House of Mortal Sin – The Confessional (1976)
Regie: Pete Walker | 104 minuten | horror, thriller | Acteurs: Anthony Sharp, Susan Penhaligon, Stephanie Beacham, Norman Eshley, Sheila Keith, Hilda Barry, Stewart Bevan, Julia McCarthy, Jon Yule, Mervyn Johns, Kim Butcher, Victor Winding, Bill Kerr, Ivor Salter, Jack Allen, Jane Hayward, Andrew Sachs, Melinda Clancy, Austin King
Deze film is van regisseur Pete Walker die niet al teveel, maar wel op verdienstelijke wijze meerdere horrorfilms vormgegeven heeft. In ‘House of Mortal Sin’ gaat het om de jonge Jenny die te biecht gaat bij een oudere priester. Ze voelt zich echter niet zo op haar gemak als de aanvankelijk begrijpende ouder priester wel erg ver gaat in zijn vragen.
Dit voelt Jenny goed aan, want ze is direct het middelpunt van de sexuele frustraties van de oudere priester Xavier Muldrum. Hij geeft zich over aan steeds verregaande praktijken om haar te krijgen en laat zich ondanks zijn ambt en geloof niet beperken door enige restricties van morele of religieuze aard. En wederom, zoals Walker dat ook in diverse andere van zijn horrorfilms weet te bereiken, is het ook nu met herhaaldelijk bijna tenenkrommende weerzin hoe we getuige zijn van zijn verwerpelijke praktijken. Die weerzin wordt vergroot door de sluwheid waarmee hij door zijn ambt en het daaraan verbonden respect langdurig uit iedere penibele situatie weet te raken. Hierdoor kan al snel zowel de priester als zijn schijnbare hardvochtige en emotieloze handlangster in het kwaad enkel nog met afkeer worden bekeken. Walker maakt er echter wel effectief gebruik van om mede daarmee nieuwsgierigheid op te roepen aangaande de duistere geheimen uit het verleden van de priester en welke wandaden de priester verder zal plegen.
De regisseur maakt gebruik van minimale middelen. Er zijn geen tot de verbeelding sprekende locaties of al te grote kerkgebouwen waarin de priester werkzaam is, maar het komt allemaal vrij kleinschalig en daarmee herhaaldelijk relatief low-budget over. Dit heeft echter geen beperkende invloed op de spanning die de filmmaker in zijn verhaal weet op te roepen, maar wellicht zelfs indringender wordt door de alledaagse en herkenbare omgeving waarin de gebeurtenissen voorbijkomen. Jenny heeft, hoewel voorspelbaar genoeg, alle schijn tegen en haar beschuldigingen niet worden geloofd. Er wordt zelfs aan haar geestelijk welzijn getwijfeld. Aan de andere kant is de geobsedeerde en volledig doorgeslagen priester, die boven elke verdenking staat en op het altaar zijn kudde gelovigen de morele les leest. Maar ondertussen verkracht hij aan alle kanten zijn geloof, ruimt iedereen die hem voor de voeten loopt zonder meer uit de weg maar brengt zichzelf ook steeds verder in het nauw. Afgezien van enkele voorspelbaarheden is het daarmee ook de onvoorspelbaarheid van de ontwikkelingen in Walkers verhaal die de aandacht weten vast te houden.
Wel duurt Walkers verhaal iets te lang, nemen diverse ontwikkelingen teveel tijd in beslag en komen diverse ontwikkelingen niet even relevant over. Ook kunnen aan de te grote goedgelovigheid van de jongere priester wat vraagtekens gezet worden en voert de regisseur zijn ontwikkelingen wat te ver door om geheel geloofwaardig te blijven. Afgezien hiervan geeft Walker zijn film verdienstelijk vorm. Hij lijkt daarin af te stevenen op een ontknoping met de traditionele onthulling van de diverse misdaden en de identiteit van de schurken. De ontknoping zal echter als onverwacht overkomen, onder andere door scènes waarin met deze en gene wordt afgerekend en die door de identificatie die met verschillende hoofdpersonen is ontstaan nogal indringend kan overkomen. Walker neemt wat ingenieuze plotwendingen in zijn verhaal op, die ook een morbide en sarcastische waarschuwing lijken omtrent de respectabele integriteit die bij gezaghebbende instanties of personages aanwezig zouden moeten zijn, maar die wegens menselijke zwakheden of kwaadwillendheid ook niet altijd even zuiver is.
Glansrollen van zowel Anthony Sharp als Sheila Keith door alle afkeer die ze weten op te roepen. Ze geven geloofwaardig hun ontsporende filmpersonages gestalte: Sharp als de sexueel gefrustreerde en aan alle kanten zijn geloof verkrachtende priester Xavier Muldrum die achter een masker van vroom- en schijnheiligheid wellustig en weerzinwekkend te werk gaat. Een keurig optreden ook weer van Sheila Keith, een regelmatig opduikende verschijning in verschillende van Walkers films. Hier als de emotieloze mevrouw Brabazon in een – helaas te kortstondig – optreden dat allereerst niet bijster relevant lijkt voor de overige verwikkelingen maar dat door de wendingen in het verhaal keurig op zijn plaats valt. Het zijn vooral Sharp en Keith die Walkers film dragen en bij wie de overige cast toch wel enigszins verbleekt. Aardig werk niettemin van Susan Penhaligon als het middelpunt van Muldrums sexuele obsessies. Ook leuk werk van Norman Eshley als de aan zijn geloof twijfelende jongere maar verder niet interessante jongere priester en van Stephanie Beacham als Jenny’s bezorgde en geleidelijk de waarheid ontdekkende oudere zus Vanessa.
Het maakt ‘House of Mortal Sin’ tot een opnieuw door Walker verdienstelijk geregisseerde film. Een film waarin weinig tot geen lichtpuntjes aanwezig zijn en daarmee tot een stevig stukje sfeervolle en duistere Britse horror bestempeld kan worden. Walker toont er opnieuw zijn regisseurskwaliteiten mee aan en doet ook betreuren dat niet meer films in het horrorgenre van zijn hand afkomstig zijn. Een aanrader voor de fans van Walkers films en voor horrorfans in het algemeen.
Frans Buitendijk