-georiënteerde verdienstelijkheid weergegeven. Met daarbinnen tal van humoristische momenten in situaties, dialogen en al dan niet sarcastische uitspraken van deze en gene. Met als wellicht meest sprekende voorbeelden Scarabees opmerking bij Bedlo’s laffe gedrag ‘ …such perfection of treachery fills me with admiration…’ en Bedlo’s daaropvolgende waarderende minzame en glimlachende hoofdknik, en de scènes waarin Lorre zich in een ravenkostuum door het beeld beweegt. Verder hebben de makers hun creativiteit kunnen leggen in de momenten waarin de diverse magiërs het op elkaar hebben voorzien. Met als hoogtepunt het duel tussen Craven en Scarabus waarin ze elkaar met hun tovenaarskunsten, meubilair en allerlei voorwerpen bestoken. Ook komen er verschillende speciale effecten voorbij, voor een film uit 1963 her en der wel gedateerd en duidelijk nep overkomend, maar niettemin verdienstelijk vormgegeven.

Wel had er in het begin een wat sneller tempo gehanteerd mogen worden wanneer de kennismaking tussen Craven en Bedlo plaatsvindt en de personages eromheen worden voorgesteld. Met wat teveel gepraat her en der. Qua humor is het niet overal even grappig en ook melig af en toe. Verder blijkt de snavel van de raaf niet geheel synchroon te bewegen met Bedlo’s stem die zogenaamd van hem afkomstig is en zijn er wat onlogischheden in het verhaal. Maar met de nodige verdienstelijkheden die deze film biedt en vooral de magiërs die wat onvolkomenheden wel weg kunnen toveren is het een kniesoor die daar al teveel op let. De opzet van Corman om een mix van horror, komedie en fantasie met de daaraan gekoppelde spanning en entertainment te brengen is geslaagd. De liefhebbers van luchtige horror-georiënteerde komedies komen met deze film ruimschoots aan hun trekken.

De cast draagt daar zeker aan bij. Een bijna traditioneel keurig optreden van Vincent Price als de goedwillende magiër Craven en een verdienstelijk optreden van Peter Lorre als de lafhartige en opportunistische Bedlo. Blijkt in meerdere films waarin Price en Lorre beiden optreden de nodige chemie tussen hen te bestaan, hier past ook Boris Karloff prima in het plaatje, zowel aangaande de boosaardigheid die Karloff als Scarabus in zijn bedrieglijke vriendelijkheid weet uit te stralen als de humor die hij in zijn optreden legt. Reden dan ook dat ondanks dat Scarabus weinig sympathie zal oproepen, hij toch niet bepaald als een al te huiveringwekkende schurk ervaren zal worden. Integendeel, het is, naast de verdienstelijke portrettering van hun filmpersonages ook het duidelijke genoegen dat de drie horrorsterren in hun optredens hebben dat de amusementswaarde van deze film vergroot. Mede omdat ze hun filmpersonages niet al te serieus nemen. Daarnaast leuk werk van Hazel Court als Cravens bedrieglijke en opportunistische vrouw Lenore en van Olive Sturgess als Cravens dochter Estelle. Tenslotte leuk voor de Jack Nicholson fans om hem als Bedlo’s jeugdige zoon Rexford voorbij te zien komen. Met wellicht wat te weinig schermtijd en als een niet al te relevant karakter maar niettemin zet hij even verdienstelijk als de overige castleden zijn filmpersonage neer en zorgt hij in de vader-zoon scènes met Lorre ook voor de nodige humor.

Het maakt deze ‘The Raven’ tot een verdienstelijk vormgegeven komedie. Het verhaal heeft niet al teveel om het lijf, maar door de vormgeving bevat het een geslaagde en juist gedoseerde mix van horror, komedie en fantasie om de nodige spanning en entertainment in prima mate op te leveren. Een aanrader dus voor de fans van de diverse (horror)sterren en voor de liefhebbers van Cormans films.

Frans Buitendijk

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 20 februari 1964