The Man from London – A Londoni férfi (2007)

Regie: Béla Tarr, Ágnes Hranitzky | 139 minuten | drama, misdaad | Acteurs: Miroslav Krobot, Tilda Swinton, Ági Szirtes, János Derzsi, Erika Bók, Gyula Pauer, István Lénárt, Kati Lázár, Éva Almássy Albert, László feLugossy, Philippe Guerrini, Alfréd Járai, Mihály Kormos, Jacques Pilippi    

De Hongaarse filmmaker Béla Tarr staat hoog aangeschreven bij cinefielen, en de eerste paar minuten van de film ‘The Man from London’ zijn genoeg om zijn unieke kwaliteiten en talent te ontdekken. Hij is niet zoals andere filmmakers. Hij neemt ruim – heel ruim – de tijd voor zijn shots en scènes en laat de compositie van vrijwel ieder shot op een prachtig stilleven lijken. Zijn keuze voor sfeervol zwart-wit maakt het plaatje compleet en past natuurlijk uitermate goed bij het film-noir genre, waarbinnen ‘The Man from London’ zich beweegt. Ongeduldige kijkers zullen snel genoeg hebben van de film, die bijvoorbeeld de eerste dertig minuten uittrekt voor het tonen van een aanmerend schip, wat uitstappende passagiers en een worsteling om een even later aan de achterzijde op de kade geworpen koffertje, die in het water belandt en door de observerende hoofdpersoon, seinwachter Maloin, hier weer uit wordt gevist. Tergend langzaam maar tegelijkertijd beeldschoon gefilmd (vanuit het seinhuisje) en vanwege de misdadige aard van de gebeurtenissen is het lage tempo juist spanningverhogend.

Nog zo’n scène waarbij het trage tempo en Tarrs weigering om zijn shot af te breken verhalend erg effectief werkt, is die waarin de Engelse inspecteur net de hoofdverdachte in een café-restaurant aan de tand heeft gevoeld over het verdwenen geld, terwijl Maloin, die hiervan in het bezit is gekomen, enkele tafels verderop zit. Dit ziet de kijker pas nadat het gesprek met de verdachte is afgelopen en deze even naar boven, naar zijn kamer, is vertrokken om zich te bezinnen, de kalme maar strenge rechercheur alleen aan een tafel achterlatend. Dan zoomt de camera langzaam op de aan een andere tafel zittende Maloin in, draait om hem heen om zijn gezicht te onthullen, om vervolgens langzaam door te draaien en te laten zien hoe dicht de rechercheur achter hem zit. Dit shot, met een roerloos in zijn stoel zittende Maloin, met de rechercheur op de achtergrond, wordt hierop pijnlijk lang aangehouden door Tarr, waarbij de kijker de (waarschijnlijk hevige) hartkloppingen van Maloin bijna zelf kan voelen. Vakwerk.

De film is vele van dit soort fascinerende en intrigerende scènes rijk, maar maakt zich soms ook schuldig aan mooifilmerij, waarbij een ongebruikelijk camerastandpunt puur ingezet lijkt te worden vanwege de uniekheid en weinig toevoegt aan de beleving van het verhaal. Ook is de (bijna) real-time-vorm van de film jammer genoeg niet de enige reden voor het lethargische tempo en vindt de regisseur het kennelijk nodig om de personages zich soms trager dan gewoonlijk te laten bewegen of zelfs, in het geval van de rechercheur, praten. Dit geeft het geheel jammer genoeg soms een wat gekunsteld karakter. Samen met het gebrek aan echt uitgewerkte personages, houdt dit de kijker erg op een afstand en maakt het de film bijna alleen interessant vanuit een esthetisch oogpunt. Niet dat daar wat mis mee is, want die esthetiek is vaak om je vingers bij af te likken.

Wat te denken van een shot van een – door de zon – met fel tegenlicht verlichte kamer, met in het midden een stoel en wat kleren, als een bijzonder schilderij, waar na een tiental seconden een vrouw in komt gelopen om de houten hordeuren dicht te trekken, waarmee in één klap de hele kamer verduistert, met uitzondering van de deur zelf waarvan de half openstaande latjes in silhouet zichtbaar zijn vanwege het zonlicht. Adembenemend. Met scènes als deze zijn bezwaren ten aanzien van plot of karakterisering (of soms zelfs vorm) duidelijk van ondergeschikt belang. ‘The Man from London’ is misschien niet Tarrs beste werk, maar hij is zonder twijfel de moeite waard. Het is een unieke, verrijkende filmbeleving.

Bart Rietvink