The Wrecking Crew! (2008)

Regie: Denny Tedesco | 95 minuten | documentaire, muziek | Met: Denny Tedesco, Brian Wilson, Dick Clark, Cher, Herb Alpert, Glen Campbell, Nancy Sinatra, Micky Dolenz, Jimmy Webb, Carol Kaye, Bones Howe, Al Casey, Earl Palmer, Hal Blaine, Tommy Tedesco, Larry Levine, Stan Ross, Dave Gold, Frank Zappa

Hun namen zeggen ons meestal niets, maar hun riffs des te meer. In de jaren zestig en aan het begin van de jaren zeventig verdienden muzikanten als Tommy Tedesco, Hal Blaine, Carol Kaye, Joe Osborn, Plas Johnson, Leon Russell en Earl Palmer geld als water en waren ze op zo’n beetje elke plaat die in Los Angeles opgenomen werd te horen. Maar de roem en de faam die hen toekwam, kwam pas decennia later. Het is het lot van sessiemuzikanten. In de documentaire ‘The Wrecking Crew!’ – reeds in 2008 gemaakt en in minimale oplage vertoond (uitsluitend op filmfestivals), maar pas in 2015 in roulatie gebracht, nadat via een crowdfundingactie genoeg geld was verzameld om de rechten voor de soundtrack te kunnen betalen – brengt Tommy’s zoon Denny Tedesco een ode aan zijn vader en diens collega-sessiemuzikanten. ‘Unsung heroes’ krijgen hier een gezicht, zoals we eerder zagen in ‘Standing in the Shadows of Motown’ uit 2002 en ’20 Feet from Stardom’ uit 2013.

‘The Wrecking Crew’ vertelt hoe muzikanten als Tedesco, Blaine, Kaye en Johnson (en vele anderen, al blijft het precieze aantal muzikanten dat deel uitmaakte van ‘The Wrecking Crew’, zoals ze zich noemden, onduidelijk) ooit begonnen als jazzmuzikanten in de jaren veertig en vijftig, en met de opkomst van popmuziek aan het begin van de jaren zestig steeds meer gevraagd werden om albums in te spelen. Een lucratieve business, zeker voor deze extreem getalenteerde muzikanten. Voor studiobazen was het zeer interessant om hen te contracteren, omdat ze snel en professioneel werkten. Zo kon het gebeuren dat op het klassieke album van The Beach Boys, ‘Pet Sounds’ uit 1966, nauwelijks een echte ‘Beach Boy’ te horen was. Brian Wilson, het brein achter de sound van de band, hoefde aan leden van The Wrecking Crew maar één keer uit te leggen wat zijn bedoeling was, terwijl de andere Beach Boys, die beduidend minder goede muzikanten waren, er veel langer over deden om de juiste snaar te raken. En zo werkten de sessiemuzikanten ook intensief samen met Phil Spector aan zijn ‘Wall of Sound’ en speelden ze de grote hits van artiesten als Frank en Nancy Sinatra, The Mamas and the Papas, Sonny & Cher en The Monkees in.

Denny Tedesco maakte veel van de in de documentaire gebruikte opnamen al in de jaren negentig. Daardoor komen ook muzikanten die inmiddels zijn overleden aan het woord (zo begint de film met het overlijdensbericht van Denny’s eigen vader Tommy). En het zijn er heel wat; Denny heeft uitstekend gebruik gemaakt van het netwerk van zijn vader. Hun anekdotes zijn een feest om te horen en te aanschouwen. Zeker wanneer ze hun instrument erbij pakken en de kijker met eigen ogen en oren laten zien en horen wat ze in hun mars hebben en hoe gemakkelijk het hen afgaat, is het voor de ware muziekliefhebber genieten. De film is bovendien een feest der herkenning, want naast talloze bekende hits uit de jaren zestig, speelden leden van The Wrecking Crew ook bekende theme tunes in van televisieseries (waaronder ‘Bonanza’, ‘M.A.S.H.’ en ‘Starsky and Hutch’) en films (en niet de minste: onder meer ‘The French Connection’ (1971), de drie delen van ‘The Godfather’ en ‘The Deer Hunter’ (1978). Het is dan ook de film- en tv-wereld waar de sessiemuzikanten het na hun hoogtijdagen van moesten hebben.

Een ode aan je vader, dat kán niet anders dan een ‘Labour of Love’-project worden. En inderdaad, er valt geen onvertogen woord. Dat pa bijna nooit thuis was in zijn jeugd, is Denny eigenlijk alweer vergeten en omdat hij zo goed verdiende werd er niet geklaagd. Dat het ook anders kan aflopen, horen we van Hal Blaine, die door zijn ex-vrouw dusdanig financieel werd uitgekleed na hun scheiding dat er van al die rijkdom weinig meer over was. Maar verder is ‘The Wrecking Crew’ louter een lofdicht op het talent van zo’n vijftien à twintig mensen, die altijd op de achtergrond zijn gebleven. Tedesco had hier en daar zeker wat meer de diepte in mogen (en eigenlijk móeten) gaan. Het moet toch ook wel frustrerend zijn geweest dat een ander grote sier maakte met jóuw werk?! Carol Kaye is als de enige vrouw in het gezelschap de interessantste figuur, en had best wat meer mogen worden uitgelicht. En al die dagen en nachten die de muzikanten aan één stuk doorbrachten in de studio (Phil Spector nam soms wel vijf albums in een week op), hoe kom je die door zonder naar de verdovende middelen te grijpen? Over drank en drugs wordt geen moment gerept. Bovendien springt de film een beetje van de hak op de tak; het begin is aardig, maar na verloop van tijd wordt het allemaal wat rommelig; een echte rode draad had de film een stevigere basis gegeven.

De muzikanten die te zien zijn in ‘The Wrecking Crew!’ verdienen absoluut een film en mogen behalve gehoord ook zeker gezien worden. De soundtrack is een waar genot en de drie ton die crowdfunders bijeen brachten meer dan waard. Dat deze documentaire gemaakt werd door iemand die zeer dicht bij het onderwerp staat, is enerzijds een zegen (vrijwel alle betrokkenen dragen hun steentje bij), maar anderzijds ook een manco (kritische vragen worden nauwelijks gesteld en dat er ook een schaduwzijde was aan het bestaan als sessiemuzikant wordt voor het gemak weggewuifd). Mooi dus dat deze film gemaakt is, maar er had ongetwijfeld nog meer ingezeten.

Patricia Smagge

Waardering: 3

DVD-release: 25 november 2016 (De Beste Muziekdocumentaires editie 2015) (8 DVD box).