Death Toll (2008)

Regie: Phenomenon | 90 minuten | actie, drama, oorlog | Acteurs: Lou Diamond Phillips, DMX, Keshia Knight Pulliam, Leila Arcieri, Eric F. Adams, Gene Christensen, Aron Biedenharn Coates, Jarred Coates, Lisa Marie Dupree, Zacharias Foppe, Jeff Galpin, Dan Garcia, Jessica Heap, Oneal A. Isaac, Albert ‘Dat Tim’ Johnson, Armando Leduc, Dallas Montgomery, Brittany M. Parker, Shauna Rappold, Alec Rayme, Margo Swisher, Cindy Williamson, Cliff Zimowski

Een film met de titel als ‘Death Toll’ doet al vermoeden dat er veel geweld in zit en dat zit er ook. Talloze schietpartijen en asociaal geschreeuw kun je verwachten. Dit hoeft niet eens zo erg te zijn, maar hier zit geen goed verhaal achter. De scènes zijn losse, snelle stukjes film met slechte audiokwaliteit. De meeste acteurs zijn niet overtuigend en soms gaan hun prestaties zelfs richting lachwekkend. De film hangt zo’n beetje tussen een documentaire en dramatische film in. Echte actie is er niet, misschien dat je zelf opspringt bij elke schietpartij om het volume lager te zetten maar van meer sensatie is geen sprake.

Het uit elkaar houden van de bendeleden wordt de kijker niet makkelijk gemaakt omdat de scènes elkaar te rap opvolgen. Het is ook lastig om geïnteresseerd te blijven omdat er zoveel mensen in de film zitten. De enigen met wie je eventueel zou kunnen meeleven zijn is Mirie, gespeeld door Keshia Knight Pulliam, vroeger was ze Rudy uit ‘The Cosby Show’ (1992); de knappe agente Bathgate (Leila Arcieri); bendeleider Dan Garcia en Lou Diamond Phillips. Dit lijken er veel, maar er zitten zeker tien andere karakters in het verhaal. Waarom Lou Diamond Phillips zich leent voor deze film is ook een raadsel. Omdat hij als acteur met kop en schouders boven de rest uit steekt, lijken zijn scènes als falende burgemeester nog het meest op diamantjes in de modder.

Ruff Ryders rapper DMX heeft een vreemde rol in deze film. Tussendoor verschijnt hij even om vanuit een donkere locatie de stukjes criminaliteit aan elkaar te praten met wijsheden als ‘gangsters zijn als honden, als ze eenmaal bloed hebben geroken dan is er geen stoppen meer aan.’ Hij moet de grote baas voorstellen maar hij heeft geen enkele dialoog met de andere karakters. Je zou hem zo uit de film kunnen knippen zonder dat het verhaal ook maar iets verliest aan logica.

De schietincidenten choqueren de kijkers ook niet meer want ten eerste is er geen dramatische opbouw en ten tweede zijn de special effects eenvoudig. Hadden de makers maar het verhaal verteld door de ogen van de bendeleider Carmello of een ander hoofdfiguur, misschien zijn moeder. Dan had al het geschiet en gescheld veel meer indruk gemaakt op de kijkers.

De impact van de orkaan wordt niet behandeld. Zonde want bendes in New Orleans zijn en waren echt een groot probleem. En die uiteenzetting was interessant geweest. DMX concludeert aan het eind dat de oorlog is afgelopen, maar we zien hoe er weer een nieuwe bendeleider opstaat, hoe de drugshandel en criminaliteit gewoon weer doorgaat. Dus je vraagt je af of DMX wel weet in welke film hij zit, of dat de makers wel begrijpen waar ze heen wilden met deze poging. Een teleurstellende uitwerking van boeiend materiaal.

Sarita Koendjbiharie